Einde inhoudsopgave
Verordening (EU, EURATOM) nr. 1141/2014 statuut en financiering Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen
Artikel 25 Uitvoering en controle met betrekking tot financiering van de Unie
Geldend
Geldend vanaf 24-11-2014
- Bronpublicatie:
22-10-2014, PbEU 2014, L 317 (uitgifte: 04-11-2014, regelingnummer: 1141/2014)
- Inwerkingtreding
24-11-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-10-2014, PbEU 2014, L 317 (uitgifte: 04-11-2014, regelingnummer: 1141/2014)
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Kiesrecht
Overheidsfinanciën / EU-financiën
1.
Kredieten voor de financiering van Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen worden vastgesteld volgens de jaarlijkse begrotingsprocedure en besteed volgens deze verordening en het Financieel Reglement.
De voorwaarden voor bijdragen en subsidies worden door de ordonnateur van het Europees Parlement in de oproep tot het indienen van verzoeken om bijdragen en de oproep tot het indienen van voorstellen vastgesteld.
2.
De controle op financiering afkomstig uit de algemene begroting van de Europese Unie en het gebruik ervan wordt overeenkomstig het Financieel Reglement uitgeoefend.
De controle geschiedt daarenboven op grond van een jaarlijkse audit door een externe en onafhankelijke instantie, als beschreven in artikel 23, lid 1.
3.
De Rekenkamer oefent haar controlerende bevoegdheden uit krachtens artikel 287 VWEU.
4.
Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen die op grond van deze verordening financieringen ontvangen, verstrekken de Rekenkamer op haar verzoek alle documenten of inlichtingen die voor de uitoefening van haar taak noodzakelijk zijn.
5.
In het besluit of de overeenkomst tot toekenning van een bijdrage of subsidie wordt uitdrukkelijk vastgelegd dat het Europees Parlement en de Rekenkamer bevoegd zijn om aan de hand van stukken en ter plaatse controle uit te oefenen op een Europese politieke partij of een Europese politieke stichting die respectievelijk een bijdrage of een subsidie uit de algemene begroting van de Europese Unie heeft ontvangen.
6.
De Rekenkamer en de ordonnateur van het Europees Parlement, of een andere door de ordonnateur van het Europees Parlement gemachtigde externe instantie, kunnen de nodige controles en verificaties ter plaatse uitvoeren om de wettigheid van de uitgaven te controleren en na te gaan of de bepalingen van het besluit of de overeenkomst tot toekenning van een bijdrage of subsidie zijn nageleefd, en, wat betreft de Europese politieke stichtingen, of het werkprogramma of de actie naar behoren is uitgevoerd. De betreffende Europese politieke partij of de Europese politieke stichting verstrekt alle hiervoor benodigde documenten en inlichtingen.
7.
Het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) kan overeenkomstig de bepalingen en procedures van Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 van het Europees Parlement en de Raad (1) en Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/96 van de Raad (2) onderzoeken, waaronder controles en verificaties ter plaatse, uitvoeren om vast te stellen of er sprake is van fraude, corruptie of andere onwettige activiteiten in verband met bijdragen of subsidies uit hoofde van deze verordening, waardoor de financiële belangen van de Unie worden geschaad. Deze controles kunnen eventueel leiden tot een besluit tot terugvordering door de ordonnateur van het Europees Parlement.
Voetnoten
Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 september 2013 betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (Euratom) nr. 1074/1999 van de Raad (PB L 248 van 18.9.2013, blz. 1).
Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/96 van de Raad van 11 november 1996 betreffende de controles en verificaties ter plaatse die door de Commissie worden uitgevoerd ter bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen tegen fraudes en andere onregelmatigheden (PB L 292 van 15.11.1996, blz. 2).