Einde inhoudsopgave
Wet overgang bijzondere rechtspleging
Artikel 18
Geldend
Geldend vanaf 19-05-1948
- Bronpublicatie:
13-05-1948, Stb. 1948, I 186 (uitgifte: 18-05-1948, kamerstukken: 627 )
- Inwerkingtreding
19-05-1948
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-05-1948, Stb. 1948, I 186 (uitgifte: 18-05-1948, kamerstukken: 627 )
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Bijzondere onderwerpen strafrecht
Staatsrecht / Wetgeving
1.
De op 1 Januari 1948 bij de tribunalen aanhangige zaken — daaronder begrepen de zaken, waarin het fiat-executie nog niet is verleend, en die, waarin een bevel, als bedoeld in artikel 3a van het Tribunaalbesluit, is gegeven — worden op de wijze, door de Minister van Justitie te regelen, overgebracht bij een door de procureur-fiscaal aan te wijzen kantongerecht, dat krachtens artikel 17, tweede lid, tot kennisneming van tribunaalzaken bevoegd is.
2.
De stukken betreffende zaken, die op 1 Januari 1948 nog niet in behandeling zijn genomen, worden aan de procureur-fiscaal teruggezonden.
3.
De overbrenging van de bescheiden van de tribunalen wordt door de Minister van Justitie nader geregeld.