Einde inhoudsopgave
Vreemdelingencirculaire 2000 (C)
10.3.5 Verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd verleend op grond van artikel 29, tweede lid, Vw (afgeleide verblijfsvergunning voor nareizende gezinsleden)
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2022
- Bronpublicatie:
29-03-2022, Stcrt. 2022, 8628 (uitgifte: 31-03-2022, regelingnummer: WBV 2022/8)
- Inwerkingtreding
01-04-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-03-2022, Stcrt. 2022, 8628 (uitgifte: 31-03-2022, regelingnummer: WBV 2022/8)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht (V)
De IND kan de afgeleide verblijfsvergunning voor nareizende gezinsleden intrekken of de aanvraag om verlenging van de geldigheidsduur afwijzen als er sprake is van een gevaar voor de openbare orde als bedoeld in artikel 32, eerste lid, aanhef en onder b, Vw. Daarbij is niet van belang of de verblijfsvergunning:
- –
ambtshalve dan wel op aanvraag is verleend; of
- –
is verleend op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder e of f, Vw, zoals dat luidde op de dag voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van de wet tot wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 in verband met het herschikken van de gronden voor asielverlening.
Artikel 3.86, eerste tot en met twaalfde en zeventiende lid, Vb alsmede artikel 3.87 Vb en paragraaf B1/6.2.2 Vc zijn van overeenkomstige toepassing.
Zie voor de verdere invulling van de ex nunc toets paragraaf C2/10.3.1.2 Vc.