Artikel 22bis van de Invorderingswet 1990 is ten nauwste verbonden met het fiscale bodem(voor)recht en in het verlengde daarvan het fiscale voorrecht. Zonder het bestaan van het fiscale bodem(voor)recht heeft artikel 22bis van de Invorderingswet 1990 geen enkel nut. Het artikelsgewijs commentaar op
artkel 21 en artikel 22 gaat uitgebreid in op het fiscale voorrecht en bodem(voor)recht. Voor een beter begrip van de werking van artikel 22bis van de Invorderingswet 1990 wordt overigens hierna in aant. 2.1.1 allereerst kort ingegaan op het fiscale voorrecht en het fiscale bodemrecht. Vervolgens komt in aant. 2.1.2 het fiscale bodemvoorrecht kort aan bod. Aansluitend wordt in aant. 2.1.3 ingegaan op de wijze waarop de Belastingdienst haar preferente positie kan uitoefenen en hoe die positie door kredietverstrekkers wordt gefrustreerd. Ten slotte wordt in aant. 2.1.4 ingegaan op de algemene bekendheid van het fenomeen bodemrecht.
Vakstudie Invorderingswet, art. 22bis Invorderingswet 1990, aant. 2.1
Aant. 2.1 Inleiding: voorrecht, bodemvoorrecht, toepassing en bekendheid bodemrecht
Actueel t/m 15-11-2024
15-11-2024, het commentaar is bijgewerkt t/m BNB 2024/123, VN 2024/50.46
01-01-2013 tot: -
Vakstudie Invorderingswet, art. 22bis Invorderingswet 1990, aant. 2.1
Invordering / Dwanginvordering
Invordering / Verhaalsrecht
Invordering (V)
beslag
Invorderingswet 1990 artikel 22bis
Beschouwing
Artikel 22bis van de Invorderingswet 1990 is ten nauwste verbonden met het fiscale bodem(voor)recht en in het verlengde daarvan het fiscale voorrecht. Zonder het bestaan van het fiscale bodem(voor)recht heeft artikel 22bis van de Invorderingswet 1990 geen enkel nut. Het artikelsgewijs commentaar op
artkel 21 en artikel 22 gaat uitgebreid in op het fiscale voorrecht en bodem(voor)recht. Voor een beter begrip van de werking van artikel 22bis van de Invorderingswet 1990 wordt overigens hierna in aant. 2.1.1 allereerst kort ingegaan op het fiscale voorrecht en het fiscale bodemrecht. Vervolgens komt in aant. 2.1.2 het fiscale bodemvoorrecht kort aan bod. Aansluitend wordt in aant. 2.1.3 ingegaan op de wijze waarop de Belastingdienst haar preferente positie kan uitoefenen en hoe die positie door kredietverstrekkers wordt gefrustreerd. Ten slotte wordt in aant. 2.1.4 ingegaan op de algemene bekendheid van het fenomeen bodemrecht.
Aant. 2.1.1 Het fiscale voorrecht en het fiscale bodemrechtAant. 2.1.2 Het fiscale bodemvoorrechtAant. 2.1.3 Uitoefening preferente positie door beslag en verijdeling van dat beslag door kredietverstrekkersAant. 2.1.4 Bekendheid met het bodemrecht