Einde inhoudsopgave
RvdW 2021/147
Cassatie in het belang der wet. Faillissementsgijzeling (art. 87 Fw); (on)voorwaardelijke schorsing mogelijk?; vereisten; termijn; rechtsgevolgen; taak rechter; rechtsmiddelen.
HR 22-01-2021, ECLI:NL:HR:2021:102
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 januari 2021
- Magistraten
Mrs. M.V. Polak, G. Snijders, T.H. Tanja-van den Broek, H.M. Wattendorff, F.J.P. Lock
- Zaaknummer
20/03587
- Conclusie
A-G mr. R.H. de Bock
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Faillissement
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
Burgerlijk procesrecht / Overige rechtsmiddelen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:102, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑01‑2021
ECLI:NL:PHR:2020:1088, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑11‑2020
- Wetingang
Essentie
Cassatie in het belang der wet. Faillissementsgijzeling (art. 87 Fw); (on)voorwaardelijke schorsing mogelijk?; vereisten; termijn; rechtsgevolgen; taak rechter; rechtsmiddelen.
Samenvatting
De Faillissementswet voorziet niet uitdrukkelijk in de mogelijkheid om een op de voet van art. 87 Fw bevolen inbewaringstelling (‘faillissementsgijzeling’) te schorsen, en dus evenmin in de mogelijkheid om aan een dergelijke schorsing voorwaarden te verbinden. Niettemin moet de mogelijkheid worden aanvaard dat een dergelijke inbewaringstelling wordt geschorst, al dan niet onder het stellen van voorwaarden. In het licht van het uit het EVRM voortvloeiende subsidiariteitsbeginsel kan een inbewaringstelling slechts worden bevolen indien het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.