Einde inhoudsopgave
Reglement rijbewijzen
Artikel 33 [Over te leggen bescheiden]
Geldend
Geldend vanaf 06-01-2014
- Bronpublicatie:
28-11-2013, Stb. 2013, 495 (uitgifte: 09-12-2013, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
06-01-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-11-2013, Stb. 2013, 494 (uitgifte: 09-12-2013, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt tegelijk in werking met de Wet basisregistratie personen (03-07-2013, Stb. 315).
- Vakgebied(en)
Verkeersrecht / Rijbevoegdheid
1.
Bij de aanvraag van een rijbewijs dienen de volgende bescheiden te worden overgelegd:
- a.
een volledig ingevuld aanvraagformulier volgens bij ministeriële regeling vastgesteld model;
- b
- I.
een op naam van de aanvrager gesteld identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder 1°, 2° of 3°, van de Wet op de identificatieplicht,
- II.
een eerder aan de aanvrager afgegeven rijbewijs dat hetzij nog geldig is hetzij zijn geldigheid heeft verloren door het verstrijken van de geldigheidsduur, dan wel
- III.
indien de aanvrager niet in Nederland woonachtig is, een fotokopie van een van de onder I genoemde documenten.
- c
- I.
indien de aanvrager woonachtig is in Nederland en is ingeschreven aan een in Nederland gevestigde universiteit, school voor middelbaar, voortgezet of hoger beroepsonderwijs of andere school voor middelbaar, voortgezet of hoger onderwijs, een bewijs van inschrijving aan die universiteit of school;
- II.
indien aan de aanvrager die vreemdeling in de zin van de Vreemdelingenwet 2000 is,op grond van diens hoedanigheid van of betrekking tot diplomatiek of consulair personeel dan wel op grond van diens hoedanigheid van of betrekking tot personeel in dienst van een in Nederland gevestigde internationale organisatie door Onze Minister van Buitenlandse Zaken een identiteitsbewijs voor geprivilegieerden is verstrekt, een fotokopie van dat bewijs;
- III.
indien de aanvrager lid is van een in het kader van het op 19 juni 1951 te Londen gesloten Verdrag tussen de Staten die partij zijn bij het Noord-Atlantisch Verdrag, nopens de rechtspositie van hun krijgsmachten, in Nederland gelegerde krijgsmacht, lid is van de tot die krijgsmacht behorende civiele dienst of behoort tot het gezin van een lid van een krijgsmacht als hiervoor bedoeld of tot het gezin van een tot de civiele dienst van zodanige krijgsmacht behorende persoon, een door de betrokken basiscommandant ondertekende verklaring waaruit zulks blijkt.
- d.
een pasfoto van de aanvrager, die voldoet aan de bij ministeriële regeling vastgestelde eisen.
2.
Bij de aanvraag van een rijbewijs raadpleegt de met de afgifte van rijbewijzen belaste autoriteit de in de basisregistratie personen opgenomen persoonsgegevens van de aanvrager.