RvdW 2015/620
Onvoldoende zorg dragen voor het onschadelijk houden van zijn gevaarlijke dieren, nu aan de verdachte als eigenaar van de honden i.h.a. de zeggenschap zal toekomen over de wijze waarop zijn gevaarlijke dier onschadelijk moet worden gehouden.
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
21 april 2015
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, B.C. de Savornin Lohman, Y. Buruma, N. Jörg, V. van den Brink
- Zaaknummer
14/00915
- Conclusie
A-G mr. T.N.B.M. Spronken
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:1764, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 30‑06‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:972, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑05‑2015
ECLI:NL:HR:2015:1097, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 21‑04‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:300, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑02‑2015
Essentie
Onvoldoende zorg dragen voor het onschadelijk houden van zijn gevaarlijke dieren, nu aan de verdachte als eigenaar van de honden i.h.a. de zeggenschap zal toekomen over de wijze waarop zijn gevaarlijke dier onschadelijk moet worden gehouden.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 4 februari 2014, nummer 23/003530-13, in de strafzaak tegen: [verdachte]. Adv. mr. J. Kuijper, te Amsterdam.
Conclusie
Conclusie A-G mr. T.N.B.M. Spronken:
1.
Verdachte is bij arrest van 4 februari 2014 door het Gerechtshof Amsterdam in zaak A wegens ‘opzettelijk en wederrechtelijk enig goed ...