Einde inhoudsopgave
RvdW 2015/617
Schuldwitwassen. Oordeel dat niet aannemelijk is dat vorenbedoelde voorwerpen onmiddellijk afkomstig zijn uit een door de verdachte zelf begaan misdrijf niet zonder meer begrijpelijk.
HR 21-04-2015, ECLI:NL:HR:2015:1090
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
21 april 2015
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, V. van den Brink
- Zaaknummer
13/02134
- Conclusie
A-G mr. W.H. Vellinga
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:1090, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 21‑04‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:493, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑02‑2015
Essentie
Schuldwitwassen. Oordeel dat niet aannemelijk is dat vorenbedoelde voorwerpen onmiddellijk afkomstig zijn uit een door de verdachte zelf begaan misdrijf niet zonder meer begrijpelijk.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van 2 april 2013, nummer 21/001059-12, in de strafzaak tegen [verdachte]. Adv. mr. M. Berndsen, te Utrecht.
Conclusie
Conclusie A-G mr. W.H. Vellinga:
1.
Verdachte is door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, wegens
- 1.
“diefstal, gevolgd van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om, bij betrapping op heter daad, aan zichzelf of andere deelnemers aan ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.