Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2018/1805 inzake de wederzijdse erkenning van bevriezingsbevelen en confiscatiebevelen
Artikel 22 Onmogelijkheid om een confiscatiebevel ten uitvoer te leggen
Geldend
Geldend vanaf 18-12-2018
- Bronpublicatie:
14-11-2018, PbEU 2018, L 303 (uitgifte: 28-11-2018, regelingnummer: 2018/1805)
- Inwerkingtreding
18-12-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-11-2018, PbEU 2018, L 303 (uitgifte: 28-11-2018, regelingnummer: 2018/1805)
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Europees strafrecht en strafprocesrecht
Internationaal strafrecht / Justitiële en politionele samenwerking
1.
Indien de uitvoerende autoriteit van oordeel is dat het onmogelijk is een confiscatiebevel ten uitvoer te leggen, stelt zij de uitvaardigende autoriteit hiervan onverwijld in kennis.
2.
Voorafgaand aan de in lid 1 bedoelde kennisgeving aan de uitvaardigende autoriteit, pleegt de uitvoerende autoriteit, in voorkomend geval, overleg met de uitvaardigende autoriteit, rekening houdend met de in artikel 18, lid 2 of lid 3, vervatte mogelijkheden.
3.
De niet-tenuitvoerlegging van een confiscatiebevel uit hoofde van dit artikel kan alleen gerechtvaardigd zijn indien het voorwerp:
- a)
reeds is geconfisqueerd;
- b)
is verdwenen;
- c)
is vernietigd;
- d)
niet wordt aangetroffen op de in het confiscatiecertificaat aangegeven plaats; of
- e)
niet wordt aangetroffen omdat de plaats waar het zich bevindt, niet nauwkeurig genoeg is aangegeven, ondanks het in lid 2 bedoelde overleg.
4.
Indien, wat de in lid 3, onder (b), (d) en (e), bedoelde situaties betreft, de uitvoerende autoriteit vervolgens in het bezit komt van informatie op basis waarvan zij kan bepalen waar het voorwerp zich bevindt, mag zij het confiscatiebevel ten uitvoer leggen zonder dat daarvoor een nieuw certificaat moet worden toegezonden, op voorwaarde dat de uitvoerende autoriteit, voorafgaand aan de tenuitvoerlegging van het confiscatiebevel, samen met de uitvaardigende autoriteit heeft geverifieerd dat het confiscatiebevel nog steeds geldig is.
5.
Niettegenstaande lid 3, indien de uitvaardigende autoriteit heeft laten weten dat voorwerpen van gelijke waarde kunnen worden geconfisqueerd, is de uitvoerende autoriteit niet verplicht het confiscatiebevel ten uitvoer te leggenindien een van de omstandigheden als bedoeld in lid 3 zich voordoet en er geen voorwerpen van gelijke waarde zijn die kunnen worden geconfisqueerd.