Einde inhoudsopgave
Regeling aanvraag en vergelijkende toets vergunningen commerciële radio-omroep 2003
Artikel 7 (vraag- en antwoordprocedure)
Geldend
Geldend vanaf 28-02-2003
- Bronpublicatie:
24-02-2003, Stcrt. 2003, 40 (uitgifte: 26-02-2003, regelingnummer: MLB/JZ/2003/7757)
- Inwerkingtreding
28-02-2003
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-02-2003, Stcrt. 2003, 40 (uitgifte: 26-02-2003, regelingnummer: MLB/JZ/2003/7757)
- Vakgebied(en)
Informatierecht / Telecommunicatie
Bijzonder strafrecht / Economisch strafrecht
1.
Eenieder aan wie het aanvraagdocument overeenkomstig artikel 6 is verstrekt, kan met betrekking tot dat document vragen stellen aan de minister. De vragen worden uitsluitend schriftelijk ingediend met gebruikmaking van de daarvoor bestemde enveloppen die in het aanvraagdocument zijn opgenomen en gaan vergezeld van een diskette met daarop een elektronische versie van de vragen. Indien er verschillen bestaan tussen de schriftelijke en de elektronische versie van de vragen, is de schriftelijke versie bindend. De vragen worden uiterlijk op 5 maart 2003, 14.00 uur, door tussenkomst van de notaris op het in artikel 6, tweede lid, genoemde adres, door de minister ontvangen.
2.
De vragen worden zodanig geformuleerd dat ze niet tot de identiteit van de vragensteller herleidbaar zijn en worden in de Nederlandse taal gesteld. De identiteit van de vragensteller is alleen aan de notaris bekend.
3.
Uiterlijk op 19 maart 2003 zendt de minister aan eenieder aan wie het aanvraagdocument is verstrekt schriftelijk antwoord op de vragen die tijdig zijn ontvangen en die voldoen aan de eisen, bedoeld in het eerste en tweede lid, vergezeld van de niet tot de identiteit van de vragensteller herleidbare versie van de vragen.