Einde inhoudsopgave
RvdW 2021/327
Ingang bezwaartermijn tegen kennisgeving omzetting taakstraf.
HR 09-03-2021, ECLI:NL:HR:2021:352
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
9 maart 2021
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, A.L.J. van Strien, J.C.A.M. Claassens
- Zaaknummer
20/03959
- Conclusie
A-G mr. P.C. Vegter
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Tenuitvoerlegging
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:352, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 09‑03‑2021
ECLI:NL:PHR:2020:1183, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑12‑2020
- Wetingang
Essentie
Cassatie in het belang der wet. Bezwaartermijn tegen kennisgeving omzetting taakstraf vangt aan na rechtsgeldige betekening van die kennisgeving, ook als die betekening niet in persoon was.
Samenvatting
De bezwaartermijn tegen de kennisgeving dat vervangende hechtenis wordt toegepast omdat de veroordeelde niet met de taakstraf is aangevangen of die niet naar behoren (heeft) verricht, begint te lopen vanaf het moment van de betekening van die kennisgeving, ook als die kennisgeving niet in persoon is betekend. Op welk moment de veroordeelde daadwerkelijk van die kennisgeving op de hoogte is geraakt, is daarbij niet relevant.
Overschrijding van de termijn ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.