Sturen met proceskosten
Einde inhoudsopgave
Sturen met proceskosten (BPP nr. XII) 2011/8.2.3:8.2.3 Nodeloze kosten, compensatie en afwijken binnen het tarief
Sturen met proceskosten (BPP nr. XII) 2011/8.2.3
8.2.3 Nodeloze kosten, compensatie en afwijken binnen het tarief
Documentgegevens:
mr. P. Sluijter, datum 31-10-2011
- Datum
31-10-2011
- Auteur
mr. P. Sluijter
- JCDI
JCDI:ADS596758:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
De Handleiding regie heeft geen bindende status, dus in beginsel mogen rechters deze links laten liggen.
Zie Handleiding regie, nrs. 29 en 59.
Zie Gneezy & Rustichini 2000, zoals besproken in § 7.4.8.3.
' Te laag' volgens de klassieke rechtseconomische theorie; mogelijk kunnen reputatie-effecten of een gepercipieerde hogere pakkans ook invloed hebben. Dat kan hier niet worden vastgesteld.
Er zijn slechts de 5 rubrieken van Haardt uit 1945 en de indeling in twee categorieën van Numann, zie § 4.3.4.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Kostencompensatie op grond van procesgedrag komt niet vaak voor en ligt als instrument voor deterrence ook minder voor de hand, omdat er qua sanctiehoogte niet echt een koppeling is aan specifiek verstorend gedrag. Daarom zal vooral de nodelozekostenregeling onder de loep worden genomen, omdat het gebruik daarvan in de jurisprudentie met enige regelmaat voorkomt en de frequentie onder de geïnterviewden sterk per rechter verschilde.
Uit de interviews bleek dat nodeloze kosten vrijwel altijd in liquidatietarief-punten worden uitgedrukt. Ook uit de Handleiding regie vanaf de conclusie van antwoord volgt dat rechters bij niet ter zitting verschenen partijen en bij te laat toegezonden stukken op die manier de nodeloze kosten 'moeten' berekenen.1 Wint de verstorende partij, dan krijgt die geen tariefpunt voor de nodeloos gehouden zitting. Verliest de verstorende partij, dan krijgt de winnende partij uiteraard wel alle tariefpunten vergoed en is er feitelijk geen sprake van een kostenconsequentie.2
Ook hier is sprake van sterke underdeterrence. De nodelozekostenregeling wordt weliswaar iets vaker, maar nog steeds met terughoudendheid, toegepast dan een veroordeling in de werkelijk gemaakte kosten, maar de sancties worden in de sleutel gezet van het liquidatietarief. Er lijkt misschien sprake van pricing op de manier zoals die op grond van de rechtseconomische inzichten is bepleit, maar doordat het liquidatietarief bij lange na niet dekkend is, is de prijs te laag. Dat de werkelijke kosten van de verstoring hoger liggen dan de daarvoor doorberekende prijs zorgt volgens de economische theorie voor te weinig voorzorg. Bovendien bleek uit empirisch onderzoek, met name dat rond de Israëlische crèches, dat te lage financiële prikkels kunnen zorgen voor verdringing van morele normen, met een averechts effect als gevolg, al is het wel de vraag of dit crowding out-effect in de setting van het civiele proces echt een rol speelt.3
In plaats van 100% pakkans met een 100% sanctie lijkt er gezien de interviewresultaten en het lage liquidatietarief dus eerder sprake te zijn van een pakkans die nog ver onder de 50% ligt en een sanctie van rond de 30% van de schade. Het is zonde van de administratieve kosten van rechters als zij die besteden aan het detecteren van verstorend gedrag en daar vervolgens een te lage consequentie aan koppelen.4 Die detectie is bovendien lastig en onvoorspelbaar, want ook hierbij zijn er geen duidelijke criteria voor de nodeloosheid van de kosten5 en hebben rechters in de interviews verteld dat ze de grens tussen nodig en onnodig gedrag moeilijk te bepalen vinden.
Bij afwijkingen binnen het tarief geldt hetzelfde probleem. Dat ene tariefpunt verschil tussen aktes met of zonder bijzondere inhoud zal niet of nauwelijks afschrikkende werking hebben. Ook het verschil tussen het toegewezen of het gevorderde bedrag als basis voor het liquidatietarief en de variaties in het meewegen van de reconventie kunnen nauwelijks tot deterrence leiden, vanwege de beperkte hoogte en voorspelbaarheid van die consequenties.