Einde inhoudsopgave
Regeling voertuigen
Artikel 5.14.38
Geldend
Geldend vanaf 05-01-2021. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-01-2021
- Bronpublicatie:
30-12-2020, Stcrt. 2021, 568 (uitgifte: 04-01-2021, regelingnummer: IENW/BSK-2020/143233)
- Inwerkingtreding
05-01-2021, terugwerkend tot: 01-01-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-12-2020, Stcrt. 2021, 568 (uitgifte: 04-01-2021, regelingnummer: IENW/BSK-2020/143233)
- Vakgebied(en)
Verkeersrecht / Voertuigeisen
Vervoersrecht / Bijzondere onderwerpen
Eisen | Wijze van keuren | |
---|---|---|
1. | Landbouw- of bosbouwaanhangwagens en verwisselbare getrokken uitrustingsstukken moeten zijn voorzien van een bedrijfsrem waarvan de remvertraging op een droge of nagenoeg droge en ongeveer horizontaal liggende weg: a. ten minste 2,4 m/s2 bedraagt, indien de maximumconstructiesnelheid niet meer is dan 30 km/h en het voertuig in gebruik is genomen vóór 1 januari 2018; b. ten minste 3,1 m/s2 bedraagt, indien de maximumconstructiesnelheid meer is dan 30 km/h en het voertuig in gebruik is genomen vóór 1 januari 2018; c. ten minste 3,0 m/s2 bedraagt, indien de maximumconstructiesnelheid niet meer is dan 30 km/h en het voertuig in gebruik is genomen na 31 december 2017; d. ten minste 4,5 m/s2 bedraagt, indien de maximumconstructiesnelheid meer is dan 30 km/h en het voertuig in gebruik is genomen na 31 december 2017. Bij controle van de remvertraging van aanhangwagens is het bepaalde in bijlage VIII, hoofdstuk 1, titel 7, afdeling 2 van overeenkomstige toepassing. | Visuele controle. Terwijl de wielen zich vrij van de grond of van de hefinrichting bevinden, wordt de bedrijfsrem bediend en wordt gecontroleerd of elk wiel wordt geremd. Bij gebruik van een remtestinrichting voor de controle van de remwerking, wordt gelijktijdig hierop gecontroleerd. |
2. | De bedrijfsrem van landbouw- of bosbouwaanhangwagens en verwisselbare getrokken uitrustingsstukken met een maximumconstructiesnelheid van meer dan 40 km/h moet op ten minste twee wielen van iedere as werken. | |
3. | Landbouw- of bosbouwaanhangwagens en verwisselbare getrokken uitrustingsstukken mogen op een droge of nagenoeg droge weg niet uitbreken ten gevolge van een verschil in remwerking tussen de geremde wielen van elke as. | Visuele controle; in geval van twijfel wordt een remproef uitgevoerd. |