Europese Overeenkomst inzake de overdracht van verantwoordelijkheid met betrekking tot vluchtelingen
Artikel 11
Geldend
Geldend vanaf 01-12-1980
- Bronpublicatie:
16-10-1980, Trb. 1982, 24 (uitgifte: 05-03-1982, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-12-1980
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-11-1981, Trb. 1981, 239 (uitgifte: 10-11-1981, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Vreemdelingenrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Na de inwerkingtreding van deze Overeenkomst kan het Comité van Ministers van de Raad van Europa iedere Staat die geen lid is van de Raad en die wel Partij is bij het Verdrag betreffende de status van vluchtelingen van 28 juli 1951 of in voorkomende gevallen bij het Protocol betreffende de status van vluchtelingen van 31 januari 1967, uitnodigen toe te treden tot de Overeenkomst. Het besluit tot uitnodiging wordt genomen met de meerderheid, voorzien in artikel 20, letter d, van het Statuut en met algemene stemmen van de vertegenwoordigers van de Overeenkomstsluitende Staten die het recht hebben in het Comité zitting te hebben.
2.
Ten aanzien van iedere toetredende Staat treedt de Overeenkomst in werking op de eerste dag van de maand die volgt op het verstrijken van een tijdvak van één maand na de datum van nederlegging van de akte van toetreding bij de Secretaris-Generaal van de Raad van Europa.