Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2021/2115 tot vaststelling van voorschriften inzake steun voor de strategische plannen die de lidstaten in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid opstellen (strategische GLB-plannen) en die uit het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) worden gefinancierd, en tot intrekking van Verordeningen (EU) nr. 1305/2013 en (EU) nr. 1307/2013
Artikel 59 Financiële steun van de Unie voor de wijnsector
Geldend
Geldend vanaf 07-12-2021
- Bronpublicatie:
02-12-2021, PbEU 2021, L 435 (uitgifte: 06-12-2021, regelingnummer: 2021/2115)
- Inwerkingtreding
07-12-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
02-12-2021, PbEU 2021, L 435 (uitgifte: 06-12-2021, regelingnummer: 2021/2115)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Financiering
Agrarisch recht (V)
Milieurecht / Algemeen
EU-recht / Marktintegratie
Bestuursrecht algemeen / Subsidie
Overheidsfinanciën / EU-financiën
1.
De financiële steun van de Unie voor de in artikel 58, lid 1, eerste alinea, punt a), bedoelde herstructurering en omschakeling van wijngaarden is niet hoger dan 50 % van de werkelijke kosten van de herstructurering en omschakeling van de wijngaarden, dan wel 75 % van de werkelijke kosten van de herstructurering en omschakeling van wijngaarden in minder ontwikkelde regio's.
Voor steile hellingen en terrassen in gebieden waar de helling meer dan 40 % bedraagt, mag die financiële steun echter oplopen tot 60 % van de werkelijke kosten voor herstructurering en omschakeling van wijngaarden of tot 80 % van de werkelijke kosten voor herstructurering en omschakeling van wijngaarden in minder ontwikkelde regio's.
De steun mag alleen worden verleend in de vorm van een vergoeding aan producenten voor het verlies aan inkomsten als gevolg van de uitvoering van de interventie, en in de vorm van een bijdrage in de herstructurerings- en omschakelingskosten. De vergoeding aan producenten voor het verlies aan inkomsten als gevolg van de uitvoering van de interventie mag tot 100 % van het betrokken verlies bedragen en wordt in een van de volgende vormen verleend:
- a)
de toestemming om oude en nieuwe wijnstokken naast elkaar te laten bestaan gedurende ten hoogste van drie jaar;
- b)
financiële compensatie gedurende ten hoogste drie jaar.
2.
De financiële steun van de Unie voor investeringen bedoeld in artikel 58, lid 1, eerste alinea, punt b), bedraagt maximaal:
- a)
50 % van de subsidiabele investeringskosten in minder ontwikkelde regio's;
- b)
40 % van de subsidiabele investeringskosten in andere dan minder ontwikkelde regio's;
- c)
75 % van de subsidiabele investeringskosten in de ultraperifere gebieden;
- d)
65 % van de subsidiabele investeringskosten in de kleinere eilanden van de Egeïsche Zee.
De in de eerste alinea beschreven financiële steun van de Unie ten belope van het maximumpercentage wordt enkel verleend aan kleine, middelgrote en micro-ondernemingen in de zin van Aanbeveling 2003/361/EG van de Commissie (1). Hij kan evenwel aan alle ondernemingen worden toegekend in de ultraperifere gebieden en op de kleinere eilanden van de Egeïsche Zee.
Voor ondernemingen die niet onder artikel 2, lid 1, van de bijlage bij Aanbeveling vallen en minder dan 750 werknemers of een jaaromzet van minder dan 200 miljoen EUR hebben, worden de in de eerste alinea van dit lid vastgestelde maximumpercentages van financiële steun van de Unie gehalveerd.
De financiële steun van de Unie wordt niet verleend aan ondernemingen in moeilijkheden in de zin van de mededeling van de Commissie met als titel ‘Richtsnoeren voor reddings- en herstructureringssteun aan niet-financiële ondernemingen in moeilijkheden’ (2).
3.
De financiële steun van de Unie voor groen oogsten bedoeld in artikel 58, lid 1, eerste alinea, punt c), bedraagt ten hoogste 50 % van de som van de directe kosten van de vernietiging of verwijdering van de druiventrossen en van het inkomstenverlies als gevolg van die vernietiging of verwijdering.
4.
De financiële steun van de Unie voor de in artikel 58, lid 1, eerste alinea, punten i), j) en m), bedoelde interventies bedraagt maximaal 50 % van de directe of subsidiabele kosten.
5.
De financiële steun van de Unie voor oogstverzekeringen bedoeld in artikel 58, lid 1, eerste alinea, punt d), bedraagt maximaal:
- a)
80 % van de verzekeringspremies die de producenten betalen om zich in te dekken tegen verliezen als gevolg van ongunstige weersomstandigheden die kunnen worden gelijkgesteld met natuurrampen;
- b)
50 % van de verzekeringspremies die de producenten betalen om zich in te dekken tegen:
- i)
in punt a) bedoelde verliezen en door andere ongunstige weersomstandigheden veroorzaakte verliezen;
- ii)
verliezen die zijn veroorzaakt door dieren, plantenziekten of plagen.
De financiële steun van de Unie voor oogstverzekeringen mag worden verleend indien de verzekeringsuitkeringen, inclusief vergoedingen die de producent ontvangt op grond van andere steunregelingen voor het verzekerde risico, niet meer dan 100 % van het door de producent geleden inkomstenverlies dekken. In de verzekeringscontracten wordt bepaald dat de begunstigden de nodige risicopreventiemaatregelen moeten nemen.
6.
De financiële steun van de Unie voor innovatie bedoeld in artikel 58, lid 1, eerste alinea, punt e), bedraagt maximaal:
- a)
50 % van de subsidiabele investeringskosten in minder ontwikkelde regio's;
- b)
40 % van de subsidiabele investeringskosten in andere dan minder ontwikkelde regio's;
- c)
80 % van de subsidiabele investeringskosten in de ultraperifere gebieden;
- d)
65 % van de subsidiabele investeringskosten in de kleinere eilanden van de Egeïsche Zee.
Het maximumpercentage van de in de eerste alinea opgenomen financiële steun van de Unie wordt enkel toegekend aan kleine, middelgrote en micro-ondernemingen in de zin van Aanbeveling 2003/361/EG; deze steun kan evenwel aan alle ondernemingen worden toegekend in de ultraperifere gebieden en op de kleinere eilanden van de Egeïsche Zee.
Voor ondernemingen die niet onder artikel 2, lid 1, van de bijlage bij Aanbeveling 2003/361/EG vallen en minder dan 750 werknemers of een jaaromzet van minder dan 200 miljoen EUR hebben, worden de in de eerste alinea van dit lid vastgestelde maximumpercentages van financiële steun van de Unie gehalveerd.
7.
De financiële steun van de Unie voor voorlichtingsacties en afzetbevordering bedoeld in artikel 58, lid 1, eerste alinea, punten h) en k), bedraagt hoogstens 50 % van de subsidiabele uitgaven.
Daarnaast kunnen de in artikel 88, lid 1, bedoelde lidstaten nationale betalingen tot 30 % van de subsidiabele uitgaven toekennen, maar de financiële steun van de Unie en de betalingen van de lidstaten mogen samen niet meer dan 80 % van de subsidiabele uitgaven bedragen.
8.
De Commissie stelt uitvoeringshandelingen vast waarbij de financiële steun van de Unie voor de distillatie van bijproducten van de wijnbereiding bedoeld in artikel 58,lid 1, eerste alinea, punt g), wordt vastgelegd overeenkomstig de specifieke voorschriften van artikel 60, lid 3. Deze uitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens de in artikel 153, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.
Voetnoten
Aanbeveling 2003/361/EG van de Commissie van 6 mei 2003 betreffende de definitie van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen (PB L 124 van 20.5.2003, blz. 36).
PB C 249 van 31.7.2014, blz. 1.