Einde inhoudsopgave
RvdW 2023/1069
Ontucht docent/mentor met aan zijn opleiding toevertrouwde minderjarige scholiere (art. 249 lid 1 Sr). Vrijspraak eerste aanleg. Bewijsminimum, art. 342 lid 2 Sv (unus testis). Vinden verklaringen van aangeefster dat seksueel contact plaatsvond toen zij minderjarig was en nog op school zat voldoende steun in ander bewijsmateriaal? HR: Om redenen vermeld in CAG faalt middel. CAG: Hof heeft voldoende (duidelijk) gemotiveerd waarom naar zijn oordeel in tenlastegelegde periode sprake is geweest van seksuele relatie tussen toen nog minderjarige aangeefster en verdachte. Niet gezegd kan worden dat verklaring van aangeefster onvoldoende steun vindt in overig bewijsmateriaal.
HR 31-10-2023, ECLI:NL:HR:2023:1474
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
31 oktober 2023
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, A.E.M. Röttgering, T. Kooijmans
- Zaaknummer
21/04625
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:1474, Uitspraak, Hoge Raad, 31‑10‑2023
ECLI:NL:PHR:2023:805, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑09‑2023
Essentie
Ontucht docent/mentor met aan zijn opleiding toevertrouwde minderjarige scholiere (art. 249 lid 1 Sr). Vrijspraak eerste aanleg. Bewijsminimum, art. 342 lid 2 Sv (unus testis). Vinden verklaringen van aangeefster dat seksueel contact plaatsvond toen zij minderjarig was en nog op school zat voldoende steun in ander bewijsmateriaal? HR: Om redenen vermeld in CAG faalt middel. CAG: Hof heeft voldoende (duidelijk) gemotiveerd waarom naar zijn oordeel in tenlastegelegde periode sprake is geweest van seksuele relatie tussen toen nog minderjarige aangeefster en verdachte. Niet gezegd kan worden dat verklaring van aangeefster onvoldoende steun vindt in overig bewijsmateriaal. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.