NJ 2024/346
Beslagrecht. Onrechtmatige daad. Conservatoir beslag; niet door verlof bestreken zaak door deurwaarder in beslag genomen; risicoaansprakelijkheid beslaglegger?
HR 15-07-2022, ECLI:NL:HR:2022:1110, m.nt. A.I.M. van Mierlo
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
15 juli 2022
- Magistraten
Mrs. M.J. Kroeze, H.M. Wattendorff, F.J.P. Lock, S.J. Schaafsma, F.R. Salomons
- Zaaknummer
21/00938
- Conclusie
A-G mr. G. Snijders
- Noot
A.I.M. van Mierlo
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS992805:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Beslag en executie
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1110, Uitspraak, Hoge Raad, 15‑07‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:211, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 04‑03‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 04‑03‑2021
- Wetingang
Art. 6:162 BW
Essentie
Beslagrecht. Onrechtmatige daad. Conservatoir beslag; niet door verlof bestreken zaak door deurwaarder in beslag genomen; risicoaansprakelijkheid beslaglegger?
Samenvatting
Naar vaste rechtspraak bestaat ingeval beslag wordt gelegd voor een vordering die achteraf geheel ongegrond blijkt, een risicoaansprakelijkheid van de beslaglegger (zie onder meer HR 15 april 1965, NJ 1965/331, m.nt. D.J. Veegens, HR 5 december 2003, NJ 2004/150 en HR 8 februari 2008, NJ 2008/92). De opvatting dat deze risicoaansprakelijkheid ook bestaat ingeval de deurwaarder bij het leggen van conservatoir beslag niet door het verlof bestreken zaken van een derde ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.