RvdW 2022/512
Procesrecht. Verschoningsrecht officier van justitie in civiele procedure uit hoofde van art. 7 Wet politiegegevens (Wpg)?; getuigplicht (art. 165 Rv). Vervolg op HR 7 september 2018, NJ 2019/412.
HR 20-05-2022, ECLI:NL:HR:2022:722
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
20 mei 2022
- Magistraten
Mrs. M.J. Kroeze, C.E. du Perron, F.J.P. Lock, F.R. Salomons, G.C. Makkink
- Zaaknummer
20/04402
- Conclusie
A-G mr. M.L.C.C. Lückers
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Strafprocesrecht / Voorfase
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:722, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 20‑05‑2022
ECLI:NL:PHR:2021:1062, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑10‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑12‑2020
- Wetingang
Essentie
Procesrecht. Verschoningsrecht officier van justitie in civiele procedure uit hoofde van art. 7 Wet politiegegevens (Wpg)?; getuigplicht (art. 165 Rv). Vervolg op HR 7 september 2018, NJ 2019/412.
Samenvatting
De Wpg reguleert de verwerking van politiegegevens die in het kader van de uitvoering van de politietaak zijn verkregen. Onder verwerking van gegevens wordt mede verstaan de verstrekking daarvan (art. 1, onder c, Wpg). Art. 7 lid 1 Wpg bevat een geheimhoudingsplicht en bepaalt dat de ambtenaar van politie of de persoon aan wie ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.