Einde inhoudsopgave
RvdW 2021/877
Voorhanden hebben vuurwapen (art. 26 lid 1 WWM). Overschrijding redelijke termijn in cassatiefase is enig overgebleven klacht na intrekking ander middel. HR: art. 80a RO. Vervolg op onder meer RvdW 2020/1189 (rolbeslissing m.b.t. betekening aanzegging in cassatie).
HR 07-09-2021, ECLI:NL:HR:2021:1224
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
7 september 2021
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, E.S.G.N.A.I. van de Griend, M. Kuijer
- Zaaknummer
18/05490
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Wapens en munitie
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:1224, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 07‑09‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:578, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑06‑2021
ECLI:NL:HR:2020:1722, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 03‑11‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:1024, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑09‑2020
Essentie
Voorhanden hebben vuurwapen (art. 26 lid 1 WWM). Overschrijding redelijke termijn in cassatiefase is enig overgebleven klacht na intrekking ander middel. HR: art. 80a RO. Vervolg op onder meer RvdW 2020/1189 (rolbeslissing m.b.t. betekening aanzegging in cassatie).
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 18/05490
Datum 7 september 2021
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam van 20 december 2018, nummer 23/003471-16, in de strafzaak
tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1993,
hierna: de verdachte.