Einde inhoudsopgave
Omgevingsbesluit - Nota van toelichting
2.3.3 Hoofdkeuzes bij overige onderwerpen
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
03-07-2018, Stb. 2018, 290 (uitgifte: 31-08-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Omgevingsrecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Omgevingswet
Dit besluit bevat de bepalingen voor kostenverhaal, financiële bepalingen en digitale voorzieningen.
Kostenverhaal (grondexploitatie)
De regeling voor kostenverhaal (grondexploitatie) in hoofdstuk 12 van de Omgevingswet zorgt ervoor dat gemeenten of andere decentrale overheden de kosten voor onder meer het bouwrijp maken, de riolering en het woonrijp maken kunnen verhalen op initiatiefnemers. In verreweg de meeste gevallen wordt voorafgaand aan het verlenen van toestemming voor een activiteit een overeenkomst met de initiatiefnemer afgesloten en is kostenverhaal niet nodig. Als sprake is van gemeentelijk grondbezit kunnen de kosten ook worden verhaald via de gronduitgifte. Voor de gevallen waarin het verhalen van kosten niet ‘anderszins verzekerd’ is, vormt de regeling voor kostenverhaal een stok achter de deur.
Financiële bepalingen
Dit besluit wijst de gevallen aan waarvoor het bevoegd gezag aan de omgevingsvergunning een voorschrift kan verbinden, inhoudende dat degene die een activiteit verricht die significante nadelige gevolgen voor de fysieke leefomgeving kan hebben, financiële zekerheid moet stellen.
Financiële zekerheid kan worden opgelegd voor het nakomen van in de omgevingsvergunning geldende verplichtingen. Deze zekerheidstelling is in ieder geval van belang wanneer het gaat om voorschriften die moeten worden nagekomen na het beëindigen van de bedrijfsactiviteiten of na een faillissement. Met de financiële zekerheidstelling wordt dan geborgd dat er voldoende financiële middelen zijn om voorschriften na te komen of eventuele aansprakelijkheid af te dekken.
Financiële zekerheid kan ook worden opgelegd ter dekking van aansprakelijkheid voor schade die voortvloeit uit door de activiteit veroorzaakte nadelige gevolgen voor de fysieke leefomgeving. Met een financiële zekerheidstelling kan bijvoorbeeld worden voorkomen dat de kosten voor het opruimen of herstellen van die schade op de samenleving drukken, in plaats van op de vergunninghouder. Dit geeft invulling aan het beginsel ‘de vervuiler betaalt’.
Voor de aanwijzing van de gevallen is aansluiting gezocht bij activiteiten waarvoor op grond van de Waterwet en Ontgrondingenwet financiële zekerheidstelling kon worden gesteld. Daarnaast is voor majeure risicobedrijven (bedrijven binnen de chemische industrie die een ippc-installatie, als genoemd in bijlage 1, categorie 4, bij de richtlijn industriële emissies, exploiteren en bedrijven die onder de Seveso-richtlijn vallen) de mogelijkheid tot financiële zekerheidstelling toegevoegd.
In het besluit is niet bepaald welke vorm de financiële zekerheidstelling moet hebben. In beginsel wordt de voorkeur van de initiatiefnemer door het bevoegd gezag gevolgd als de gekozen vorm voldoende zekerheid biedt. Hiermee wordt invulling gegeven aan het uitgangspunt van flexibiliteit en vertrouwen in zowel de initiatiefnemer als de overheid.
Digitale voorzieningen
Het is de ambitie om de digitale dienstverlening en informatievoorziening van de overheid te versterken. Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen werken samen aan het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO): een samenhangend en samenwerkend geheel van, vooral bestaande, digitale voorzieningen. Maar met het voorstel voor de Invoeringswet Omgevingswet wordt een aantal belangrijke grondslagen in de Omgevingswet toegevoegd voor het DSO. Duidelijk is wel dat de landelijke voorzieningen voor de omgevingsdocumenten en het indienen van vergunningsaanvragen en meldingen via het DSO zullen worden ontsloten.
Het digitaal eenvoudig ontsluiten van omgevingsdocumenten bevordert het gebruiksgemak van het omgevingsrecht.
De afgelopen jaren is ook dankzij het Omgevingsloket Online en de Activiteitenbesluit internetmodule het aantal digitale vergunningaanvragen en meldingen door burgers en bedrijven toegenomen. Dit vermindert procedurele lasten van de verwerking, vereenvoudigt de vorming en het beheer van dossiers en stimuleert kennisdeling tussen partijen. Eindbeeld is in ieder geval dat alle aanvragen, gegevens en bescheiden en meldingen door bedrijven digitaal moet worden ingediend. Bij dit streven past ook de plicht voor bedrijven om een vergunningaanvragen, gegevens en bescheiden of meldingen digitaal in te dienen. De plicht zal pas in werking treden als aan enkele voorwaarden is voldaan, zoals een effectief digitaal stelsel en een minimaal aantal aanvragen en meldingen dat al digitaal wordt ingediend.