Einde inhoudsopgave
Rijkswet vrijwillige zetelverplaatsing van rechtspersonen
Artikel 4
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1998
- Redactionele toelichting
Deze wijziging treedt tegelijk in werking met de Wet van 20-06-1996, Stb. 333.
- Bronpublicatie:
06-11-1997, Stb. 1997, 511 (uitgifte: 01-01-1997, kamerstukken: 25319)
- Inwerkingtreding
01-01-1998
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-12-1997, Stb. 1997, 581 (uitgifte: 01-01-1997, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Financiën
Ministerie van Buitenlandse Zaken
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Algemeen
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
1.
De toestemming wordt uitsluitend op een ontwerp van de wijziging verleend, en wel door Onze Minister van Justitie van het deel van het Koninkrijk, waar de vennootschap gevestigd is.
2.
Onze Minister die de toestemming heeft verleend, zendt onverwijld een afschrift van de beschikking houdende toestemming en van het ontwerp waarvoor bij deze beschikking toestemming is verleend aan Onze Minister van Justitie van het deel van het Koninkrijk, waarheen de plaats van vestiging der vennootschap zal worden overgebracht. Onze laatstgenoemde Minister van Justitie zendt vervolgens onverwijld aan de vennootschap een verklaring waaruit blijkt dat, wanneer een wijziging van de akte van oprichting overeenkomstig het ontwerp waarvoor toestemming is verleend te eniger tijd in werking mocht treden, de vennootschap alsdan ingevolge deze rijkswet van rechtswege de staat zal bezitten van een rechtspersoon, opgericht volgens het recht van het deel van het Koninkrijk waarvan deze verklaring afkomstig is.
3.
Zo spoedig mogelijk na het verlijden van de in artikel 2 bedoelde akte zendt de vennootschap dan wel degene of een dergenen, die de wijziging hebben verricht, aan beide in het vorige lid genoemde Ministers van Justitie:
- a.
de tekst van de akte van oprichting, zoals deze vóór de wijziging luidde;
- b.
een opgave van datum en nummer van de beschikking houdende toestemming;
- c.
een authentiek afschrift van de in artikel 2 bedoelde akte;
- d.
indien de wijziging met toepassing van artikel 1, derde lid, is verricht: een authentiek afschrift van de aldaar bedoelde akte.