Einde inhoudsopgave
Verordening (EU, EURATOM) nr. 1141/2014 statuut en financiering Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen
Artikel 23 Rekeningen en verplichtingen inzake controle en verslaglegging
Geldend
Geldend vanaf 24-11-2014
- Bronpublicatie:
22-10-2014, PbEU 2014, L 317 (uitgifte: 04-11-2014, regelingnummer: 1141/2014)
- Inwerkingtreding
24-11-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-10-2014, PbEU 2014, L 317 (uitgifte: 04-11-2014, regelingnummer: 1141/2014)
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Kiesrecht
Overheidsfinanciën / EU-financiën
1.
Ten laatste binnen zes maanden na afsluiting van het begrotingsjaar dienen de Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen bij de Autoriteit, met kopie aan de ordonnateur van het Europees Parlement en aan het bevoegde nationale contactpunt in de lidstaat waar hun zetel is gevestigd, de volgende documenten in:
- a)
hun jaarrekeningen en begeleidende nota's met betrekking tot ontvangsten en uitgaven, en activa en passiva bij aanvang en bij afsluiting van het begrotingsjaar, overeenkomstig het toepasselijke recht in de lidstaat waar hun zetel is gevestigd, alsmede hun jaarrekeningen op basis van de internationale standaarden voor jaarrekeningen als omschreven in artikel 2 van Verordening (EG) nr. 1606/2002 van het Europees Parlement en de Raad (1);
- b)
een externe-auditverslag van de jaarrekeningen met betrekking tot zowel de betrouwbaarheid van die jaarrekeningen als de wettigheid en regelmatigheid van hun ontvangsten en uitgaven, dat is opgesteld door een onafhankelijke instantie of deskundige, en
- c)
de overeenkomstig artikel 20, leden 2, 3 en 4, overgelegde lijst van donateurs en contribuanten en hun respectieve donaties of bijdragen.
2.
In geval van uitgaven die gezamenlijk zijn gedaan door Europese politieke partijen en nationale politieke partijen of door Europese politieke stichtingen en nationale politieke stichtingen, of met andere organisaties, worden de bewijsstukken die rechtstreeks of via deze derden betrekking hebben op de uitgaven van de Europese politieke partijen of de Europese politieke stichtingen bij de in lid 1 bedoelde jaarrekeningen gevoegd.
3.
De in lid 1, onder b), bedoelde onafhankelijke instanties of deskundigen worden gekozen door, krijgen hun opdracht van en worden betaald door het Europees Parlement. Zij worden naar behoren gemachtigd om volgens het toepasselijke recht in de lidstaat waar hun zetel is gevestigd rekeningen te controleren.
4.
Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen verstrekken alle informatie die door de onafhankelijke instanties of deskundigen in het kader van hun controle wordt gevraagd.
5.
De onafhankelijke instanties of deskundigen stellen de Autoriteit en de ordonnateur van het Europees Parlement in kennis van elk vermoeden van illegale activiteiten, fraude of corruptie die de financiële belangen van de Unie kunnen schaden. De Autoriteit en de ordonnateur van het Europees Parlement stellen de nationale contactpunten hiervan in kennis.
Voetnoten
Verordening (EG) nr. 1606/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 19 juli 2002 betreffende de toepassing van internationale standaarden voor jaarrekeningen (PB L 243 van 11.9.2002, blz. 1).