Einde inhoudsopgave
Wet op de architectentitel
Artikel 12c
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2015
- Bronpublicatie:
04-03-2010, Stb. 2010, 130 (uitgifte: 25-03-2010, kamerstukken: 32016)
- Inwerkingtreding
01-01-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-12-2014, Stb. 2014, 499 (uitgifte: 16-12-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen
Ministerie van Justitie
Ministerie van Economische Zaken
- Vakgebied(en)
Bouwrecht / Architectenrecht
1.
Een persoon die in het bezit is van een opleidingstitel op het gebied van architectuur als bedoeld in artikel 21 van de richtlijn, of van een opleidingstitel als bedoeld in artikel 10, eerste lid, onderdeel d, 11, eerste lid, onderdeel d, of 12, eerste lid, onderdeel d, wordt in het register ingeschreven indien hij in de staat, waar hij die opleidingstitel heeft behaald, gerechtigd is beroepsmatig werkzaamheden te verrichten op het gebied van architectuur, stedenbouw, tuin- en landschapsarchitectuur of interieurarchitectuur of indien hij met goed gevolg de tweejarige beroepservaringperiode, bedoeld in artikel 12e, heeft afgesloten of een naar het oordeel van het bureau daarmee vergelijkbare beroepservaring heeft opgedaan.
2.
Een persoon die in het bezit is van een getuigschrift als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdeel j, 10, eerste lid, onderdeel f, 11, eerste lid, onderdeel f, of 12, eerste lid, onderdeel f, wordt in het register ingeschreven indien hij in het derde land, waar hij dat getuigschrift heeft behaald, gerechtigd is beroepsmatig werkzaamheden te verrichten op het gebied van architectuur, stedenbouw, tuin- en landschapsarchitectuur of interieurarchitectuur of indien hij met goed gevolg de tweejarige beroepservaringperiode, bedoeld in artikel 12e, heeft afgesloten of een naar het oordeel van het bureau daarmee vergelijkbare beroepservaring heeft opgedaan.