Einde inhoudsopgave
Algemeen militair ambtenarenreglement
Artikel 112 Uitkering ter zake van inkomstenderving van niet in werkelijke dienst verblijvende militairen en gewezen militairen
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2006
- Bronpublicatie:
05-12-2005, Stb. 2005, 628 (uitgifte: 01-01-2005, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2006
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-12-2005, Stb. 2005, 628 (uitgifte: 01-01-2005, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Ambtenarenrecht / Arbeidsvoorwaarden
Ambtenarenrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
De niet in werkelijke dienst verblijvende militair en de gewezen militair die inkomsten derven wegens het voldoen aan een oproep van het bevoegde gezag, danwel in verband met het verwezenlijken van aanspraken op grond van artikel 104, hebben in bij ministeriële regeling te bepalen gevallen aanspraak op een uitkering ter zake van gederfde inkomsten over de tijd die zij als gevolg daarvan noodzakelijk hebben verlet, voorzover zij hierop niet uit anderen hoofde recht kunnen doen gelden.
2.
Het bedrag van de uitkering, bedoeld in het vorige lid, is gelijk aan dat van de gederfde netto-inkomsten, maar beloopt per dag ten hoogste het bedrag, genoemd in artikel 17, eerste lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen met betrekking tot een loontijdvak van een dag, eventueel gewijzigd krachtens artikel 18 van die wet.
3.
Indien een militair of een gewezen militair, als bedoeld in het eerste lid, naar het oordeel van de functionaris, bij wie hij zich moet vervoegen, niet alleen kan reizen, zijn het eerste en het tweede lid van overeenkomstige toepassing op degene die hem begeleidt.