Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 514/2014 tot vaststelling van de algemene bepalingen inzake het Fonds voor asiel, migratie en integratie en inzake het instrument voor financiële steun voor politiële samenwerking, voorkoming en bestrijding van criminaliteit, en crisisbeheersing
Artikel 5 Bescherming van de financiële belangen van de Unie
Geldend
Geldend vanaf 21-05-2014
- Bronpublicatie:
16-04-2014, PbEU 2014, L 150 (uitgifte: 20-05-2014, regelingnummer: 514/2014)
- Inwerkingtreding
21-05-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-04-2014, PbEU 2014, L 150 (uitgifte: 20-05-2014, regelingnummer: 514/2014)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
EU-recht / Financiering
Overheidsfinanciën / EU-financiën
1.
De Commissie neemt passende maatregelen om ervoor te zorgen dat bij de uitvoering van uit hoofde van deze verordening en de specifieke verordeningen gefinancierde acties, de financiële belangen van de Unie worden beschermd door middel van preventieve maatregelen tegen fraude, corruptie en andere onwettige activiteiten, door middel van doeltreffende controles, door middel van terugvordering van de ten onrechte betaalde bedragen, indien onregelmatigheden worden ontdekt, en, voor zover van toepassing, door middel van doeltreffende, evenredige en ontmoedigende bestuurlijke en financiële sancties.
2.
De lidstaten nemen maatregelen om onregelmatigheden te voorkomen, op te sporen en te corrigeren en vorderen onverschuldigd betaalde bedragen terug, evenals eventuele vertragingsrente. Zij stellen de Commissie in kennis van die onregelmatigheden en houden haar op de hoogte van elke belangrijke ontwikkelingen in de bijhorende administratieve en gerechtelijke procedures.
3.
Wanneer onverschuldigd aan een begunstigde betaalde bedragen door een fout of nalatigheid van een lidstaat niet kunnen worden teruggevorderd, is die lidstaat verantwoordelijk voor de terugbetaling van de desbetreffende bedragen aan de begroting van de Unie.
4.
De lidstaten bieden een doeltreffende fraudepreventie, in het bijzonder op de gebieden met een hoger risiconiveau. Dergelijke preventie is afschrikkend en houdt rekening met de baten en met de proportionaliteit van de maatregelen.
5.
De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 58 gedelegeerde handelingen vast te stellen met betrekking tot de in de leden 2 en 3 van dit artikel omschreven verplichtingen van de lidstaten.
6.
De Commissie stelt door middel van uitvoeringshandelingen de frequentie vast waarmee de onregelmatigheden gemeld moeten worden alsmede het rapportageformaat. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 59, lid 2, bedoelde raadplegingsprocedure vastgesteld.
7.
De Commissie of haar vertegenwoordigers en de Rekenkamer hebben de bevoegdheid om audits, op basis van documenten of ter plaatse, uit te voeren bij alle begunstigden, contractanten en subcontractanten die overeenkomstig deze verordening en de specifieke verordeningen middelen van de Unie hebben ontvangen.
8.
Het OLAF kan onderzoeken uitvoeren, zoals controles en verificaties ter plaatse overeenkomstig de bepalingen en procedures in Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 van het Europees Parlement en de Raad (1) en Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/96 van de Raad (2), om vast te stellen of er sprake is van fraude, corruptie of andere onwettige activiteiten waardoor de financiële belangen van de Unie zijn geschaad, in verband met een subsidieovereenkomst, subsidiebesluit of een contract, gefinancierd overeenkomstig deze verordening of de specifieke verordeningen.
9.
Samenwerkingsovereenkomsten met derde landen en internationale organisaties, contracten, subsidieovereenkomsten en -besluiten die voortvloeien uit de tenuitvoerlegging van deze verordening en de specifieke verordeningen, bevatten bepalingen die de Commissie, de Rekenkamer en OLAF uitdrukkelijk machtigen, onverminderd de leden 1, 7 en 8, dergelijke audits en onderzoeken overeenkomstig hun respectieve bevoegdheden te verrichten.
Voetnoten
Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 september 2013 betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (Euratom) nr. 1074/1999 van de Raad (PB L 248 van 18.9.2013, blz. 1).
Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/96 van de Raad van 11 november 1996 betreffende de controles en verificaties ter plaatse die door de Commissie worden uitgevoerd ter bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen tegen fraudes en andere onregelmatigheden (PB L 292 van 15.11.1996, blz. 2).