Einde inhoudsopgave
Reglement rijbewijzen
Artikel 42b
Geldend
Geldend vanaf 02-12-2014
- Bronpublicatie:
09-10-2014, Stb. 2014, 457 (uitgifte: 01-12-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
02-12-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
09-10-2014, Stb. 2014, 457 (uitgifte: 01-12-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Verkeersrecht / Rijbevoegdheid
1.
De aanvraag, bedoeld in artikel 42a, eerste lid, betreft de volgende rijbewijscategorieën:
- a.
alle, dan wel een of meerdere categorieën waarvoor het oorspronkelijk afgegeven rijbewijs tot het tijdstip van de ongeldigheid geldig was;
- b.
alle, dan wel een of meerdere categorieën die al voor het in artikel 42a, eerste lid, bedoelde tijdstip ongeldig zijn geworden of ongeldig zijn verklaard.
2.
Bij de aanvraag dient te worden voldaan aan de volgende eisen:
- a.
de in artikel 33 genoemde bescheiden worden overgelegd;
- b.
een door de Dienst Wegverkeer afgegeven verklaring wordt overgelegd, waaruit blijkt voor welke categorie of categorieën het ongeldig geworden rijbewijs geldig was tot het tijdstip waarop de in artikel 123b, eerste lid, van de wet bedoelde rechterlijke uitspraak onherroepelijk is geworden, of waaruit blijkt welke categorie of categorieën voor de aanvrager zijn opgenomen in het rijbewijzenregister als gevolg van het verstrijken van de geldigheidsduur voor die categorie of categorieën, wegens ongeldigheid als gevolg van artikel 123, eerste lid, onderdeel d, van de wet wegens ongeldigverklaring in geval van ongeschiktheid op grond van artikel 124, eerste lid, onderdeel d, van de wet of artikel 134, tweede lid, van de wet, of wegens ongeldigverklaring op grond van artikel 132, tweede lid, van de wet wegens het niet verlenen van de vereiste medewerking aan een educatieve maatregel ter bevordering van de geschiktheid of aan een onderzoek naar de geschiktheid;
- c.
ten behoeve van de aanvrager is in het rijbewijzenregister geregistreerd:
- I.
een verklaring van rijvaardigheid voor de zwaarste categorie waarop de aanvraag betrekking heeft en waarvoor examen is gedaan en waarvoor de aanvrager naar het oordeel van de examinator heeft voldaan aan de daarvoor vastgestelde eisen, waarbij de datum van registratie niet langer dan drie jaar vóór de aanvraag mag liggen en waarbij de datum van aanvraag tevens moet liggen na het tijdstip waarop de in artikel 123b, eerste lid, van de wet bedoelde rechterlijke uitspraak onherroepelijk is geworden;
- II.
verklaringen van geschiktheid voor alle, dan wel die categorie of categorieën waarop de aanvraag betrekking heeft, waarbij de datum van registratie niet langer dan één jaar vóór de aanvraag mag liggen en waarbij de datum van aanvraag tevens moet liggen na het tijdstip waarop de in artikel 123b, eerste lid, van de wet bedoelde rechterlijke uitspraak onherroepelijk is geworden.
3.
De verklaring, bedoeld in het tweede lid, onderdeel b, wordt pas door de Dienst Wegverkeer afgegeven indien:
- a.
het rijbewijs bij die dienst is ingeleverd, dan wel indien uit het rijbewijzenregister blijkt dat het rijbewijs reeds op andere grond is ingeleverd, en
- b.
de aanvrager die vreemdeling is in de zin van de Vreemdelingenwet 2000, en geen onderdaan is van een lidstaat van de Europese Unie, een staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende Europese Economische Ruimte, of Zwitserland heeft aangetoond rechtmatig in Nederland te verblijven als bedoeld in artikel 8, onder a tot en met d en l, van die wet.
4.
In afwijking van het tweede lid, onderdeel b, wordt op de in dat lid bedoelde verklaring alleen de rijbewijscategorie B of AM vermeld, indien het rijbewijs, bedoeld in artikel 42a, eerste lid, een rijbewijs betreft:
- a.
als bedoeld in respectievelijk de artikelen 44, eerste lid, 45, eerste lid, 46, eerste lid, 47, eerste lid, of 48, eerste lid, en dit rijbewijs niet voldoet aan de in respectievelijk de artikelen 44, 45, 46, 47 of 48 voor omwisseling gestelde eisen;
- b.
dat op het tijdstip waarop de in artikel 123b, eerste lid, van de wet bedoelde rechterlijke uitspraak onherroepelijk is geworden, reeds ongeldig was op grond van artikel 124, eerste lid, onderdelen a, b of c, van de wet;
- c.
dat op het tijdstip waarop de in artikel 123b, eerste lid, van de wet bedoelde rechterlijke uitspraak onherroepelijk is geworden, reeds ongeldig was op grond van artikel 132, tweede lid, van de wet, wegens het niet verlenen van de vereiste medewerking aan een educatieve maatregel ter bevordering van de rijvaardigheid of aan een onderzoek naar de rijvaardigheid;
- d.
dat op het tijdstip waarop de in artikel 123b, eerste lid, van de wet bedoelde rechterlijke uitspraak onherroepelijk is geworden, reeds ongeldig was op grond van artikel 134, tweede lid, van de wet, wegens het ontbreken van de vereiste rijvaardigheid.
5.
Voor de toepassing van het tweede lid, onderdeel c, onder I, wordt met de daar bedoelde verklaring van rijvaardigheid gelijkgesteld een door het daartoe bevoegde militaire gezag niet langer dan drie jaar voor de aanvraag in het rijbewijzenregister geregistreerde verklaring van rijvaardigheid voor het besturen van motorrijtuigen van de rijbewijscategorie of rijbewijscategorieën waarop de aanvraag betrekking heeft, mits de datum van de aanvraag voor deze verklaring van rijvaardigheid is gelegen na de datum waarop de in artikel 123b, eerste lid, van de wet bedoelde rechterlijke uitspraak onherroepelijk is geworden.
6.
Het tweede lid, onderdeel c, onder II, is niet van toepassing voor zover de aanvraag, bedoeld in het eerste lid, betrekking heeft op de afgifte van een rijbewijs voor de categorie AM.
7.
Indien het rijbewijs wegens vermissing of diefstal niet kan worden overgelegd, worden in plaats daarvan de volgende documenten overgelegd:
- a.
een proces-verbaal ter zake van vermissing of diefstal, in Nederland op ambtseed opgemaakt door een daartoe bevoegd algemeen of buitengewoon opsporingsambtenaar, waarin de omstandigheden waaronder het rijbewijs verloren is geraakt of teniet is gegaan, worden omschreven;
- b.
indien het een rijbewijs betreft afgegeven door het daartoe bevoegde gezag buiten Nederland, een door dat gezag afgegeven gewaarmerkte verklaring waaruit van de afgifte en de geldigheid blijkt en waaruit tevens blijkt dat door dat gezag tegen de aanvrager geen maatregelen van bestuursrechtelijke of strafrechtelijke aard betreffende de beperking, schorsing, intrekking of nietigverklaring van de rijbevoegdheid zijn getroffen en dat bij dat gezag ook overigens geen bezwaar tegen afgifte van een rijbewijs bestaat.