AB 2015/417
Geen prejudiciële vragen aan HvJ EU bij toepassing van art. 81 Wet RO.
HR 25-09-2015, ECLI:NL:HR:2015:2796, m.nt. R. Ortlep
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
25 september 2015
- Magistraten
Mrs. R.J. Koopman, C. Schaap, M.A. Fierstra, Th. Groeneveld, J. Wortel
- Zaaknummer
14/06561
- Noot
R. Ortlep
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS922261:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
EU-recht / Rechtsbescherming
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:2796, Uitspraak, Hoge Raad, 25‑09‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑07‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:996, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑06‑2015
- Wetingang
Essentie
Geen prejudiciële vragen aan HvJ EU bij toepassing van art. 81 Wet RO.
Samenvatting
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling (vgl. HR 26 mei 2015, nr. 14/02274, ECLI:NL:HR:2015:1332, NJ 2015/337).
Partij(en)
Arrest gewezen op het beroep in cassatie van X. te Z. (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.