Einde inhoudsopgave
Algemene wet inzake rijksbelastingen
Artikel 1 [Reikwijdte van de AWR]
Geldend
Geldend vanaf 30-06-2015
- Bronpublicatie:
22-12-2011, Stb. 2011, 640 (uitgifte: 29-12-2011, kamerstukken: 33004)
- Inwerkingtreding
30-06-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-04-2015, Stb. 2015, 143 (uitgifte: 16-04-2015, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Justitie
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
1.
De bepalingen van deze wet gelden in Nederland bij de heffing van rijksbelastingen, de heffing van belastingrente, revisierente en bestuurlijke boeten welke ingevolge de belastingwet kunnen worden vastgesteld of opgelegd, alsmede bij de uitvoering van de basisregistratie inkomen, een en ander met uitzondering van de belastingen voor zover voor een belanghebbende na een door de inspecteur gedane uitspraak op bezwaar met betrekking tot deze belastingen beroep openstaat bij het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, bedoeld in hoofdstuk VIII van de Belastingwet BES.
2.
Onder rijksbelastingen worden verstaan belastingen welke van rijkswege door de rijksbelastingdienst worden geheven.
3.
Met betrekking tot de heffing van rijksbelastingen blijven titel 5.2 en afdeling 10.2.1 van de Algemene wet bestuursrecht buiten toepassing.