Einde inhoudsopgave
Regeling aanvraag en vergelijkende toets vergunningen commerciële radio-omroep 2003
Bijlage 3a
Geldend
Geldend vanaf 02-11-2006
- Bronpublicatie:
20-10-2006, Stcrt. 2006, 212 (uitgifte: 01-01-2006, regelingnummer: WJZ6085439)
- Inwerkingtreding
02-11-2006
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-10-2006, Stcrt. 2006, 212 (uitgifte: 01-01-2006, regelingnummer: WJZ6085439)
- Vakgebied(en)
Informatierecht / Telecommunicatie
Bijzonder strafrecht / Economisch strafrecht
als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Regeling aanvraag en vergelijkende toets vergunningen commerciële radio-omroep 2003
I. Ten behoeve van de beoordeling door de minister of de aanvrager voldoet aan de eisen van de artikelen 8, derde lid, 9 en 10
I.A. Bestemmingen en programmacategorieën waarop de aanvraag betrekking heeft
Een schriftelijke opgave van de bestemming of bestemmingen waarop de aanvraag betrekking heeft (landelijke commerciële radio-omroep, niet-landelijke commerciële radio-omroep, middengolf), en in het geval de aanvraag tevens of uitsluitend betrekking heeft op landelijke commerciële radio-omroep, de opgave of het om geclausuleerde of ongeclausuleerde landelijke commerciële radio-omroep gaat. Indien de opgave geclausuleerde landelijke commerciële radio-omroep vermeldt, dient tevens te worden opgegeven op welke programmacategorie(ën) de aanvraag betrekking heeft (nieuws, Nederlandstalige muziek, klassieke muziek of jazz-muziek, recente bijzondere muziek, niet-recente bijzondere muziek). De schriftelijke opgave geschiedt met inachtneming van het bepaalde in artikel 9 van deze regeling.
I.B. Kavels waarop de aanvraag betrekking heeft
I.C. Voorkeuren voor de kavels waarop de aanvraag betrekking heeft
Bij de schriftelijke opgave bedoeld onder IA en IB, per opgave de schriftelijke vermelding van voorkeuren die aan de kavels wordt gegeven waarop de aanvraag betrekking heeft. De voorkeuren worden weergegeven op de in artikel 10 genoemde wijze. Indien de aanvraag betrekking heeft op kavels voor geclausuleerde landelijke commerciële radio-omroep uitsluitend voor het geval de bestemming daarvan wordt gewijzigd in die van ongeclausuleerde landelijke commerciële radio-omroep, wordt voor het aangeven van voorkeuren gebruik gemaakt van bijlage 3b van deze regeling.
II. Ten behoeve van de beoordeling door de minister of de aanvrager voldoet aan de eisen van de artikelen 16, 17, 18, 19, 20 en 21
II.A. Algemeen
II.A.1. Natuurlijke personen
- 1.
Naam van de aanvrager;
- 2.
Adres en woonplaats van de aanvrager;
- 3.
Een recent uittreksel, niet ouder dan één maand gerekend vanaf de datum van indiening van de aanvraag, uit het bevolkingsregister;
- 4.
Een recente verklaring, niet ouder dan één maand gerekend vanaf de datum van indiening van de aanvraag, omtrent het gedrag als bedoeld in de Wet op de justitiële documentatie en op de verklaringen omtrent het gedrag;
- 5.
Indien de aanvrager onder curatele is gesteld, schriftelijke toestemming van zijn curator om handelingen te verrichten met betrekking tot het verwerven van vergunningen voor en het verrichten van commerciële radio;
- 6.
Een beschrijving van de feitelijke werkzaamheden van de aanvrager.
Indien de aanvrager zijn werkelijke woonplaats heeft in een van de andere lidstaten van de Europese Unie of van een van de andere staten die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, bevat de aanvraag de vergelijkbare gegevens en bescheiden krachtens het recht van dat land.
II.A.2. Rechtspersonen
- 1.
Naam van de aanvrager;
- 2.
Rechtsvorm van de aanvrager, alsmede het recht van het land dat deze rechtsvorm beheerst;
- 3.
Vestigingsplaats van de aanvrager en, als deze niet dezelfde zijn, de statutaire zetel en de zetel van het hoofdbestuur;
- 4.
Statuten;
- 5.
Een beschrijving van het doel en van de feitelijke werkzaamheden van de aandeelhouders van de aanvrager, voor zover deze rechtspersonen zijn;
- 6.
Een recent, niet ouder dan één maand gerekend vanaf de datum van indiening van de aanvraag, uittreksel van het register van de Kamer van Koophandel. Indien de aanvrager deel uitmaakt van een groep van ondernemingen als bedoeld in artikel 24b van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, verstrekt de aanvrager tevens de uittreksels van de andere ondernemingen die deel uit maken van de groep. Indien de aanvrager een dochtermaatschappij heeft als bedoeld in artikel 24a van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, verstrekt de aanvrager tevens de statuten van die dochtermaatschappij;
- 7.
Documenten of verklaringen waaruit kan worden afgeleid dat de aanvrager niet een rechtspersoon in oprichting is;
- 8.
Een document waaruit blijkt dat de aanvrager gerechtigd is de aanvraag te ondertekenen, dan wel een verwijzing naar overgelegde documenten waaruit deze bevoegdheid blijkt.
Indien de aanvrager wordt beheerst door het recht van een van de andere lidstaten van de Europese Unie of van een van de andere staten die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, bevat de aanvraag de vergelijkbare gegevens en bescheiden krachtens dat recht.
II.B. Financiële positie landelijke commerciële radio-omroep specifiek
Uitsluitend voor de aanvrager van wie de aanvraag (mede) betrekking heeft op landelijke commerciële radio-omroep: een bankgarantie als bedoeld in artikel 18 van deze regeling.
II.C. Kennis en ervaring
- 1.
Een beschrijving van de kennis en ervaring waarover de aanvrager kan beschikken met betrekking tot de productie en exploitatie van radioprogramma's, welke op grond van artikel 19 van deze regeling is voorgeschreven;
- 2.
Een zo volledig mogelijke beschrijving door wie en op welke wijze die kennis en ervaring ter beschikking van de aanvrager wordt gesteld, vergezeld van de daarop betrekking hebbende overeenkomsten.
II.D. Technische middelen
- 1.
Een beschrijving van de technische middelen waarover de aanvrager kan beschikken met betrekking tot de productie en exploitatie van radioprogramma.
- 2.
Een zo volledig mogelijke beschrijving waarin wordt aangegeven door wie en op welke wijze de technische middelen met betrekking tot de productie en exploitatie van radioprogramma's ter beschikking van de aanvrager worden gesteld, vergezeld van de daarop betrekking hebbende overeenkomsten.
II.E. Hoedanigheid als commerciële omroep
De toestemming van het Commissariaat voor de Media, als is bedoeld in artikel 71a van de Mediawet of, voor zover van toepassing, een bewijs dat die toestemming is aangevraagd gevolgd door de definitieve toestemming op uiterlijk 18 april 2003.
II.F. Kwaliteit programma
Uitsluitend voor de aanvrager van wie de aanvraag (mede) betrekking heeft op landelijke commerciële radio-omroep: de verklaring, bedoeld in artikel 21, eerste lid, van deze regeling door middel van het model opgenomen in bijlage 6 bij deze regeling.
Uitsluitend voor de aanvrager van wie de aanvraag (mede) betrekking heeft op niet-landelijke commerciële radio-omroep: de verklaring, bedoeld in artikel 21, tweede lid, van deze regeling door middel van het model opgenomen in bijlage 7 bij deze regeling.
III. Ten behoeve van de beoordeling door de minister of een aangevraagde landelijke of niet-landelijke vergunning op grond van artikel 3.6, eerste lid, onder f, van de Telecommunicatiewet jo. het bepaalde bij of krachtens artikel 82f van de Mediawet moet worden geweigerd. Tevens ten behoeve van de beoordeling door de minister of op grond van artikel 45 de verplichting geldt om een verschillend programma uit te zenden
III.A.1. Eigendoms- en zeggenschapsverhoudingen rechtspersoon-aanvrager
Een beschrijving van de eigendoms- en zeggenschapsverhoudingen en overlegging van alle overeenkomsten die deze verhoudingen beïnvloeden. De beschrijving dient inzicht te bieden of er een zodanige verbondenheid met een andere aanvrager bestaat dat er sprake is van eenzelfde instelling in de zin van artikel 82f van de Mediawet. Voor zover het commerciële radio-omroep via de middengolf betreft, dient de beschrijving inzicht te bieden of er een zodanige verbondenheid is met een andere aanvrager dat er sprake is van elkaar overlappende kavels in de zin van artikel 45 van deze regeling.
- 1.
De beschrijving bevat in elk geval gegevens met betrekking tot:
- a.
de grootte van het aandelenkapitaal, de samenstelling in soorten aandelen, zoals gewone, preferente, converteerbare of prioriteitsaandelen, en de verdeling over de aandeelhouders. Een kopie van het aandeelhoudersregister dient te worden overgelegd;
- b.
het vreemde vermogen van de aanvrager, zoals obligatieleningen, achtergestelde leningen, en leningen waarvoor een hypotheek- of pandrecht is verstrekt; alsmede degene die de financiële middelen ter beschikking heeft gesteld en degene aan wie de aanvrager zekerheidsrechten heeft verleend;
- c.
de wijze van besluitvorming binnen het bestuur, de raad van commissarissen onderscheidenlijk de vergadering van aandeelhouders onder meer ten aanzien van benoeming, schorsing of ontslag van leden van het bestuur of de raad van commissarissen;
- d.
de inhoud van doorlopende volmachten om de aanvrager te vertegenwoordigen (procuratie), waarbij tevens wordt vermeld aan wie de volmacht is verleend, met daarbij vermeld de beperkingen die eventueel met betrekking tot de vertegenwoordigingsbevoegdheid gelden. Een kopie van de volmacht dient te worden overgelegd;
- e.
bestaande en voorgenomen overeenkomsten met andere rechtspersonen, vennootschappen, of natuurlijke personen die zelf, dan wel door middel van een dochtervennootschap uitzendingen van radioprogramma's verzorgen of voornemens zijn dit te doen;
- f.
afschriften van overeenkomsten tussen en volmachten van stemgerechtigden in de algemene vergadering van aandeelhouders van de aanvrager, alsmede, voor zover van toepassing, van stemgerechtigden in de algemene vergadering van aandeelhouders van de moedermaatschappij van de aanvrager.
- 2.
De jaarrekening, bedoeld in artikel 36l, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek over het jaar 2001, en, eventueel voorlopig, over het jaar 2002, of een verklaring dat de aanvrager is vrijgesteld van de jaarrekeningenplicht en het jaarverslag, en het verslag in de Nederlandse taal alsmede de daarbij te voegen overige gegevens, bedoeld in artikel 392 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. Bij eventuele verschillen tussen de inrichtingsjaarrekening en de jaarrekening voor publicatiedoeleinden dient de eerste te worden overgelegd, dan wel:
- a.
indien de aanvrager deel uitmaakt van een groep van ondernemers, de geconsolideerde jaarrekening als bedoeld in artikel 405 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek over het jaar 2001, en, eventueel voorlopig, over het jaar 2002, het jaarverslag en de overige gegevens bedoeld in artikel 392 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek;
- b.
indien de aanvrager een rechtspersoon is als bedoeld in artikel 396, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, de gegevens, bedoeld in het derde lid van dat artikel.
- 3.
Voor zover van belang voor de eigendoms- en zeggenschapsverhoudingen, een afschrift van de notulen van vergaderingen van het bestuur, de raad van commissarissen en de algemene vergadering van aandeelhouder over de jaren 2001 en, voor zover beschikbaar, 2002;
- 4.
Documenten inzake beschermingsconstructies van de aanvrager en, voor zover van toepassing, de moedermaatschappij van de aanvrager, in het bijzonder beschermingsconstructies met betrekking tot plaatsing van preferente aandelen of prioriteitsaandelen bij een rechtspersoon of een natuurlijk persoon.
Indien de aanvrager wordt beheerst door het recht van een van de andere lidstaten van de Europese Unie of van een van de andere staten die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, bevat de aanvraag de vergelijkbare gegevens en bescheiden krachtens dat recht.
III.A.2. Eigendoms- en zeggenschapsverhoudingen natuurlijke persoon-aanvrager
- 1.
Een beschrijving van de (neven)functies en werkzaamheden van de aanvrager, waaronder begrepen (doch niet uitsluitend) optredend als bestuurder, commissaris of adviseur van rechtspersonen, vennootschappen of natuurlijke personen die zelf, dan wel door middel van een dochtervennootschap, uitzendingen van radioprogramma's verzorgen of voornemens zijn dit te doen;
- 2.
Een beschrijving van bestaande en voorgenomen overeenkomsten van de aanvrager met andere natuurlijke personen, rechtspersonen of vennootschappen, die zelf, dan wel door middel van een dochtervennootschap, uitzendingen van radioprogramma's verzorgen of voornemens zijn dit te doen;
- 3.
Een beschrijving van de financiering van de door de aanvrager gedreven onderneming, waarmee de aanvrager voornemens is uitzendingen van radioprogramma's te verzorgen, alsmede een beschrijving van degenen die garant, borg of anderszins (hoofdelijk) aansprakelijk zijn voor de aflossing van de financiering.
Vergelijkbare informatie moet worden toegevoegd indien andere dan de Nederlandse regelgeving van toepassing is.
IV. Ten behoeve van de beoordeling door de minister of een aangevraagde vergunning op grond van artikel 3.6, eerste lid, onder b, van de Telecommunicatiewet moet worden geweigerd en ten behoeve van de toepassing van de vergelijkende toets ongeclausuleerde landelijke commerciële radio-omroep
Ten aanzien van artikel 27:
V. Ten behoeve van de beoordeling door de minister of een aangevraagde vergunning op grond van artikel 3.6, eerste lid, onder b en f, van de Telecommunicatiewet moet worden geweigerd en ten behoeve van de toepassing van de vergelijkende toets geclausuleerde landelijke commerciële radio-omroep
Ten aanzien van artikel 29:
VI. Ten behoeve van de beoordeling door de minister of een aangevraagde vergunning op grond van artikel 3.6, eerste lid, onder b en f, van de Telecommunicatiewet moet worden geweigerd en ten behoeve van de toepassing van de vergelijkende toets niet-landelijke commerciële radio-omroep
Ten aanzien van artikel 31:
VII. Ten behoeve van de beoordeling door de minister of een aangevraagde vergunning op grond van artikel 3.6, eerste lid, onder b, van de Telecommunicatiewet moet worden geweigerd en ten behoeve van de toepassing van de vergelijkende toets commerciële radio-omroep middengolf
Ten aanzien van artikel 33:
VIII. Schriftelijke verklaringen
VIII.A. Aanvrager
Een schriftelijke en ondertekende verklaring van de aanvrager omtrent:
- a.
de volledigheid en juistheid van de door hem verstrekte gegevens;
- b.
zijn bekendheid met de exoneratie van de Staat betreffende de technische implementatie;
- c.
diens integriteit.
De aanvrager voldoet aan onderdeel c door te verklaren dat hij voldoende zorgdraagt dat een krachtens de Regeling aanvraag en vergelijkende toets vergunningen commerciële radio-omroep 2003 aan hem verleende vergunning niet zal worden gebruikt voor het plegen van strafbare feiten.
VIII.B. Advocaat
Een schriftelijke opinie van een advocaat, gevestigd in een van de lidstaten van de Europese Unie of in een van de overige staten die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, omtrent het voldoen door de aanvrager aan de artikelen 16 en 17.