RCR 2020/13
Consumentenrecht. Is tussen consument en drinkwaterbedrijf een overeenkomst tot stand gekomen of is sprake van ongevraagde levering van drinkwater?
HR 08-11-2019, ECLI:NL:HR:2019:1730
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
8 november 2019
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek, C.H. Sieburgh, F.J.P. Lock
- Zaaknummer
18/02999
- Conclusie
A-G mr. B.J. Drijber
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS188933:1
- Vakgebied(en)
Waterrecht (V)
Verbintenissenrecht / Europees verbintenissenrecht
Goederenrecht / Verkrijging en verlies
Vermogensrecht / Europees vermogensrecht
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:1889, Uitspraak, Hoge Raad, 17‑12‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:732, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 06‑08‑2021
ECLI:NL:HR:2019:1972, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑12‑2019
ECLI:NL:HR:2019:1730, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑11‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:739, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 05‑07‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑07‑2018
- Wetingang
Art. 7:7 lid 2 BW (oud en nieuw); art. 9 Richtlijn 97/7/EG (Richtlijn koop op afstand); art. 27 Richtlijn 2011/83/EU (Richtlijn consumentenrechten); art. 5 lid 5 Richtlijn oneerlijke handelspraktijken
Essentie
Consumentenrecht. Oneerlijke handelspraktijken.
Is er gelet op de marktstructuur van drinkwater sprake van ongevraagde levering?
Samenvatting
Verweerder laat gedurende vier jaar door Waternet gestuurde facturen voor geleverd water onbetaald, stellende dat er tussen partijen geen leveringsovereenkomst bestaat. In eerste aanleg wijst de kantonrechter de vordering van Waternet tot betaling van de facturen af, overwegende dat verweerder geen handelingen heeft verricht waardoor Waternet gerechtvaardigd erop mocht vertrouwen dat er sprake was van aanvaarding van het aanbod tot levering van water en er zodoende sprake was van ongevraagde levering als bedoeld in art. 7:7 lid 2 BW. Het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.