Einde inhoudsopgave
Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen
Artikel 2a
Geldend
Geldend van 01-01-2023 tot 01-01-2025
- Bronpublicatie:
21-12-2022, Stb. 2022, 538 (uitgifte: 27-12-2022, kamerstukken: 36063)
- Inwerkingtreding
01-01-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-12-2022, Stb. 2022, 538 (uitgifte: 27-12-2022, kamerstukken: 36063)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Internationaal belastingrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Inlichtingenuitwisseling en wederzijdse bijstand
1.
Voor de toepassing van dit artikel, artikel 2d, artikel 8, eerste lid, hoofdstuk II, afdelingen 4a en 4ab, en de daarop berustende bepalingen en artikel 10g wordt verstaan onder:
- a.
rapporterende financiële instelling: een Nederlandse financiële instelling, niet zijnde een niet-rapporterende financiële instelling;
- b.
Nederlandse financiële instelling:
- 1°
een in Nederland gevestigde financiële instelling, met uitzondering van niet in Nederland gelegen filialen van die instelling;
- 2°
een in Nederland gelegen filiaal van een niet in Nederland gevestigde financiële instelling;
- c.
financiële instelling: een financiële instelling als bedoeld in bijlage I, sectie VIII, onderdeel A, onder 3 tot en met 8, van Richtlijn 2011/16/EU;
- d.
niet-rapporterende financiële instelling: een niet-rapporterende financiële instelling als bedoeld in bijlage I, sectie VIII, onderdeel B, onder 1, onderdelen a, b, d en e, en onder 2 tot en met 9, van Richtlijn 2011/16/EU, alsmede een door Onze Minister, met inachtneming van bijlage I, sectie VIII, onderdeel B, onder 1, onderdeel c, van Richtlijn 2011/16/EU als zodanig aangewezen financiële instelling die is opgenomen in de lijst, bedoeld in artikel 8, lid 7 bis, van Richtlijn 2011/16/EU;
- e.
financiële instelling in een deelnemend rechtsgebied:
- 1°
een in een deelnemend rechtsgebied gevestigde financiële instelling, met uitzondering van niet in dat rechtsgebied gelegen filialen van die instelling;
- 2°
een in een deelnemend rechtsgebied gelegen filiaal van een niet in dat rechtsgebied gevestigde financiële instelling;
- f.
deelnemend rechtsgebied:
- 1°
een andere lidstaat;
- 2°
een rechtsgebied waarmee het land Nederland een overeenkomst heeft op grond waarvan dat rechtsgebied informatie als bedoeld in de artikelen 10b en 10c zal verstrekken en dat voorkomt op een door Nederland gepubliceerde en aan de Europese Commissie toegezonden lijst;
- 3°
een ander rechtsgebied waarmee de Europese Unie een overeenkomst heeft op grond waarvan dat rechtsgebied informatie als bedoeld in de artikelen 10b en 10c zal verstrekken en dat voorkomt op een door de Europese Commissie gepubliceerde lijst;
- g.
financiële rekening: een financiële rekening als bedoeld in bijlage I, sectie VIII, onderdeel C, onder 1 tot en met 8, van Richtlijn 2011/16/EU, niet zijnde een uitgezonderde rekening;
- h.
uitgezonderde rekening: een uitgezonderde rekening als bedoeld in bijlage I, sectie VIII, onderdeel C, onder 17, onderdelen a tot en met f, van Richtlijn 2011/16/EU, alsmede een door Onze Minister, met inachtneming van bijlage I, sectie VIII, onderdeel C, onder 17, onderdeel g, van Richtlijn 2011/16/EU als zodanig aangewezen rekening die is opgenomen in de lijst, bedoeld in artikel 8, lid 7 bis, van Richtlijn 2011/16/EU;
- i.
depositorekening: een depositorekening als bedoeld in bijlage I, sectie VIII, onderdeel C, onder 2, van Richtlijn 2011/16/EU;
- j.
bewaarrekening: een bewaarrekening als bedoeld in bijlage I, sectie VIII, onderdeel C, onder 3, van Richtlijn 2011/16/EU;
- k.
lijfrenteverzekering: een lijfrenteverzekering als bedoeld in bijlage I, sectie VIII, onderdeel C, onder 6, van Richtlijn 2011/16/EU;
- l.
kapitaalverzekering: een kapitaalverzekering als bedoeld in bijlage I, sectie VIII, onderdeel C, onder 7, van Richtlijn 2011/16/EU;
- m.
bestaande rekening
- 1°
een financiële rekening die op 31 december 2015 werd aangehouden door een rapporterende financiële instelling;
- 2°
een financiële rekening als bedoeld in bijlage I, sectie VIII, onderdeel C, onder 9, onderdeel b, van Richtlijn 2011/16/EU;
- n.
nieuwe rekening: een financiële rekening als bedoeld in bijlage I, sectie VIII, onderdeel C, onder 10, van Richtlijn 2011/16/EU;
- o.
te rapporteren rekening: een financiële rekening die, met inachtneming van bijlage II, onder 4, van Richtlijn 2011/16/EU, wordt aangehouden door een rapporterende financiële instelling en die, met inachtneming van bijlage I, sectie VIII, onderdeel E, onder 1, van Richtlijn 2011/16/EU, wordt gehouden door een of meer te rapporteren personen of door een passieve NFE met een of meer uiteindelijk belanghebbenden die een te rapporteren persoon is, onderscheidenlijk zijn, mits de rekening als zodanig is aangemerkt op basis van de identificatie- en rapportagevoorschriften, bedoeld in artikel 10a;
- p.
te rapporteren persoon: een persoon uit een deelnemend rechtsgebied, niet zijnde:
- 1°
een vennootschap waarvan de aandelen regelmatig worden verhandeld op een of meer erkende effectenbeurzen;
- 2°
een vennootschap die een gelieerde entiteit is van een vennootschap als bedoeld in onderdeel 1°;
- 3°
een overheidsinstantie als bedoeld in bijlage I, sectie VIII, onderdeel B, onder 2, van Richtlijn 2011/16/EU;
- 4°
een internationale organisatie als bedoeld in bijlage I, sectie VIII, onderdeel B, onder 3, van Richtlijn 2011/16/EU;
- 5°
een centrale bank als bedoeld in bijlage I, sectie VIII, onderdeel B, onder 4, van Richtlijn 2011/16/EU;
- 6°
een financiële instelling;
- q.
persoon uit een deelnemend rechtsgebied:
- 1°
een natuurlijk persoon of een entiteit die ingezetene is van een deelnemend rechtsgebied onder de fiscale wetgeving van dat rechtsgebied;
- 2°
een nalatenschap van een erflater die ingezetene was van een deelnemend rechtsgebied;
- r.
gelieerde entiteit van een entiteit: een entiteit die tot de andere entiteit in een verhouding staat als bedoeld in bijlage I, sectie VIII, onderdeel E, onder 4, van Richtlijn 2011/16/EU;
- s.
uiteindelijk belanghebbenden: de uiteindelijk belanghebbenden, bedoeld in bijlage I, sectie VIII, onderdeel D, onder 5, van Richtlijn 2011/16/EU;
- t.
niet-financiële entiteit (NFE): een entiteit, niet zijnde een financiële instelling;
- u.
entiteit: een entiteit als bedoeld in bijlage I, sectie VIII, onderdeel E, onder 3, van Richtlijn 2011/16/EU;
- v.
passieve niet-financiële entiteit (passieve NFE):
- 1°
een NFE die niet een actieve NFE is;
- 2°
een beleggingsentiteit als bedoeld in bijlage I, sectie VIII, onderdeel A, onder 6, onderdeel b, van Richtlijn 2011/16/EU die niet een financiële instelling in het land Nederland of in een deelnemend rechtsgebied is;
- w.
actieve niet-financiële entiteit (actieve NFE): een actieve NFE als bedoeld in bijlage I, sectie VIII, onderdeel D, onder 8, van Richtlijn 2011/16/EU;
- x.
rekeninghouder: een rekeninghouder als bedoeld in bijlage I, sectie VIII, onderdeel E, onder 1, van Richtlijn 2011/16/EU, met dien verstande dat onder ‘voor de toepassing van deze richtlijn’ in dat onderdeel wordt verstaan: voor de toepassing van deze wet en de daarop berustende bepalingen;
- y.
financiële activa: financiële activa als bedoeld in bijlage I, sectie VIII, onderdeel A, onder 7, van Richtlijn 2011/16/EU;
- z.
het land Nederland: Nederland en de BES eilanden, bedoeld in artikel 2, derde lid, onderdeel d, onder 4°, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen.
2.
Voor de toepassing van het eerste lid, onderdelen b en e, wordt de vestigingsplaats van een financiële instelling bepaald met inachtneming van bijlage II, onder 3, van Richtlijn 2011/16/EU.
3.
Een entiteit zonder fiscale woonplaats wordt, met inachtneming van bijlage II, onder 5, van Richtlijn 2011/16/EU, voor de toepassing van het eerste lid, onderdeel q, behandeld als ingezetene van het rechtsgebied waar de plaats van de werkelijke leiding ervan is gelegen.
4.
Voor de toepassing van het eerste, tweede en derde lid wordt, waar direct of indirect wordt verwezen naar de bepalingen in de bijlagen I en II van Richtlijn 2011/16/EU, in de desbetreffende bepalingen, voor zover deze niet ook al op andere rechtsgebieden betrekking hebben, onder lidstaat mede verstaan andere rechtsgebieden dan de lidstaten.
5.
Voor de toepassing van het eerste lid, onderdelen p en q, wordt als deelnemend rechtsgebied mede aangemerkt een rechtsgebied waarmee het land Nederland een overeenkomst heeft op grond waarvan het land Nederland de informatie, bedoeld in de artikelen 10b en 10c, aan dat rechtsgebied zal verstrekken. Voor de toepassing van het eerste lid, onderdelen p en q, wordt in afwijking van het eerste lid, onderdeel f, niet als deelnemend rechtsgebied aangemerkt een rechtsgebied waarmee het land Nederland een overeenkomst heeft op grond waarvan dat rechtsgebied informatie als bedoeld in de artikelen 10b en 10c aan het land Nederland zal verstrekken, terwijl het land Nederland niet zodanige informatie hoeft te verstrekken aan dat rechtsgebied.
6.
7.
Voor de toepassing van artikel 2d, artikel 8, eerste lid, en hoofdstuk II, afdeling 4ab, en de daarop berustende bepalingen wordt, waar direct of indirect wordt verwezen naar de bepalingen in bijlage IV van Richtlijn 2011/16/EU onder uiteindelijk begunstigden verstaan: uiteindelijk belanghebbenden.