RCR 2020/11
Consumentenrecht. Is tussen consument en drinkwaterbedrijf een overeenkomst tot stand gekomen of is sprake van ongevraagde levering van drinkwater?
HR 13-12-2019, ECLI:NL:HR:2019:1972
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13 december 2019
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek, C.H. Sieburgh, F.J.P. Lock
- Zaaknummer
18/02999
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS188929:1
- Vakgebied(en)
Waterrecht (V)
Verbintenissenrecht / Europees verbintenissenrecht
Goederenrecht / Verkrijging en verlies
Vermogensrecht / Europees vermogensrecht
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:1889, Uitspraak, Hoge Raad, 17‑12‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:732, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 06‑08‑2021
ECLI:NL:HR:2019:1972, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑12‑2019
ECLI:NL:HR:2019:1730, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑11‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:739, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 05‑07‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑07‑2018
- Wetingang
Essentie
Consumentenrecht. Oneerlijke handelspraktijken.
Is er gelet op de marktstructuur van drinkwater sprake van ongevraagde levering?
Samenvatting
Vervolg op HR 8 november 2019, RCR 2020/13, waarin de Hoge Raad partijen in de gelegenheid heeft gesteld zich uit te laten omtrent de beoogde vragen van uitleg als in die uitspraak vermeld, waarna de Hoge Raad vraag 1 sub (ii) heeft uitgebreid: in zijn antwoord wordt het Hof van Justitie van de EU tevens gevraagd rekening te houden met het feit dat de consument in onderhavig geval bij aanvang van de levering kenbaar had gemaakt aan het waterbedrijf géén ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.