Einde inhoudsopgave
Wet overgang bijzondere rechtspleging
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2002
- Bronpublicatie:
06-12-2001, Stb. 2001, 584 (uitgifte: 01-01-2001, kamerstukken: 27878)
- Inwerkingtreding
01-01-2002
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-12-2001, Stb. 2001, 621 (uitgifte: 01-01-2001, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Bijzondere onderwerpen strafrecht
Staatsrecht / Wetgeving
Wet van 13 mei 1948 tot opheffing van de bijzondere gerechtshoven, de Bijzondere Raad van Cassatie en de tribunalen
Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de berechting van politieke delinquenten en het opleggen van bijzondere maatregelen krachtens het Tribunaalbesluit zo spoedig mogelijk aan de organen van de gewone rechterlijke macht over te dragen door de bijzondere gerechtshoven, de Bijzondere Raad van Cassatie en de tribunalen op te heffen en de rechtsmacht dezer colleges te doen overgaan op de organen der gewone rechterlijke macht, alsmede enige andere met de bijzondere rechtspleging verband houdende voorzieningen te treffen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: