Rb. Overijssel, 19-10-2016, nr. ak, 16 , 1645
ECLI:NL:RBOVE:2016:4040
- Instantie
Rechtbank Overijssel
- Datum
19-10-2016
- Zaaknummer
ak_16 _ 1645
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBOVE:2016:4040, Uitspraak, Rechtbank Overijssel, 19‑10‑2016; (Eerste aanleg - meervoudig)
Hoger beroep: ECLI:NL:RVS:2017:3203, Bekrachtiging/bevestiging
- Vindplaatsen
Belastingblad 2016/511 met annotatie van Redactie
Uitspraak 19‑10‑2016
Inhoudsindicatie
Weigering om stukken m.b.t. aan derde-partij opgelegde legesaanslag openbaar te maken is gebaseerd op de Algemene wet inzake rijksbelastingen (Awr). Art. 67 Awr houdt bijzondere openbaarmakingsregeling in met uitputtend karakter die prevaleert boven de Wob. O.g.v. art. 26 lid 1 Awr geen beroep mogelijk tegen weigering om stukken m.b.t. aan derde-partij opgelegde legesaanslag openbaar te maken. Rechtbank verklaart zich onbevoegd.
Partij(en)
RECHTBANK OVERIJSSEL
Zittingsplaats Zwolle
Bestuursrecht
zaaknummer: AWB 16/1645
uitspraak van de meervoudige kamer in het geschil tussen
Praxis Vastgoed B.V. en Praxis Doe-het-Zelf Center B.V.,
beiden gevestigd te Amsterdam, eiseressen,
gemachtigde: mr. J.R. van Angeren, advocaat te Amsterdam,
en
de directeur van het Gemeentelijk Belastingkantoor Twente, verweerder
gemachtigde: S.H.A. Keur.
Als derde-partij heeft aan het geding deelgenomen: Hornbach Real Estate Almelo B.V.,
te Nieuwegein,
gemachtigde: mr. C. Kniestedt, advocaat te Amsterdam.
Procesverloop
Op 16 oktober 2015 hebben eiseressen verzocht om de volgende stukken openbaar te maken:
- -
de legesaanslag die is opgelegd aan Hornbach Real Estate Almelo B.V. in verband met de behandeling van de door dit bedrijf gedane aanvraag om verlening van een omgevingsvergunning voor de bouw van een bouwmarkt en tuinmarkt met afhaalcentrum op de hoek van de Bornerbroeksestraat, Nijreessingel en H.R. Holstlaan in Almelo;
- -
de stukken waaruit blijkt dat de legesaanslag daadwerkelijk is voldaan.
Bij besluit van 30 december 2015 (het primaire besluit) heeft verweerder geweigerd om deze stukken openbaar te maken.
Bij besluit van 13 mei 2016 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiseressen ongegrond verklaard.
Eiseressen hebben tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
De rechtbank heeft Hornbach Real Estate Almelo B.V, hierna te noemen derde-partij, in de gelegenheid gesteld om als belanghebbende partij deel te nemen aan dit geding.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Verweerder heeft ten aanzien van een aantal stukken verzocht om, met toepassing van artikel 8:29, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) te bepalen dat uitsluitend de bestuursrechter zal mogen kennisnemen van deze stukken. Bij brief van 15 augustus 2016 zijn eiseressen gevraagd of zij toestemming verlenen voor kennisneming door de rechtbank alleen. Bij brief van 18 augustus 2016 hebben eiseressen toestemming verleend om de inhoud van deze stukken te gebruiken bij de beoordeling van het beroep.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 5 september 2016.
Eiseressen hebben zich laten vertegenwoordigen door mr. M.C. Spee en mr. B.E.T. Bulsing. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door S.H.A. Keur. Derde-partij heeft zich laten vertegenwoordigen door [naam], [naam] en [naam], bijgestaan door mr. C. Kniestedt.
Overwegingen
1. Eiseressen hebben, onder verwijzing naar de Wet openbaarheid van bestuur (Wob), verzocht om de stukken als hiervoor omschreven openbaar te maken. Bij het primaire besluit heeft verweerder dit geweigerd. Verweerder heeft deze weigering bij het bestreden besluit gehandhaafd.
2.1
De eerste vraag die de rechtbank bij de beoordeling van dit beroep dient te beantwoorden is de vraag of de Wob van toepassing is op dit beroep. Als uitgangspunt
geldt hierbij dat de Wob niet van toepassing is indien sprake is van een bijzondere formeelwettelijke openbaarmakingsregeling met een uitputtend karakter.
2.2
De rechtbank stelt voorop dat artikel 67, eerste lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (Awr) bepaalt dat het een ieder verboden is hetgeen hem uit of in verband met enige werkzaamheid bij de uitvoering van de belastingwet over de persoon of zaken van een ander blijkt of wordt meegedeeld, verder bekend te maken dan noodzakelijk is voor de uitvoering van de belastingwet of voor de invordering van enige rijksbelasting als bedoeld in de Invorderingswet 1990. Ingevolge het bepaalde in artikel 1, tweede lid, van de Awr worden onder rijksbelastingen verstaan belastingen welke van rijkswege door de rijksbelastingdienst worden geheven.
2.3
Ingevolge het bepaalde in artikel 231, eerste lid, van de Gemeentewet geschieden de heffing en de invordering van gemeentelijke belastingen met toepassing van Awr, de Invorderingswet 1990 en de Kostenwet invordering rijksbelastingen als waren die belastingen rijksbelastingen.
2.4
De rechtbank is, mede gelet op de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 31 juli 2013 (ECLI:NL:RVS:2013:528), van oordeel dat de stukken ten aanzien waarvan eiseressen verzocht hebben om openbaarmaking, stukken zijn waarop het bepaalde in artikel 67, eerste lid, van de Awr, gelezen in samenhang met artikel 231, eerste lid, van de Gemeentewet, van toepassing is. De omstandigheid dat de stukken waar eiseressen om verzocht hebben betrekking hebben op leges en niet, zoals in de casus die heeft geleid tot de hiervoor genoemde uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, op een aanslag op grond van de Wet waardering onroerende zaken, maakt dit niet anders. Daartoe overweegt de rechtbank de wettelijke grondslag voor de heffing van leges weliswaar wordt gevormd door artikel 229 van de Gemeentewet, welke bepaling is opgenomen in paragraaf 3 van hoofdstuk XV van de Gemeentewet en deze paragraaf betrekking heeft op andere belastingen dan onroerendezaakbelastingen, maar voor de toepasselijkheid van artikel 231 van de Gemeentewet is niet van belang of sprake is van onroerendezaakbelasting, als bedoeld in paragraaf 2, of van een andere belasting, als bedoeld in paragraaf 3 van hoofdstuk XV van de Gemeentewet.
2.5
Artikel 67 van de Awr houdt een bijzondere openbaarmakingsregeling in met een uitputtend karakter die prevaleert boven de Wob. De gevallen waarin de wetgever verstrekking van gegevens van belastingplichtigen in het algemeen belang mogelijk heeft geacht, zijn limitatief neergelegd in het tweede en derde lid van die bepaling. Geen van deze gevallen doet zich hier voor.
2.6
Nu gelet op hetgeen hiervoor is overwogen sprake is van een op de Awr gebaseerde weigering om stukken openbaar te maken, is het bepaalde in artikel 26, eerste lid, van de Awr van toepassing. De Wob mist derhalve toepassing.
2.7
Op grond van artikel 26, eerste lid, van de Awr kan, in afwijking van artikel 8:1 van de Awb, tegen een ingevolge die wet genomen besluit slechts beroep bij de rechtbank worden ingesteld, indien het betreft:
a. een belastingaanslag, daaronder begrepen de in artikel 15 voorgeschreven verrekening, of
b. een voor bezwaar vatbare beschikking.
2.7
Tegen de weigering om stukken met betrekking tot de aan derde-partij opgelegde legesaanslag openbaar te maken kan, gelet op het bepaalde in artikel 26, eerste lid, van de Awr, dan ook geen beroep worden ingesteld.
3. Nu tegen dit besluit geen beroep kan worden ingesteld, zal de bestuursrechter zich onbevoegd verklaren.
4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De rechtbank:
- verklaart zich onbevoegd.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.P.W. Esmeijer, voorzitter, en mr. W.F. Bijloo en
mr. A. Oosterveld, leden, in aanwezigheid van mr. A. van der Weij, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op
griffier voorzitter
Afschrift verzonden aan partijen op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Als hoger beroep is ingesteld, kan bij de voorzieningenrechter van de hogerberoepsrechter worden verzocht om het treffen van een voorlopige voorziening of om het opheffen of wijzigen van een bij deze uitspraak getroffen voorlopige voorziening.