Einde inhoudsopgave
RvdW 2010/784
HR, 18-06-2010, nr. 10/01398
HR 18-06-2010, ECLI:NL:HR:2010:BM5150
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
18 juni 2010
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, W.A.M. van Schendel, C.A. Streefkerk
- Zaaknummer
10/01398
- Conclusie
A-G Langemeijer
- LJN
BM1550
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BM5150, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 18‑06‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BM5150, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑04‑2010
Essentie
Wet Bopz. Voorlopige machtiging; gevaarscriterium; art. 6 lid 2; art. 8 lid 2. Cassatieberoep verworpen met toepassing van art. 81 RO.
Partij(en)
[Verzoeker], te [woonplaats], verzoeker tot cassatie, adv.: mr. C.C. van Bodegom,
tegen
de officier van justitie in het Arrondissement Rotterdam, verweerder in cassatie, niet verschenen.
Uitspraak
Hoge Raad:
1. Het geding in feitelijke instantie
Voor het verloop van het geding in feitelijke instantie verwijst de Hoge Raad naar het navolgende stuk:
de beschikking in de zaak 344673/BO RK 09-2206 van de rechtbank Rotterdam van 4 januari 2010.
De beschikking ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.