NJ 2019/412
Procesrecht. (Verzoek tot) voorlopig getuigenverhoor; strekking; aan verzoek te stellen eisen; gronden voor (gedeeltelijke) afwijzing verzoek; samenloop met strafrechtelijk onderzoek; mogelijkheid tot beletten beantwoording vragen.
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
7 september 2018
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders, C.E. du Perron, M.J. Kroeze
- Zaaknummer
17/05787
- Conclusie
A-G mr. M.L.C.C. Lückers
- Noot
H.B. Krans en T. Kooijmans
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS93707:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:1433, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 07‑09‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:419, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑04‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑12‑2017
- Wetingang
Essentie
Procesrecht. (Verzoek tot) voorlopig getuigenverhoor; strekking; aan verzoek te stellen eisen; gronden voor (gedeeltelijke) afwijzing verzoek; samenloop met strafrechtelijk onderzoek; mogelijkheid tot beletten beantwoording vragen.
Samenvatting
Een voorlopig getuigenverhoor kan niet alleen ertoe strekken om bewijs te verkrijgen, maar (onder meer) ook om belanghebbenden bij een eventueel bij de burgerlijke rechter aanhangig te maken geding de gelegenheid te bieden vooraf opheldering te verkrijgen omtrent de feiten, teneinde hen in staat te stellen hun positie beter te beoordelen. De verzoeker tot een voorlopig getuigenverhoor dient in zijn verzoekschrift de aard en het beloop van de vordering te vermelden, alsmede ...