Het voorlopig getuigenverhoor
Einde inhoudsopgave
Het voorlopig getuigenverhoor (BPP nr. XVII) 2015/206:206 Afwijkingen van het voorlopig getuigenverhoor ten opzichte van het gewone getuigenverhoor
Het voorlopig getuigenverhoor (BPP nr. XVII) 2015/206
206 Afwijkingen van het voorlopig getuigenverhoor ten opzichte van het gewone getuigenverhoor
Documentgegevens:
Mr. E.F. Groot, datum 01-01-2015
- Datum
01-01-2015
- Auteur
Mr. E.F. Groot
- JCDI
JCDI:ADS459504:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
In deze paragraaf behandel ik een drietal bijzonderheden van het voorlopig getuigenverhoor ten opzichte van het gewone getuigenverhoor. Ten eerste stelt de rechter zijn vragen niet aan de hand van een duidelijk begrensd probandum (nr. 207). Ten tweede moet de rechter-commissaris, voordat hij aan zijn verhoor begint, zich ervan vergewissen dat de verzoeker heeft voldaan aan zijn verplichting van art. 190 lid 1 Rv (nr. 208). Ten derde is bij een voorlopig getuigenverhoor voorafgaand aan de hoofdzaak niet altijd duidelijk wie de toekomstige partij in de hoofdzaak is, terwijl dit van belang is voor de vaststelling van verschoningsrechten en de speciale positie van de partij-getuige (nr. 211).