RFR 2010, 44
Bopz. Wanneer is voor beperking bewegingsvrijheid in en rond het ziekenhuis een (afzonderlijke) schriftelijke beslissing nodig?
HR 29-01-2010, ECLI:NL:HR:2010:BK5992
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
29 januari 2010
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens, A. Hammerstein, W.A.M. van Schendel, C.A. Streefkerk
- Zaaknummer
09/04265
- Conclusie
A-G Langemeijer
- LJN
BK5992
- JCDI
JCDI:ADS874237:1
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Algemeen
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
Penitentiair recht / Rechtspositie gedetineerde
Personen- en familierecht / Personenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2010:BK5992, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑01‑2010
ECLI:NL:HR:2010:BK5992, Uitspraak, Hoge Raad, 29‑01‑2010
Beroepschrift, Hoge Raad, 26‑10‑2009
- Wetingang
Wet Bopz art. 40 lid 3, 41b
Essentie
Bopz.
Wanneer is voor beperking bewegingsvrijheid in en rond het ziekenhuis een (afzonderlijke) schriftelijke beslissing nodig?
Samenvatting
Betrokkene is na een voorwaardelijk ontslag weer opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis. Kort na de heropname wordt hij gesepareerd. Zijn advocaat dient een klaagschrift in bij de klachtencommissie van het psychiatrisch ziekenhuis. Geklaagd wordt onder andere over de beslissing tot beperking van de bewegingsvrijheid op momenten waarop hij buiten de separeerruimte verbleef. De klachtencommissie verklaarde deze klacht ongegrond. De rechtbank aan wie de klachten vervolgens zijn voorgelegd, heeft alle verzoeken van betrokkene afgewezen.
HR: Vooropgesteld moet worden dat betrokkene ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.