RvdW 2018/338
Toezichthoudersaansprakelijkheid. Toezicht DNB op pensioenfondsen; wettelijke beperking aansprakelijkheid DNB op voet van art. 1:25d lid 1 Wft; beheer register pensioenfondsen (art. 210 PW); onbevoegdelijke doorhaling pensioenfonds in register pensioenfondsen door DNB?
HR 09-03-2018, ECLI:NL:HR:2018:309
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
9 maart 2018
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, G. Snijders, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek, M.J. Kroeze
- Zaaknummer
16/05318
- Conclusie
A-G mr. W.L. Valk
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:309, Uitspraak, Hoge Raad, 09‑03‑2018
ECLI:NL:PHR:2017:1326, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑11‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 21‑09‑2016
- Wetingang
Art. 151 lid 3, art. 210 PW; art. 1:25d lid 1 Wft
Essentie
Toezichthoudersaansprakelijkheid. Toezicht DNB op pensioenfondsen; wettelijke beperking aansprakelijkheid DNB op voet van art. 1:25d lid 1 Wft; beheer register pensioenfondsen (art. 210 PW); onbevoegdelijke doorhaling pensioenfonds in register pensioenfondsen door DNB?
Ingevolge art. 1:25d lid 1 Wft is DNB in beginsel niet aansprakelijk voor schade veroorzaakt door een handelen of nalaten in de uitoefening van een op grond van wettelijk voorschrift aan haar opgedragen taak. Deze bepaling beperkt de aansprakelijkheid van DNB bij de uitoefening van haar wettelijke taken en bevoegdheden tot de daarin genoemde gevallen van opzet en grove schuld. Art. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.