Met uitzondering van de bewoordingen “Je hebt zoveel van mij kapot gemaakt. Ik maak het goed.”
HR, 13-02-2024, nr. 22/00824
ECLI:NL:HR:2024:223
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13-02-2024
- Zaaknummer
22/00824
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2024:223, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑02‑2024; (Cassatie)
In cassatie op: ECLI:NL:GHARL:2022:1844
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2023:1176
ECLI:NL:PHR:2023:1176, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 19‑12‑2023
Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2024:223
Beroepschrift, Hoge Raad, 09‑10‑2022
- Vindplaatsen
SR-Updates.nl 2024-0027
JIN 2024/33 met annotatie van mr. C. van Oort
Uitspraak 13‑02‑2024
Inhoudsindicatie
Bedreiging van ex-vrouw, art. 285.1 Sr. Bewijsklacht. Heeft verdachte aangeefster bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht door de woorden te uiten “ik maak gehakt van je” en/of “ik laat geen spaan van je heel”? In het bestreden arrest ligt als ’s hofs oordeel besloten dat door deze gedragingen van verdachte bij aangeefster in redelijkheid de vrees kon ontstaan dat zij door toedoen van verdachte het leven zou verliezen. Dit oordeel is niet toereikend gemotiveerd, nu uit gebruikte bewijsmiddelen niet zonder meer kan worden afgeleid dat bewezenverklaarde uitlatingen van verdachte in gegeven omstandigheden (die erop neerkomen dat verdachte en aangeefster als voormalig echtgenoten in een langlopende discussie waren verwikkeld over onder meer hun kinderen, waarbij verdachte bij herhaling zijn voornemen uitsprak gerechtelijke procedures in gang te zetten) van dien aard waren dat bij aangeefster in redelijkheid vrees kon ontstaan dat zij door toedoen van verdachte het leven zou verliezen. Volgt partiële vernietiging en terugwijzing.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 22/00824
Datum 13 februari 2024
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 7 maart 2022, nummer 21-003398-20, in de strafzaak
tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1974,
hierna: de verdachte.
1. Procesverloop in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft J.C.H. Pronk, advocaat te Apeldoorn , bij schriftuur cassatiemiddelen voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De advocaat-generaal A.E. Harteveld heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak, maar uitsluitend wat betreft de beslissingen ter zake van het in de zaak met parketnummer 05-264147-19 onder 2 bewezenverklaarde en de strafoplegging, waaronder begrepen de beslissing omtrent de vordering van de benadeelde partij [aangeefster] , en tot terugwijzing van de zaak naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, opdat de zaak in zoverre op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan en tot verwerping van het beroep voor het overige.
2. Beoordeling van het eerste cassatiemiddel
2.1
Het cassatiemiddel klaagt dat de bewezenverklaring ontoereikend is gemotiveerd, omdat uit de door het hof gebruikte bewijsmiddelen niet zonder meer kan volgen dat de verdachte [aangeefster] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht.
2.2.1
Ten laste van de verdachte is in de zaak met parketnummer 05-264147-19 onder 2 bewezenverklaard dat:
“hij, in of omstreeks de periode van 1 augustus 2019 tot en met 29 augustus 2019, te [plaats] , althans in Nederland, [aangeefster] (zijn ex-vrouw) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door die [aangeefster] (middels voicemailberichten en/of e-mailberichten) dreigend de woorden toe te voegen “ik maak gehakt van je” en/of “ik laat geen spaan van je heel”, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking.”
2.2.2
Het hof heeft het bewezenverklaarde gekwalificeerd als: “bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht”.
2.2.3
Deze bewezenverklaring steunt op onder meer de volgende bewijsmiddelen:
“1. Het in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal (als bijlage op pagina 35-39 van voornoemd proces-verbaal), voor zover inhoudende – zakelijk weergegeven – als aangifte van [aangeefster] :
pag. 35:
Ik heb [verdachte] leren kennen in 1996. In 2003 zijn wij getrouwd. We hebben vier kinderen. (...) In mei 2012 kreeg [verdachte] een hartaanval. Hierdoor veranderde hij erg. Hij leefde alsof elke dag zijn laatste was. Dit had een grote weerslag op onze relatie. (...) In mei 2017 verliet ik de woning.
Pag. 36:
(...) [verdachte] stalkt mij al anderhalf jaar met het sturen van ongeveer tien e-mails per dag. Hij mailt over alle soorten onderwerpen. In 2017 heb ik hem al gemaild dat ik alleen contact met hem wilde over de kinderen. Hij reageerde hierop dat hij hier niets mee te maken had en dat hij mij mailde wanneer hij maar wilde. In september 2017 heb ik via een advocaat een stalkingsbrief naar hem gezonden. In de brief stond vermeld dat hij moest stoppen met het rondsluipen rondom mijn woning, contact zoeken met de kinderen en het sturen van allerlei e-mails. We hebben nog wel e-mail contact.
Pag. 37:Ik heb hem dus per mail aangegeven dat ik nog maar 1x per week contact met hem wilde hebben en dan alleen als het over de kinderen gaat. Dat heb ik vaker aan hem kenbaar gemaakt. Dit jaar ook nog. Hij houdt zich hier niet aan. Hij belt en whatsappt mij ook regelmatig. Ik heb hem ongeveer een jaar geleden geblokkeerd op mijn telefoon. Hij kan mij dus niet meer bellen en appen. Hij kan nog wel mijn voicemail inspreken. Hij spreekt gemiddeld vier keer per week mijn voicemail in.
Als er mailtjes zijn vanuit zijn kant worden deze meestal naar vele partijen in cc gestuurd:
- Jeugdzorg;
- Basisschool ‘ [A] ’ in [plaats] , dit is de school van mijn jongste zoon [betrokkene 1] ;
- Voortgezet onderwijs het [B] in [plaats] , dit is de school van mijn dochter [betrokkene 2] ;
- Mijn ouders in [plaats] ;
- Mijn zusje [betrokkene 3] in [plaats] ;
- Mijn advocaat in [plaats] ;
- Mijn advocaat in [plaats] ;
- een vriendin van mij, genaamd [betrokkene 4] ;
- een vriendin van mij, genaamd [betrokkene 5] ;
- de organisatie [C] ;
- Organisatie [D] in [plaats] ;
- Organisatie [E] in [plaats] ;
- De pleeggezinnen waarin ze hebben gezeten, in [plaats] , [plaats] en [plaats] .
Deze mailtjes worden nog dagelijks verstuurd naar bovenstaande personen/organisaties. De strekking van de mailtjes is vrij uiteenlopend. Het zijn er over de afgelopen jaren honderden. In de mailtjes wordt ik in een kwaad daglicht gezet. Er wordt onduidelijkheid gecreëerd, want er staan veel onwaarheden in. Afspraken omtrent de kinderen worden steeds gewijzigd. Ik word daarin steeds afgeschilderd als onbetrouwbaar. Ik ben nog in het bezit van alle mailtjes die hij heeft gestuurd. Hij wil een podium en neemt daarom iedereen mee in zijn mailgedrag. Ik heb het idee dat hij door die mailtjes wil zorgen dat ik alles kwijt raak en angst wil inboezemen. Ook heeft hij meerdere keren aangegeven dat hij mij terug wil. Ik zou dan bij hem kunnen gaan wonen. Ik snap niet hoe hij dit in zijn hoofd haalt. Naar mijn mening is hij een narcist en heeft hij een bipolaire stoornis en is hij verslaafd aan alcohol.
De strekking van de voicemails is hetzelfde als in de mailwisselingen, maar in de voicemails is hij vaak woedend. Ik heb redelijk veel van mijn voicemails bewaard. Ik kan ze opslaan en in een bestand mailen. Ik mail deze dan vaak naar Jeugdzorg om te laten horen hoe hij tegen mij tekeer gaat. Ook krijg ik van die halfslachtige bedreigingen. Bijvoorbeeld dat hij mij met de grond gelijk gaat maken.
(...)
3. Het in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal (als bijlage op pagina 46-47 van voornoemd proces-verbaal), voor zover inhoudende – zakelijk weergegeven – als bevindingen van de verbalisant:
Op 20 september 2019 heeft aangever/benadeelde [aangeefster] audio opnamen ter beschikking gesteld voor het onderzoek ter zake stalking en belaging. Ik, verbalisant kreeg informatie op een usb stick aangeleverd. Op deze usb stick staat een map met daarin 21 voicemailberichten die volgens aangever/benadeelde waren ingesproken door haar (ex) partner [verdachte] .
Ik verbalisant heb deze voicemailberichten beluisterd en daar een selectie aan berichten uitgehaald en deze hieronder beschreven.
Ik hoor op de voicemail van:
9 juni 2019
Wat een teringwijf ben je. sorry moest ik even kwijt. Narcist zoek het uit.
23 april 2019Hey fuck off met je fijne dag. Hier [verdachte] . Of je gaat normaal doen of het hek is van de dam. Jij mag kiezen, jij bepaalt. Narcistisch kutwijf dat je er bent. Tot hier en niet verder.
26 mei 2019
Met [verdachte] . Heb op alle mogelijke manier geprobeerd om met je in contact te komen, maar je reageert nergens op.
11 juni 2019
Ik houdt van je, hoi.
29 juni 2019
Nog 1 keer het lef hebben om mij sukkel te noemen. Moest je eens proberen. Sterf erin.
6 juli 2019
Ik laat je uit de ouderlijke macht ontheffen. Je maakt geen schijn van kans. The war is on, succes.
6 juli 2019
Ik heb je 100.000 keer gebeld. Je neemt niet op. Jeugdzorg staat achter mij. Stuur mij nog 1 keer een mail dat ik niet capabel ben en je bent de lul.
15 augustus 2019
Dag [aangeefster] , Je reageert nergens op. Ik heb de bestanden naar jouw familie gestuurd. Ik maak gehakt van je. Ik ben helemaal klaar met je. Wat een stom kutwijf ben jij. Ik pak je aan alle kanten. Maak je borst maar nat. Daaag.
29 augustus 2019
lk heb je een mail gestuurd. Als ik voor maandag geen reactie krijg dan zet ik alle foto's online naar je ouders en de hele santemekraam. Ik ben woest op je. Je bent het hebben van kinderen niet waard. Ik ben woester dan woest.
29 augustus 2019
Het einde is nabij.
4. Het in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal (als bijlage op pagina 48 van voornoemd proces-verbaal), voor zover inhoudende – zakelijk weergegeven – als bevindingen van de verbalisant:
Op 20 september 2019 heeft aangever/benadeelde [aangeefster] een USB Stick ter beschikking gesteld voor het onderzoek ter zake stalking en belaging. Op deze usb stick staat een map met daarin een verzameling van email berichten afkomstig van haar (ex) partner [verdachte] . Het zijn email berichten bewaard over de periode van april 2019 tot september 2019. Het zijn in totaal 243 pagina's aan berichten en er staan meerdere email berichten op 1 pagina.lk verbalisant heb deze email berichten bekeken heb er 1 bericht uitgehaald. Deze email is op 29 augustus 2019, te 21.11 uur gestuurd. In de mail is het volgende te lezen:Ik maak je af!
5. Het in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal (als bijlage op pagina 49-51 van voornoemd proces-verbaal), voor zover inhoudende – zakelijk weergegeven – als bevindingen van de verbalisant:
Op 20 september 2019 heeft aangever/benadeelde [aangeefster] een USB Stick ter beschikking gesteld voor het onderzoek ter zake stalking en belaging. Op deze usb stick staat een map met daarin een verzameling van email berichten afkomstig van haar (ex) partner [verdachte] . Het zijn email berichten bewaard over de periode van april 2019 tot september 2019. Het zijn in totaal 243 pagina's aan berichten en er staan meerdere email berichten op 1 pagina.
Ik verbalisant heb deze email berichten bekeken en er een selectie aan berichten uitgehaald en deze hieronder beschreven. Het betreffen 8 berichten allemaal op één dag verstuurd.
Email: 1 augustus 2019, 18.18 uur
Wat een godvergeten oud kutwijf ben je ook he. Zo moest ik ff kwijt. Regel te zelf wel met C.
Bonjour !
Met vriendelijke groet,
[verdachte]
Email: 1 augustus 2019, 18.37
[aangeefster] ,
Er komt een dag dat je snapt wat karma is. Tot dusver leer je weinig van de dingen die je gebeuren. Dat is jammer maar jouw probleem. Ik ben op vakantie met de (alle!) kids, zonder gezeik, dat kan jij nog niet zeggen. Hoe misselijker je tegen mij doet, hoe misselijker de rest van jou leven wordt. Dat heet karma en ga t snappen. C gaat vrijdagochtend 30/8 naar de ortho. Ik regel het wel en dat weekend is ze bij mij conform regeling.
Email: 1 augustus 2019, 18.51 uur
En ja, ik kan alles tegen je zeggen. Bedenk eens goed wat je tegen of over mij hebt durven zeggen. Pas maar op met wat je doet. Alle grenzen zijn overschreden.
Met vriendelijke groet,
[verdachte]
Email: 1 augustus 2019, 19.03
[aangeefster] ,
We hebben al twee weken groot plezier en er staat weer een leuk set [verdachte] . Lief leuk en aardig voor elkaar. Het is mij volledig duidelijk waar het probleem zit en zal dit na de vakantie aan iedereen duidelijk maken.
30/8 zijn de kids bij mij, geen discussie mogelijk. Daarna week op week af. Ben strijdvaardiger dan ooit en maak gehakt van je.
Alle feiten boven tafel, je moet je kapot schamen.
Neem nog een Gtje dit weekend en pak nog een Marrokaan ! Is goed voor je ! Wordt je gelukkig van !
Had je nooit moeder laten worden....
Met vriendelijke groet,
[verdachte]
Email: 1 augustus 2019, 19.24 uur
Als je een beetje kloten in je lijf hebt geef je antwoord op de gestelde vragen. Maar dat kan je niet. Triest... zegt iets over jou en je verantwoordelijkheden. Maar lekker arrogant en stoïcijns doet.
Ondertussen raak je je kids kwijt. Goed bezig ! Praat nog eens met [betrokkene 7] , die heeft ook zo’n goed familie contact ?
Met vriendelijke groet,
[verdachte]
Email 1 augustus 2019, 20.28 uur
Had jij maar leren praten en mij respecteren... het zal je karma zijn. Harder dan ooit....jij mijn leven verwoesten... ik hoef er niks voor te doen...je vergooid je eigen leven. Lach me suf...lekker op vakantie ? ???
Met vriendelijke groet,
[verdachte]
Email 1 augustus 2019, 20.30 uurNa de vakantie ga ik alles uit de kast halen, je proberen te ontzeggen uit de ouderlijke macht, kids 24/7 bij mij. Laat geen spaan van je heel. Hoe slecht zijn je handelingen naar [betrokkene 8] en [betrokkene 1] ....
Met vriendelijke groet,
[verdachte]
Email 1 augustus 2019, 20.43 uur
Allen.
Inmiddels 2 weken op weg en via de Golf van Biskaje in de Pyreneeën beland. Top vakantie en supertijd!
Tijd van ons leven en weer een hecht team. Geen prestige drang of andere dwangmatige verplichtingen.
Na de vakantie ben ik niet meer bereid om verder in gesprek te gaan of de kids met [betrokkene 9] verder te laten gaan.
Tijd en geld op een verkeerde manier besteed. Problemen moet je bij de kern aanpakken.
Ik zal (gerechtelijk) af gaan dwingen terug te gaan naar een week op week af regeling maar als doel stelen om het weekend bij moeder.
Dit lijkt mij in het belang van de kids.
1/9 zal ik mijn advocate daar de opdracht toe gaan geven.
Als vader acht ik in het belang dat kinderen niet lang of vaak aan de dwangmatigheid van moeder bloot gesteld worden.
Inmiddels heb ik genoeg situaties onderbouwd waaruit blijkt dat moeder niet bereid is tot enig overleg, communicatie weigert etc.
De jurisprudentie zegt genoeg. Tot dusver was ik in de hoop of illusie dat [naam] of moeder naar de rechter zou stappen maar dit duurt mij te lang en de financiële middelen ter financiering van de rechtsgang heb ik geregeld.
@ [aangeefster] : kom maar op met nog een enkel negatief woord over mij. Ik zal hoogst persoonlijk zorgen dat je je kids nooit meer ziet. Mijn grenzen zijn bereikt !
Met vriendelijke groet,
[verdachte]
Email: 1 augustus 2019, 21.08 uurEn nou oprotten met je zuurpruim. Wij genieten hier en wil totaal geen last of gezeik van jou aan mijn hoofd of aan de kids (zie sms T en C).
6. Het in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal (als bijlage op pagina 53-54 van voornoemd proces-verbaal), voor zover inhoudende – zakelijk weergegeven – als verklaring van de getuige [betrokkene 10] :
Ik ben getuige van stalking, belaging en bedreiging van [aangeefster] . Mijn zus [aangeefster] wordt gestalkt door haar (ex)man [verdachte] sinds de scheiding in 2017.
Sinds 21 januari 2018 word ik meegenomen in de hele mailwisseling tussen diverse partijen. Ik zag dat de mailtjes naar wel minstens 6 partijen werden gestuurd. Ik zie veel instanties ertussen staan. [betrokkene 9] , [naam] , advocaten etc. Ik zie dat de mail afkomstig is van 2 mailadressen. Dat zijn: [e-mailadres 1] en [e-mailadres 2] . [verdachte] neemt mijn mailadres: [e-mailadres 3] in cc of bcc mee. Ik heb sindsdien 72 mailtjes gekregen die [verdachte] mij in cc of bcc stuurt. Hij ondertekent de mailtjes altijd met: Met vriendelijke groet, [verdachte] .
In de mailtjes staan diverse stukken tekst die overal over gaan. Hierin wordt [aangeefster] zwart gemaakt. Ik geef u wat voorbeelden:
Op 6 augustus 2019 te 19.02 uur kreeg ik een mail met als onderwerp: [betrokkene 1] . In die mail stond: Hij heeft je net gebeld, waarschijnlijk heb je me geblokkeerd, hij kreeg direct de voicemail en sprak deze in.
Op 6 augustus 2019 te 20.08 uur kreeg ik een mail: Hierin stond: je zal wel weer andere prioriteiten hebben? Turk, Marokkaan of ditmaal toch die neger waarmee je op stap was??
Ik moest gelijk denken aan een Instagram foto van [aangeefster] die net gemaakt was. Ik heb de indruk dat [verdachte] dat gezien heeft en daarop heeft gereageerd naar [aangeefster] en toen iedereen weer in cc heeft meegenomen.
Op 29 augustus 2019: [aangeefster] is een loeder is geen kids waard. Tot maandag ben ik netjes daarna niet meer en is het wachten op de telegraaf. Op diezelfde dag nog een mail met de tekst: lk maak je af..
Op 12 september 2019: Ik zag dat deze mail gericht was aan [betrokkene 11] die van Jeugdzorg is. In de mail stond: [betrokkene 11] , Of jij grijpt in of het wordt de telegraaf. Dit mens is geen kinderen waard..
Met vriendelijke groet, [verdachte] .
7. Het in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal (als bijlage op pagina 58-59 van voornoemd proces-verbaal), voor zover inhoudende – zakelijk weergegeven – als verklaring van de getuige [betrokkene 12] :
Ik wil een getuigenverklaring afleggen over de stalking van mijn dochter, [aangeefster] . Zij wordt sinds 2017 lastig gevallen door haar (ex)man [verdachte] en daarin worden wij ook meegenomen.(...)
Soms worden wij 1 keer in de maand gebeld, maar ook wel 3 keer op een dag. Deze voicemailberichten worden opgeslagen in de mailbox van de telefoon. Deze stuur ik steeds weer naar [aangeefster] .
Op 15 augustus 2019 werd onze voicemail ingesproken: “als je een kerel bent dan bel je mij, [aangeefster] moet zich gedragen” en hij zou aangifte doen van kindermishandeling en als ik niet het lef zou hebben om te bellen met [aangeefster] dan zou hij naar Kroatië gaan en dan was het einde verhaal. Daarna heb ik de politie gebeld, omdat dit wel zeer bedreigend was.
Op 17 augustus 2019 belde hij dat [betrokkene 13] vermist was vanaf 11.00 en dat de ambassade en de politie was ingeschakeld. Op dezelfde dag belde hij dat [aangeefster] op het politiebureau in Kroatië zat en dat hij zich zorgen maakt en ik [aangeefster] moest bellen.
Op 19 augustus 2019 heb ik met de politie gesproken en wilde ik dat [verdachte] ons niet meer zou lastig vallen met bellen. De politie heeft toen een gesprek gevoerd met [verdachte] en hem dit verteld. Er werd mij verteld dat het een STOP gesprek was.
Op 29 augustus 2019 werden wij weer gebeld door [verdachte] . Inmiddels ken ik zijn stem wel. Hij gaf toen door dat er twee kinderen fulltime bij hem zaten. Op dezelfde dag sprak hij ook een bericht in: hij gaf aan dat er vervelende foto's waren die ooit bij hun in de huiskamer hingen. Toen zei hij: “Wil je liever naar de foto's kijken of naar je kleinkinderen in levende lijve”. Op dezelfde dag sprak hij ook in: “Ik doe niets verkeerd”.
8. Het proces-verbaal ter terechtzitting van 25 september 2020 van de politierechter in de rechtbank Gelderland, voor zover inhoudende – zakelijk weergegeven – als verklaring van verdachte:
U houdt mij het onder feit 1 en feit 2 van de dagvaarding met parketnummer 05.264147.19 ten laste gelegde voor. U leest mij die teksten voor. Die komen voort uit mijn woede en verdriet. Ik heb die teksten wel uitgesproken of getikt. Ik snap dat het bedreigend is voor die mensen. Dat had ik niet moeten doen.”
2.3
In het bestreden arrest ligt als oordeel van het hof besloten dat door deze gedragingen van de verdachte bij [aangeefster] in redelijkheid de vrees kon ontstaan dat zij door toedoen van de verdachte het leven zou verliezen.
2.4
Dit oordeel is niet toereikend gemotiveerd, nu uit de gebruikte bewijsmiddelen niet zonder meer kan worden afgeleid dat de bewezenverklaarde uitlatingen van de verdachte in de gegeven omstandigheden – die erop neerkomen dat de verdachte en [aangeefster] als voormalig echtgenoten in een langlopende discussie waren verwikkeld over onder meer hun kinderen, waarbij de verdachte bij herhaling zijn voornemen uitsprak gerechtelijke procedures in gang te zetten – van dien aard waren dat bij [aangeefster] in redelijkheid de vrees kon ontstaan dat zij door toedoen van de verdachte het leven zou verliezen.
2.5
Het cassatiemiddel is terecht voorgesteld.
3. Beoordeling van het tweede en het derde cassatiemiddel
Gelet op de beslissing die hierna volgt, is bespreking van de cassatiemiddelen niet nodig.
4. Beoordeling van het vierde cassatiemiddel
De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).
5. Beslissing
De Hoge Raad:
- vernietigt de uitspraak van het hof, maar uitsluitend wat betreft de beslissing over het onder 2 tenlastegelegde in de zaak met parketnummer 05-264147-19, de strafoplegging en de vordering van de benadeelde partij [aangeefster] ;
- wijst de zaak terug naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, opdat de zaak ten aanzien daarvan opnieuw wordt berecht en afgedaan;
- verwerpt het beroep voor het overige.
Dit arrest is gewezen door de vice-president V. van den Brink als voorzitter, en de raadsheren A.E.M. Röttgering en C.N. Dalebout, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.S. Kea, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 13 februari 2024.
Conclusie 19‑12‑2023
Inhoudsindicatie
Conclusie AG. Leveren de woorden ‘ik maak gehakt van je’ en ‘ik laat geen spaan van je heel’ in de context waarin zij zijn geuit een bedreiging in de zin van art. 285 Sr op? De AG is van mening dat het oordeel van het hof dat dit het geval is ontoereikend is gemotiveerd. Middel met betrekking tot de vordering van de benadeelde partij faalt volgens de AG. De conclusie strekt tot vernietiging van de bestreden uitspraak voorzover het de bedreiging betreft en tot terugwijzing van de zaak naar het gerechtshof.
PROCUREUR-GENERAAL
BIJ DE
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
Nummer 22/00824
Zitting 19 december 2023
CONCLUSIE
A.E. Harteveld
In de zaak
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1974,
hierna: de verdachte
De verdachte is bij arrest van 7 maart 2022 door het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, wegens de in de zaak met parketnummer 05-264147-19 onder 1 bewezenverklaarde “belaging”, de in de zaak met parketnummer 05-264147-19 onder 2 bewezenverklaarde “bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht”, de in de zaak met parketnummer 05-051623-19 onder 1 bewezenverklaarde “bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, meermalen gepleegd” en het in de zaak met het parketnummer 05-05 1623-19 onder 3 bewezenverklaarde “opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen”, veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden, met een proeftijd van 3 jaren en een taakstraf voor de duur van 150 uren, subsidiair 75 dagen hechtenis. Ook heeft het hof de vorderingen van de benadeelde partijen gedeeltelijk toegewezen en voor de toegewezen bedragen schadevergoedingsmaatregelen opgelegd, een en ander op de wijze zoals in het bestreden arrest is vermeld.
Het cassatieberoep is ingesteld namens de verdachte en J.C.H. Pronk, advocaat te Apeldoorn , heeft vier middelen van cassatie voorgesteld.
3. Het eerste middel
3.1
Het middel klaagt dat de bewezenverklaring in de zaak met parketnummer 05-264147-19 onder 2 ontoereikend is gemotiveerd.
3.2
Ten laste van de verdachte is onder 2 bewezenverklaard dat:
“hij, in of omstreeks de periode van 1 augustus 2019 tot en met 29 augustus 2019, te [plaats] , althans in Nederland, [aangeefster] (zijn ex-vrouw) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door die [aangeefster] (middels voicemailberichten en/of e-mailberichten) dreigend de woorden toe te voegen "ik maak gehakt van je" en/of "ik laat geen spaan van je heel", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking”
3.3
In de zaak met parketnummer 05-264147-19 onder 1 is belaging van [aangeefster] in de (deels overlappende) periode van 1 april 2019 tot en met 12 september 2019 bewezenverklaard. Deze bewezenverklaringen steunen op de volgende bewijsmiddelen:
“1. Het in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal (als bijlage op pagina 35-39 van voornoemd proces-verbaal), voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als aangifte van [aangeefster] :
pag. 35:
Ik heb [verdachte] leren kennen in 1996. In 2003 zijn wij getrouwd. We hebben vier kinderen. (...) In mei 2012 kreeg [verdachte] een hartaanval. Hierdoor veranderde hij erg. Hij leefde alsof elke dag zijn laatste was. Dit had een grote weerslag op onze relatie. (...) In mei 2017 verliet ik de woning.
Pag. 36:
(...) [verdachte] stalkt mij al anderhalf jaar met het sturen van ongeveer tien e-mails per dag. Hij mailt over alle soorten onderwerpen. In 2017 heb ik hem al gemaild dat ik alleen contact met hem wilde over de kinderen. Hij reageerde hierop dat hij hier niets mee te maken had en dat hij mij mailde wanneer hij maar wilde. In september 2017 heb ik via een advocaat een stalkingsbrief naar hem gezonden. In de brief stond vermeld dat hij moest stoppen met het rondsluipen rondom mijn woning, contact zoeken met de kinderen en het sturen van allerlei e-mails. We hebben nog wel e-mail contact.
Pag. 37:
Ik heb hem dus per mail aangegeven dat ik nog maar 1x per week contact met hem wilde hebben en dan alleen als het over de kinderen gaat. Dat heb ik vaker aan hem kenbaar gemaakt. Dit jaar ook nog. Hij houdt zich hier niet aan. Hij belt en whatsappt mij ook regelmatig. Ik heb hem ongeveer een jaar geleden geblokkeerd op mijn telefoon. Hij kan mij dus niet meer bellen en appen. Hij kan
nog wel mijn voicemail inspreken. Hij spreekt gemiddeld vier keer per week mijn voicemail in.
Als er mailtjes zijn vanuit zijn kant worden deze meestal naar vele partijen in cc gestuurd:
- Jeugdzorg;
- Basisschool ' [A] ' in [plaats] , dit is de school van mijn jongste zoon [betrokkene 1] ;
- Voorgezet onderwijs het [B] in [plaats] , dit is de school van mijn dochter [betrokkene 6] ;
- Mijn ouders in [plaats] ;
- Mijn zusje [betrokkene 3] in [plaats] ;
- Mijn advocaat in [plaats] ;
- Mijn advocaat in [plaats] ;
- een vriendin van mij, genaamd [betrokkene 4] ;
- een vriendin van mij, genaamd [betrokkene 5] ;
- de organisatie [C] ;
- Organisatie [D] in [plaats] ;
- Organisatie [E] in [plaats] ;
- De pleeggezinnen waarin ze hebben gezeten, [F] , Zwolle en [plaats] .
Deze mailtjes worden nog dagelijks verstuurd naar bovenstaande personen/organisaties. De strekking van de mailtjes is vrij uiteenlopend. Het zijn er over de afgelopen jaren honderden. In de mailtjes wordt ik in een kwaad daglicht gezet. Er wordt onduidelijkheid gecreëerd, want er staan veel onwaarheden in. Afspraken omtrent de kinderen worden steeds gewijzigd. Ik wordt daarin steeds afgeschilderd als onbetrouwbaar. Ik ben nog in het bezit van alle mailtjes die hij heeft gestuurd. Hij wil een podium en neemt daarom iedereen mee in zijn mailgedrag. Ik heb het idee dat hij door die mailtjes wil zorgen dat ik alles kwijt raak en angst wil inboezemen. Ook heeft hij meerdere keren aangegeven dat hij mij terug wil. Ik zou dan bij hem kunnen gaan wonen. Ik snap niet hoe hij dit in zijn hoofd haalt. Naar mijn mening is hij een narcist en heeft hij een bipolaire stoornis en is hij verslaafd aan alcohol.
De strekking van de voicemails is hetzelfde als in de mailwisselingen, maar in de voicemails is hij vaak woedend. Ik heb redelijk veel van mijn voicemails bewaard. Ik kan ze opslaan en in een bestand mailen. Ik mail deze dan vaak naar Jeugdzorg om te laten horen hoe hij tegen mij tekeer gaat. Ook krijg ik van die halfslachtige bedreigingen. Bijvoorbeeld dat hij mij met de grond gelijk gaat maken.
2. Een geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid, aanhef en onder 5° van het Wetboek van Strafvordering, te weten een brief gedateerd 15 september 2017, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Partieel contactverbod
Bij noodzakelijke (telefonische) contacten dient te allen tijde wederzijds respectvol gecommuniceerd te worden;
Telefonische contacten (incl. sms en WhatsApp) acht ik uitsluitend gepast in een noodgeval via het mob- nummer [ [telefoonnummer] ] met uw nummer weergave.
Per dag ontvang ik maximaal 1 e-mail waarin respectvol wordt gecommuniceerd.
Handelen in strijd met bovenstaande afspraken zal te allen tijde (eveneens) worden aangemerkt als het opzettelijk inbreuk maken op mijn persoonlijke levenssfeer, in de zin van de wet belaging ex artikel 285b van het Wetboek van Strafrecht
3. Het in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal (als bijlage op pagina 46-47 van voornoemd proces-verbaal), voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als bevindingen van de verbalisant:
Op 20 september 2019 heeft aangever/benadeelde [aangeefster] audio opnamen ter beschikking gesteld voor het onderzoek ter zake stalking en belaging. Ik, verbalisant kreeg informatie op een usb stick aangeleverd. Op deze usb stick staat een map met daarin 21 voicemailberichten die volgens aangever/benadeelde waren ingesproken door haar (ex) partner [verdachte] .
Ik verbalisant heb deze voicemailberichten beluisterd en daar een selectie aan berichten uitgehaald en deze hieronder beschreven.
Ik hoor op de voicemail van:
-9 juni 2019:
Wat een teringwijf ben je. sorry moest ik even kwijt. Narcist zoek het uit.
23 april 2019
Hey fuck off met je fijne dag. Hier [verdachte] . Of je gaat normaal doen of het hek is van de dam. Jij mag kiezen, jij bepaald. Narcistisch kutwijf dat je er bent. Tot hier en niet verder.
26 mei 2019
Met [verdachte] . Heb op alle mogelijke manier geprobeerd om met je in contact te komen, maar je reageert nergens op
11 juni 2019
Ik houdt van je, hoi
29 juni 2019
Nog 1 keer het lef hebben om mij sukkel te noemen. Moest je eens proberen. Sterf erin.
6 juli 2019
Ik laat je uit de ouderlijke macht ontheffen. Je maakt geen schijn van kans. The war is on, succes.
6 juli 2019
Ik heb je 100.000 keer gebeld. Je neemt niet op. Jeugdzorg staat achter mij. Stuur mij nog 1 keer een mail dat ik niet capabel ben en je bent de lul.
15 augustus 2019
Dag [aangeefster] , Je reageert nergens op. Ik heb de bestanden naar jouw familie gestuurd. Ik maakt gehakt van je. Ik ben helemaal klaar met je. Wat een stom kutwijf ben jij. Ik pak je aan alle kanten. Maak je borst maar nat. Daaag
29 augustus 2019
lk heb je een mail gestuurd. Als ik voor maandag geen reactie krijg dan zet ik alle foto's online naar je ouders en de hele santemekraam. Ik ben woest op je. Je bent het hebben van kinderen niet waard. Ik ben woester dan woest.
29 augustus 2019
Het einde is nabij.
4. Het in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal (als bijlage op pagina 48 van voornoemd proces-verbaal). voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als bevindingen van de verbalisant:
Op 20 september 2019 heeft aangever/benadeelde [aangeefster] een USB Stick ter beschikking gesteld voor het onderzoek ter zake stalking en belaging. Op deze usb stick staat een map met daarin een verzameling van email berichten afkomstig van haar (ex) partner [verdachte] . Het zijn email berichten bewaard over de periode van april 2019 tot september 2019. Het zijn in totaal 243
pagina's aan berichten en er staan meerdere email berichten op 1 pagina. lk verbalisant heb deze email berichten bekeken heb er 1 bericht uitgehaald. Deze email is op 29 augustus 2019, te 21.11 uur gestuurd.
In de mail is het volgende te lezen:
Ik maak je af!
5. Het in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal (als bijlage op pagina 49-51 van voornoemd proces-verbaal). voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als bevindingen van de verbalisant:
Op 20 september 2019 heeft aangever/benadeelde [aangeefster] een USB Stick ter beschikking gesteld voor het onderzoek ter zake stalking en belaging.
Op deze usb stick staat een map met daarin een verzameling van email berichten afkomstig van haar (ex) partner [verdachte] . Het zijn email berichten bewaard over de periode van april 2019 tot september 2019. Het zijn in totaal 243 pagina's aan berichten en er staan meerdere email berichten op 1 pagina.
Ik verbalisant heb deze email berichten bekeken en er een selectie aan berichten uitgehaald en deze hieronder beschreven. Het betreffen 8 berichten allemaal op één dag verstuurd.
Email: 1 augustus 2019, 18.18 uur
Wat een godvergeten oud kutwijf ben je ook he. Zo moest ik ff kwijt. Regel te zelf wel met C.
Bonjour !
Met vriendelijke groet.
[verdachte]
Email: 1 augustus 2019, 18.37
[aangeefster] ,
Er komt een dag dat je snapt wat karma is. Tot dusver leer je weinig van de dingen die je gebeuren. Dat is jammer maar jouw probleem. Ik ben op vakantie met de (alle!) kids, zonder gezeik, dat kan jij nog niet zeggen. Hoe misselijker je tegen mij doet, hoe misselijker de rest van jou leven wordt. Dat heet karma en ga t snappen.
C gaat vrijdagochtend 30/8 naar de ortho. Ik regel het wel en dat weekend is ze bij mij conform regeling.
Email: 1 augustus 2019,18.51 uur
En ja, ik kan alles tegen je zeggen. Bedenk eens goed wat je tegen of over mij hebt durven zeggen. Pas maar op met wat je doet. Alle grenzen zijn overschreden.
Met vriendelijke groet,
[verdachte]
Email 1 augustus 2019, 19.03
[aangeefster] ,
We hebben al twee weken groot plezier en er staat weer een leuk set [verdachte] . Lief leuk en aardig voor elkaar. Het is mij volledig duidelijk waar het probleem zit en zal dit na de vakantie aan iedereen duidelijk maken.
30/8 zijn de kids bij mij. geen discussie mogelijk. Daarna week op week af. Ben strijdvaardiger dan ooit en maak gehakt van je.
Alle feiten boven tafel, je moet je kapot schamen.
Neem nog een Gtje dit weekend en pak nog een Marrokaan ! Is goed voor je ! Wordt je gelukkig van !
Had je nooit moeder laten worden....
Met vriendelijke groet,
[verdachte]
Email: 1 augustus 2019, 19.24 uur
Als je een beetje kloten in je lijf hebt geef je antwoord op de gestelde vragen. Maar dat kan je niet. Triest... zegt iets over jou en je verantwoordelijkheden. Maar lekker arrogant en stoïcijns doen.
Ondertussen raak je je kids kwijt. Goed bezig ! Praat nog eens met [betrokkene 7] , die heeft ook zo?n goed familie contact ?
Met vriendelijke groet,
[verdachte]
Email 1 augustus 2019, 20.28 uur
Had jij maar leren praten en mij respecteren... het zal je karma zijn. Harder dan ooit....jij mijn leven verwoesten... ik hoef er niks voor te doen...je vergooid je eigen leven. Lach me suf...lekker op vakantie ? ???
Met vriendelijke groet,
[verdachte]
Email 1 augustus 2019, 20.30 uur
Na de vakantie ga ik alles uit de kast halen, je proberen te ontzeggen uit de ouderlijke macht, kids 24/7 bij mij. Laat geen spaan van je heel. Hoe slecht zijn je handelingen naar [betrokkene 8] en [betrokkene 1] ....
Met vriendelijke groet.
[verdachte]
Email 1 augustus 2019, 20.43 uur
Allen.
Inmiddels 2 weken op weg en via de Golf van Biskaje in de Pyreneeën beland. Top vakantie en supertijd!
Tijd van ons leven en weer een hecht team. Geen prestige drang of andere dwangmatige verplichtingen.
Na de vakantie ben ik niet meer bereid om verder in gesprek te gaan of de kids met [betrokkene 9] verder te laten gaan.
Tijd en geld op een verkeerde manier besteed. Problemen moet je bij de kern aanpakken.
Ik zal (gerechtelijk) af gaan dwingen terug te gaan naar een week op week af regeling maar als doel stelen om het weekend bij moeder.
Dit lijkt mij in het belang van de kids.
1/9 zal ik mijn advocate daar de opdracht toe gaan geven.
Als vader acht ik in het belang dat kinderen niet lang of vaak aan de dwangmatigheid van moeder bloot gesteld worden.
Inmiddels heb ik genoeg situaties onderbouwd waaruit blijkt dat moeder niet bereid is tot enig overleg, communicatie weigert etc
De jurisprudentie zegt genoeg. Tot dusver was ik in de hoop of illusie dat [verdachte] of moeder naar de rechter zou stappen maar dit duurt mij te lang en de financiële middelen ter financiering van de rechtsgang heb ik geregeld.
@ [aangeefster] : kom maar op met nog een enkel negatief woord over mij. Ik zal hoogst persoonlijk zorgen dat je je kids nooit meer ziet. Mijn grenzen zijn bereikt !
Met vriendelijke groet,
[verdachte]
Email: 1 augustus 2019, 21.08 uur
En nou oprotten met je zuurpruim. Wij genieten hier en wil totaal geen last of gezeik van jou aan mijn hoofd of aan de kids (zie sms T en C)
6. Het in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal (als bijlage op pagina 53-54 van voornoemd proces-verbaal), voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als verklaring van de getuige [betrokkene 10] :
Ik ben getuige van stalking, belaging en bedreiging van [aangeefster] . Mijn zus [aangeefster] wordt gestalkt door haar (ex)man [verdachte] sinds de scheiding in 2017.
Sinds 21 januari 2018 word ik meegenomen in de hele maiIwisseling tussen diverse partijen. Ik zag dat de mailtjes naar wel minstens 6 partijen werden gestuurd. Ik zie veel instanties ertussen staan. [betrokkene 9] , [verdachte] , advocaten etc. Ik zie dat de mail afkomstig is van 2 mailadressen. Dat zijn: [e-mailadres 1] [e-mailadres 2] . [verdachte] neemt mijn mailadres: [e-mailadres 3] in cc of bcc mee. Ik heb sindsdien 72 mailtjes gekregen die [verdachte] mij in cc of bcc stuurt. Hij ondertekend de mailtjes altijd met: Met vriendelijke groet. [verdachte] .
In de mailtjes staan diverse stukken tekst die overal over gaan. Hierin wordt [aangeefster] zwart gemaakt. Ik geef u wat voorbeelden:
Op 6 augustus 2019 te 19.02 uur kreeg ik een mail met als onderwerp: [betrokkene 1] . In die mail stond Hij heeft je net gebeld, waarschijnlijk heb je me geblokkeerd, hij kreeg direct de voicemail en sprak deze in .
Op 6 augustus 2019 te 20.08 uur kreeg ik een mail: Hierin stond: je zal wel weer andere prioriteiten hebben? Turk, Marokkaan of ditmaal toch die neger waarmee je op stap was??
Ik moest gelijk denken aan een Instagram foto van [aangeefster] die net gemaakt was. Ik heb de indruk dat [verdachte] dat gezien heeft en daarop heeft gereageerd naar [aangeefster] en toen iedereen weer in cc heeft meegenomen.
Op 29 augustus 2019: [aangeefster] is een loeder is geen kids waard. Tot maandag ben ik netjes daarna niet meer en is het wachten op de telegraaf. Op diezelfde dag nog een mail met de tekst: lk maak je af..
Op 12 september 2019:Ik zag dat deze mail gericht was aan [betrokkene 11] die van Jeugdzorg is. In de mail stond: [betrokkene 11] , Of jij grijpt in of het wordt de telegraaf. Dit mens is geen kinderen waard..
Met vriendelijke groet, [verdachte] .
7. Het in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal (als bijlage op pagina 58-59 van voornoemd proces-verbaal), voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als verklaring van de getuige [betrokkene 12] :
Ik wil een getuigenverklaring afleggen over de stalking van mijn dochter, [aangeefster] . Zij wordt sinds 2017 lastig gevallen door haar (ex)man [verdachte] en daarin worden wij ook meegenomen.(...)
Soms worden wij 1 keer in de maand gebeld, maar ook wel 3 keer op een dag. Deze voicemailberichten worden opgeslagen in de mailbox van de telefoon. Deze stuur ik steeds weer naar [aangeefster] .
Op 15 augustus 2019 werd onze voicemail ingesproken: " als je een kerel bent dan bel je mij, [aangeefster] moet zich gedragen en hij zou aangifte doen van kindermishandeling en als ik niet het lef zou hebben om te bellen met [aangeefster] dan zou hij naar Kroatië gaan en dan was het einde verhaal. Daarna heb ik de politie gebeld, omdat dit wel zeer bedreigend was.
Op 17 augustus 2019 belde hij dat [betrokkene 13] vermist was vanaf 11.00 en dat de ambassade en de politie was ingeschakeld. Op dezelfde dag belde hij dat [aangeefster] op het politiebureau in Kroatië zat en dat hij zich zorgen maakt en ik [aangeefster] moest bellen.
Op 19 Augustus 2019 heb ik met de politie gesproken en wilde ik dat [verdachte] ons niet meer zou lastig vallen met bellen. De politie heeft toen een gesprek gevoerd met [verdachte] en hem dit verteld. Er werd mij verteld dat het een STOP gesprek was.
Op 29 augustus 2019 werden wij weer gebeld door [verdachte] . Inmiddels ken ik zijn stem wel. Hij gaf toen door dat er twee kinderen fulltime bij hem zaten. Op dezelfde dag sprak hij ook een bericht in: Hij gaf aan dat er vervelende foto's waren die ooit bij hun in de huiskamer hingen. Toen zei hij: 'Wil je liever naar de foto's kijken of naar je kleinkinderen in levende lijve'. Op dezelfde dag sprak hij ook in: 'Ik doen niets verkeerd"
8. Het proces-verbaal ter terechtzitting van 25 september 2020 van de politierechter in de rechtbank Gelderland, voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als verklaring van verdachte:
U houdt mij het onder feit 1 en feit 2 van de dagvaarding met parketnummer 05.264147.19 ten laste gelegde voor. U leest mij die teksten voor. Die komen voort uit mijn woede en verdriet. Ik heb die teksten wel uitgesproken of getikt. Ik snap dat het bedreigend is voor die mensen. Dat had ik niet moeten doen.”
3.4
In de toelichting op het middel wordt geklaagd dat het hof niet heeft gemotiveerd waarom het slachtoffer zich daadwerkelijk bedreigd had moeten voelen, omdat uit de context van de berichten op zijn minst aannemelijk is dat de twee in de tenlastelegging opgenomen uitdrukkingen bedoeld waren om de door de verdachte gehoopte uitkomst van de rechtszaak over het gezag te schetsen. De verdachte heeft het slachtoffer nooit enige fysieke schade berokkend en uit de communicatie blijkt dat over en weer nogal heftige taal werd geuit. Zonder nadere motivering is volgens de steller van het middel onbegrijpelijk waarom het slachtoffer dan toch daadwerkelijk angst had moeten hebben dat de verdachte haar iets aan zou doen.
3.5
Voorafgaand aan de bespreking van het middel merk ik op dat de door het hof bewezenverklaarde bewoordingen klaarblijkelijk zien op een door de verdachte op 1 augustus 2019 om 20.30 uur verstuurde e-mail (bewijsmiddel 5) en een op 15 augustus 2019 ingesproken voicemailbericht (bewijsmiddel 3). In de gebezigde bewijsmiddelen zijn genoemde uitlatingen immers vetgedrukt weergegeven. In een op 1 augustus 2019 om 19.03 uur verstuurde e-mail staat ook “en maak gehakt van je”, maar deze zinsnede is niet vetgedrukt weergegeven. Ik ga er daarom vanuit dat het hof bij de bewezenverklaring het oog heeft gehad op eerstgenoemde twee berichten. Steun voor deze lezing vind ik in de omstandigheid dat het hof bij de bewezenverklaring van feit 1 in de zaak met parketnummer 05-051623-19 de daar bewezenverklaarde uitlatingen1.- waaronder overigens ook “Ik maak gehakt van je” - eveneens vetgedrukt heeft weergegeven in de gebezigde bewijsmiddelen.
3.6
Voor een veroordeling ter zake van bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht dan wel met zware mishandeling is in een geval als het onderhavige vereist dat door de bedreiging, gelet op de aard daarvan en de omstandigheden waaronder deze heeft plaatsgevonden, bij de betrokkene in redelijkheid de vrees kon ontstaan dat deze het leven zou kunnen verliezen, respectievelijk zwaar lichamelijk letsel zou kunnen oplopen (vgl. HR 7 juni 2005, ECLI:NL:HR:2005:AT3659).2.Niet is vereist dat de bedreiging in het concrete geval op de bedreigde een zodanige indruk heeft gemaakt dat er werkelijk vrees is opgewekt. Voldoende is dat de bedreiging in het algemeen een dergelijke vrees kan opwekken.3.
3.7
De bewezenverklaarde woorden “ik maak gehakt van je” en/of “ik laat geen spaan van je heel” leveren naar de inhoud genomen een bedreiging op, maar de omstandigheden waaronder deze bedreigingen hebben plaatsgevonden kunnen, zoals de steller van het middel terecht opmerkt, maken dat er objectief gezien geen sprake is van een reële bedreiging. Er zou immers ook sprake kunnen zijn van spel, scherts of beeldspraak.4.Het komt mij voor dat in de dagelijkse handel en wandel een dergelijk overdrachtelijk gebruik van deze termen – ik maak gehakt van je, ik laat geen spaan van je heel – niet ongebruikelijk is, bijvoorbeeld om aan te geven dat men voornemens een ander in sport of spel een nederlaag te bezorgen.
3.8
Het hof heeft geen nadere bewijsoverweging opgenomen in het bestreden arrest. Uit de gebezigde bewijsmiddelen blijkt dat de bewezenverklaarde uitlating “Ik laat geen spaan van je heel”5.op 1 augustus 2019 om 20.30 uur per e-mail is gedaan (bewijsmiddel 5) en dat de bewezenverklaarde uitlating “Ik maak gehakt van je” op 15 augustus 2019 per voicemail is gedaan. De verdachte heeft verklaard dat de door hem verstuurde teksten voortkwamen uit woede en verdriet (bewijsmiddel 8). De aan eerstgenoemde uitlating voorafgaande bewoordingen in het e-mailbericht van 1 augustus 2019 houden in “Na de vakantie ga ik alles uit de kast halen, je proberen te ontzeggen uit de ouderlijke macht, kids 24/7 bij mij.” De overige 7 geselecteerde e-mailberichten van die dag (bewijsmiddel 5) houden onder meer in dat [aangeefster] moet oppassen met wat zij doet en dat alle grenzen zijn overschreden, dat de verdachte na de vakantie aan iedereen duidelijk zal maken waar het probleem zit, dat hij strijdvaardiger is dan ooit en gehakt van haar maakt, dat hij na de vakantie niet meer bereid is om verder in gesprek te gaan of de kids met [betrokkene 9] verder te laten gaan, dat hij de financiering van de rechtsgang heeft geregeld, dat zijn grens is bereikt en dat hij hoogstpersoonlijk zal zorgen dat zij haar kids nooit meer ziet. De op 15 augustus 2019 gedane uitlating “ik maakt gehakt van je” wordt voorafgegaan door de mededeling dat hij de bestanden naar haar familie heeft gestuurd. Na het doen van de gewraakte uitlating geeft de verdachte aan dat hij helemaal klaar met haar is, dat zij een stom kutwijf is en dat hij haar aan alle kanten gaat pakken en dat ze haar borst nat moet maken. De vader van [aangeefster] heeft verklaard dat zij op 15 augustus 2019 ook een voicemailbericht van de verdachte - welke berichten hij altijd doorstuurt naar [aangeefster] - hadden ontvangen en dat de verdachte daarin zei “als je een kerel bent dan bel je mij, [aangeefster] moet zich gedragen” en dat de verdachte aangifte zou doen van kindermishandeling en als hij niet het lef zou hebben om met [aangeefster] te bellen de verdachte naar Kroatië zou gaan en dan was het einde verhaal. Uit de voor het bewijs gebezigde voicemailberichten die voor 1 augustus 2019 door de verdachte zijn ingesproken (bewijsmiddel 3) blijkt (ook) dat de verdachte en [aangeefster] in een strijd over de kinderen verwikkeld zijn. In de voicemailberichten van 6 juli 2019 wordt bijvoorbeeld door de verdachte gezegd “Ik laat je uit de ouderlijke macht ontheffen. Je maakt geen schijn van kans. The war is on, succes.” en “Jeugdzorg staat achter mij. Stuur mij nog 1 keer een mail dat ik niet capabel ben en je bent de lul”. Over de voicemailberichten heeft [aangeefster] verklaard dat de verdachte daarin vaak woedend is en dat deze berichten ook halfslachtige bedreigingen inhouden, zoals het haar met de grond gelijk maken (bewijsmiddel 1). De gebezigde bewijsmiddelen houden ook voicemailberichten en e-mailberichten in die dateren van na 15 augustus 2019. Op 29 augustus 2019 spreekt de verdachte de voicemail van [aangeefster] in met de woorden “lk heb je een mail gestuurd. Als ik voor maandag geen reactie krijg dan zet ik alle foto's online naar je ouders en de hele santemekraam. Ik ben woest op je. Je bent het hebben van kinderen niet waard. Ik ben woester dan woest” en een bericht met de woorden “Het einde is nabij” (bewijsmiddel 3). In een e-mailbericht van dezelfde datum valt nog te lezen “Ik maak je af” (bewijsmiddel 4 en 6) en kondigt de verdachte aan dat hij tot maandag netjes blijft en daarna niet meer en het dan wachten is op de Telegraaf. Dit laatste herhaalt hij op 12 september 2019 nogmaals in een bericht aan [betrokkene 11] - dat cc of bcc gestuurd is aan de zus van [aangeefster] - werkzaam bij Jeugdzorg: “ [betrokkene 11] , Of jij grijpt in of het wordt de telegraaf. Dit mens is geen kinderen waard” (bewijsmiddel 6).
3.9
De geciteerde bewijsvoering ademt de sfeer van een verhitte (juridische) strijd tussen de verdachte en [aangeefster] over de kinderen. Ik meen dat in het onderhavige geval de bedreigende inhoud van de bewezenverklaarde bewoordingen door de genoemde context6.wordt ontzenuwd en dat het zonder nadere motivering, die ontbreekt, niet begrijpelijk is waarom de bewezenverklaarde bewoordingen bij [aangeefster] in redelijkheid de vrees konden doen ontstaan dat zij het leven zou kunnen verliezen7.. Daarbij neem ik in aanmerking dat het hof niet heeft vastgesteld dat [aangeefster] op de hoogte was van de omstandigheid dat de zus van de verdachte (en haar gezin) eerder aangifte heeft gedaan van bedreiging door de verdachte in de periode van 4 augustus 2018 tot en met 24 september 2018 (feit 1 in de zaak met parketnummer 05-051623-19).8.De bewezenverklaring is aldus ontoereikend gemotiveerd.
3.10
Het middel slaagt.
4. Het tweede en derde middel
4.1
Het tweede middel klaagt dat de strafoplegging, in het licht van een gevoerd uitdrukkelijk onderbouwd standpunt, ontoereikend is gemotiveerd. Het derde middel komt op tegen de (gedeeltelijk) toewijzende beslissing van het hof op de vordering van de benadeelde partij [aangeefster] .9.
4.2
Gelet op de door mij voorgestelde uitkomst van het eerste middel behoeven beide middelen geen bespreking. Mocht de Hoge Raad daar prijs op stellen dan ben ik uiteraard bereid op deze punten nader te concluderen.
5. Het vierde middel
5.1
Het middel komt op tegen de (gedeeltelijk) toewijzende beslissing van het hof op de vordering van de benadeelde partij [betrokkene 14] .
5.2
Ten laste van de verdachte is in de zaak met parketnummer 05-051623-19 onder 3 bewezenverklaard dat:
“hij op 13 november 2018 te [plaats] opzettelijk en wederrechtelijk een hekwerk, dat geheel of ten dele aan een ander, te weten aan [betrokkene 14] toebehoorde, heeft beschadigd”
5.3
Het hof heeft gelet op de bekennende verklaring van de verdachte volstaan met een opgave van bewijsmiddelen, als bedoeld in art. 359, derde lid, Sv. Bewijsmiddel 13 houdt een proces-verbaal van aangifte in van 16 november 2018. De door het hof voor het bewijs gebezigde pagina’s 5 t/m 7 van dit proces-verbaal houden, voor zover van belang, het volgende in:
“Ons hekwerk aan de voorzijde van de woning is fors beschadigd.
Wij hebben een expert er naar laten kijken en die vertelde ons het volgende:
De automatische bedieningsmodule moet vervangen worden aan de linkerzijde. Omdat ons systeem verouderd is moeten zowel de linker als de rechter module vervangen worden omdat de oude niet meer leverbaar zijn. Om dit allemaal te laten repareren kost het ons 1657.00 euro.”
5.4
Bewijsmiddel 14 houdt een proces-verbaal van bevindingen in van 22 november 2018. De door het hof voor het bewijs gebezigde pagina’s 13 en 14 van dit proces-verbaal houden, voor zover van belang, het volgende in:
“Na aanleiding van een aangifte vernieling heb ik, verbalisant [verbalisant] de beelden uitgekeken die mij door de aangever benadeelde vrijwillig zijn verstrekt.
Op de beelden heb ik het volgende gezien, en hier kan ik het volgende over vertellen:
(…)
Op 00.51 zie ik dat de manspersoon bij het hekwerk staat en met zijn rechterbeen een harde trap tegen het hekwerk aan geeft. Vervolgens geeft de manspersoon met zijn rechterarm twee flinke duwen tegen het hekwerk aan waardoor het hekwerk kapot gaat. Je ziet op de beelden dat het hekwerk niet meer gelijk op elkaar aansluit waardoor het hekwerk niet meer dicht kan.
Vervolgens gaat de manspersoon op 00.55 het terrein op van de aangever benadeelde. Dit duurt ongeveer 1 minuut en 57 seconde. Dan komt de manspersoon terug lopen naar het hekwerk.
Op 2.12 is te zien dat de manspersoon met zijn rechterarm met kracht het hekwerk naar achteren trekt. Hierdoor wordt het hekwerk flink uit zijn fatsoen getrokken en opnieuw beschadigd.
Op 02.14 is te zien dat de manspersoon een harde trap met zijn linkervoet tegen de linker onderzijde van het hekwerk aangeeft.
Op de camera is dit net niet te zien, maar dit is de plek waar de motor van het hekwerk zich bevind. Vervolgens trekt de manspersoon mijn rechterarm het hekwerk weer naar achteren toe waardoor het hekwerk nog meer open komt te staan.”
5.5
Bij de aan de Hoge Raad gezonden stukken van het geding bevindt zich - voor zover hier van belang - een formulier ‘Verzoek tot schadevergoeding’ met bijlagen van de benadeelde partij [betrokkene 14] van 10 maart 2020. Dit formulier houdt onder meer het volgende in:
“3.1 Hoe is uw schade ontstaan? Als gevolg van (…) vernieling door verdachte.
4A Materiële schade
(…)
Poort € 1655,00”
5.6
Het als bijlage 1 bij genoemd formulier gevoegde schadeonderbouwingsformulier houdt, voor zover van belang, het volgende in:
“Korte situatieschets(…)
Daarnaast heeft de verdachte de poort van benadeelde beschadigd door hiertegen aan te schoppen. Als gevolg van deze gebeurtenissen heeft benadeelde materiële (…) schade geleden.
(…)
Materiële schade
(…)
Poort € 1655,00
Verdachte heeft tegen de poort van benadeelde getrapt. Hierdoor is de linkerzijde van de geautomatiseerde bedieningsmodule van de poort beschadigd. Het systeem is verouderd waardoor zowel de linker als rechter module vervangen moesten worden, omdat de oude niet meer leverbaar zijn (zie bijlage 9).”
5.7
Bijlage 9 bij het schadeonderbouwingsformulier houdt, voor zover van belang, het volgende in:
“ [betrokkene 7]
[plaats] , 30 november 2018
Geachte [betrokkene 7] ,
Graag geven wij u een prijsopgave voor het herstel van de schade aan uw poort.
- 1 DITEC POWER 35 24V kit (incl. 2 bovengrondse poortmotoren, 2 ophangbeugels, sturingskast, set fotocellen en 2 handzenders) = 1290,00
- Arbeidskosten afhangen poortdelen en bevestigen poortmotoren = 295,00 (5 manuren à 59,00)
- Voorrijkosten = 70,00
Totaal inclusief BTW = 1.655,00.
N.b.: het aansluiten van de motoren en het plaatsen + installeren van de sturingskast en fotocellen door een elektricien zijn niet meegenomen in de kostenraming.
Met vriendelijke groet,
[G] bv
[betrokkene 15] ”
5.8
Het proces-verbaal van de terechtzitting in hoger beroep van 21 februari 2022 houdt, voor zover van belang, het volgende in:
“(…)
Voorts is verschenen de benadeelde partij. [betrokkene 7] , en haar partner [betrokkene 16] .
(…)
Aanvullend merkt [betrokkene 7] - zakelijk weergegeven - nog op:
De vordering is in eerste aanleg toegewezen voor de schade aan het hek. Ik had liever gezien dat hij was veroordeeld voor de mishandeling. Ik handhaaf de vordering.
(…)
[betrokkene 7] voert het woord - zakelijk weergegeven - als volgt:
Wij hebben de kosten beperkt door het hek zelf te repareren. De camera en de schakelkast waren stuk.”
5.9
De door de raadsvrouw van de verdachte ter terechtzitting van het hof van 21 februari 2022 overgelegde pleitnota houdt, voor zover van belang en met weglating van voetnoten, het volgende in:
“Vordering benadeelde partij [betrokkene 7]
De verdediging verzoekt om de vordering benadeelde partij af te wijzen, subs, niet-ontvankelijk te verklaren. Cliënt betwist dat het hek stuk is gegaan. Op de camerabeelden in het dossier is te zien dat het hekwerk zelf niet kapot is. Weliswaar wordt beschreven dat het hek na de schop ertegen niet meer goed sluit, maar dit kan te maken hebben met dat de armen die het hek openen en sluiten, afgesteld moeten worden. Nergens blijkt echter dat het hek of het mechaniek kapot is gegaan.
Volgens benadeelde zat het zo:
Wij hebben een expert er naar laten kijken en die vertelde ons het volgende:
De automatische bedieningsmodule moet vervangen worden aan de linkerzijde.
Omdat ons systeem verouderd is moeten zowel de linker als de rechter module vervangen worden omdat de oude niet meer leverbaar zijn. Om dit allemaal te laten repareren kost het ons 1657.00 euro.
Een verklaring van die expert zit niet bij de stukken. In het dossier is geen onderbouwing voor de geclaimde schade. Er is alleen een offerte aangeleverd. Die offerte vermeldt een duurdere variant van de installatie. Er is echter niet eens een factuur overgelegd.
Een aanwijzing hiervoor vindt u ook terug op de offerte. Daar staat:
N.b.: het aansluiten van de motoren en het plaatsen + installeren van de sturingskast en fotocellen door een elektricien zijn niet meegenomen in de kostenraming.
Waarom zouden al die handelingen nodig zijn? Cliënt heeft enkel een schop tegen het hek gegeven, niet tegen een sturingskast of fotocellen.
Een compleet nieuwe set (inclusief de sturingskast en de fotocellen) kost bij hetzelfde bedrijf maar € 1190. Deze set is geschikt voor de afmeting van de desbetreffende poort (tot 5 meter breed). En daar zit alles dan in. Op de offerte staat echter een set voor een poort met een totale breedte van tot 8 meter. Op de foto’s is te zien dat de poort ongeveer zo breed is als de lengte van de VW Polo. En die is 4,06 meter.
De kosten van de werkzaamheden en voorrijkosten worden ook betwist. De poort heeft al een installatie, het is een kwestie van de oude bouten losdraaien, de armen installeren, en klaar. Waarom zou dat 5 uur moeten kosten? Er is ook geen daadwerkelijke rekening gestuurd, waaruit dan kan blijken hoe hoog de kosten werkelijk zijn. Wat hier mogelijk gebeurd is, is dat het systeem helemaal niet kapot was, maar alleen wat afstelling behoefde. Dat verklaart dan ook waarom de rekening niet is aangeleverd.
Zou dat materiaal nog allemaal nog aangeleverd moeten worden, dan zou het hele strafproces daardoor worden opgehouden. Dit zou dan op zitting uitgezocht moeten worden. In een civiele zaak zou over zoiets nog wel een comparitie gehouden kunnen worden. Zou dit op de strafzitting uitgezocht moeten worden, dat behandeling een te grote belasting van het strafproces zou worden.
Volgens de wet moet de vordering langs civiele lijnen worden behandeld. De civiele rechter zou deze vordering met deze gebrekkige onderbouwing niet toewijzen. De verdediging verzoekt dan ook om de vordering niet-ontvankelijk te verklaren.”
5.10
In aanvulling op de pleitnota is nog het volgende opgemerkt:
“Ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij [betrokkene 7] merk ik op dat cliënt is mishandeld. Ook is zijn auto vernield. Zelf heeft hij nooit geweld gebruikt. De mate van eigen schuld dient ook te worden meegewogen. Bovendien had de vordering wel beter mogen worden onderbouwd. De verklaring van de expert zit niet bij de stukken”
5.11
Het bestreden arrest houdt, voor zover van belang, het volgende in:
“De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 5.668,72. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen tot een bedrag van € 1.655,00. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd. Het hof heeft in hoger beroep te oordelen over de gevorderde schadevergoeding.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is het hof voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het in de zaak met parketnummer 05-051623-19 onder 1 en 3 bewezenverklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden tot na te melden bedrag. Het hof acht het gevorderde bedrag een redelijk bedrag voor de geleden schade. Tevens is de schade door de verdediging onvoldoende gemotiveerd betwist. In eerste aanleg is (de hoogte van) de schade niet betwist. Vervolgens brengt verdachte kort voor de behandeling in hoger beroep een print van een internetpagina in het geding waaruit zou moeten blijken dat de reparatie goedkoper had gekund. Nog daargelaten dat die print niets zegt over de kosten enkele jaren geleden, is het prijsverschil niet zodanig dat gezegd zou kunnen worden dat de door de benadeelde partij gedeclareerde kosten niet redelijk zouden zijn. Daarnaast heeft de benadeelde partij ter zitting aangegeven dat zij de schade heeft beperkt door zelf montagewerkzaamheden uit te voeren. Verdachte is tot vergoeding van de gevorderde schade gehouden zodat de vordering tot dat bedrag zal worden toegewezen.
Voor het overige is uit het onderzoek ter terechtzitting onvoldoende gebleken dat de benadeelde partij rechtstreeks schade heeft geleden. Verdachte is in zoverre niet tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering voor het overige zal worden afgewezen.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [betrokkene 14] , ter zake van het in de zaak met parketnummer 05-051623-19 onder 1 en 3 bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 1.655,00 (duizend zeshonderdvijfenvijftig euro) als vergoeding voor materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 26 (zesentwintig) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de materiële schade op 13 november 2018.
Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal het hof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.”
5.12
In de toelichting op het middel wordt opgekomen tegen de overweging dat het hof het gevorderde bedrag een redelijk bedrag voor de geleden schade acht, dat de verdachte in eerste aanleg geen verweer zou hebben gevoerd, dat de vordering onvoldoende gemotiveerd betwist zou zijn en dat de benadeelde de schade zou hebben beperkt door zelf montagewerkzaamheden uit te voeren. Geklaagd wordt dat niet is onderbouwd waarom het een redelijk bedrag zou zijn. Ook zou het hof een onjuiste maatstaf hebben toegepast bij zijn oordeel dat de verdachte in eerste aanleg geen verweer zou hebben gevoerd, nu bij pleidooi wel degelijk verweer is gevoerd tegen de hoogte van de schadevergoeding en in de appelschriftuur is vermeld dat de verdachte het niet eens was met de beslissing. Verder motiveert het hof niet waarom de betwisting onvoldoende gemotiveerd zou zijn, hetgeen niet zonder meer begrijpelijk is in het licht van de vrij uitvoerige betwisting van de hoogte van de schade. Dat het hof het volledige bedrag van € 1.655,- toewijst zou niet begrijpelijk zijn gelet op de overweging van het hof dat de benadeelde partij zelf de montagewerkzaamheden heeft verricht.
5.13
Door en namens de benadeelde partij is gesteld dat het in de zaak met parketnummer 05-051623-19 onder 3 bewezenverklaarde heeft geleid tot schade aan de poort, te weten beschadiging van de linkerzijde van de geautomatiseerde bedieningsmodule van de poort. De gestelde schade vindt steun in het onder 5.4 weergegeven bewijsmiddel. Het oordeel van het hof dat een bedrag van € 1.655,00 een redelijk bedrag is voor de geleden schade is in het licht van de door de benadeelde partij gegeven toelichting dat beide bedieningsmodules vervangen moeten worden en in het licht van de daartoe overgelegde offerte (zoals onder 5.7 is weergegeven) niet onbegrijpelijk. Het oordeel van het hof dat de door de benadeelde partij gestelde schade door de verdediging onvoldoende gemotiveerd is betwist en dat de door de verdachte overgelegde print niet in de weg staat aan het oordeel dat het gevorderde bedrag een redelijk bedrag is, zijn dat evenmin. Daarbij neem ik in aanmerking dat uit de door de verdachte overgelegde print - anders dan uit de offerte - enkel blijkt van de kosten van 1 DITEC POWER 25 24V kit à € 1.190,00 en dit bedrag slechts € 100,- verschilt van het bedrag in de door de benadeelde partij overgelegde offerte (die dateert van november 2018). Genoemde offerte houdt daarnaast in dat “het aansluiten van de motoren en het plaatsen + installeren van de sturingskast en fotocellen door een elektricien” niet zijn meegenomen in de kostenraming. Kennelijk en niet onbegrijpelijk heeft het hof de door de benadeelde partij ter terechtzitting gemaakte opmerking dat zij de kosten beperkt hebben door het hek zelf te repareren zo verstaan dat die kostenbeperking ziet op dit onderdeel van de offerte en niet op de daarin genoemde arbeids-en voorrijkosten. Gelet op het voorgaande heeft het hof de beslissing tot toewijzing van de vordering tot een bedrag van € 1.655,00 als vergoeding voor materiële schade toereikend gemotiveerd.
5.14
Het middel faalt en kan worden afgedaan met de aan art. 81 RO ontleende motivering.
6. Ambtshalve heb ik geen gronden aangetroffen die tot vernietiging van de bestreden uitspraak aanleiding behoren te geven.
7. Deze conclusie strekt tot vernietiging van de bestreden uitspraak, maar uitsluitend wat betreft de beslissingen ter zake van het in de zaak met parketnummer 05-264147-19 onder 2 bewezenverklaarde en de strafoplegging, waaronder begrepen de beslissing omtrent de vordering van de benadeelde partij [aangeefster] , en tot terugwijzing van de zaak naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, opdat de zaak in zoverre op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan en tot verwerping van het beroep voor het overige.
De Procureur-Generaal
bij de Hoge Raad der Nederlanden
AG
Voetnoten
Voetnoten Conclusie 19‑12‑2023
Zie bijv. HR 24 januari 2023, ECLI:NL:HR:2023:91.
HR 8 februari 1897, W 6926 “dat tot de strafbaarheid der bedreiging niet wordt vereischt, dat zij werkelijk indruk op den bedreigde gemaakt heeft, maar alleen, dat zij dien heeft kunnen maken”.
Vgl. PHR 7 maart 2006, ECLI:NL:PHR:2006:AV4824 onder 13.
Het bewijsmiddel houdt in “Laat geen spaan van je heel”.
Die context ligt anders voor de bewezenverklaarde bewoordingen “Ik maak gehakt van je” in de zaak met parketnummer 05-051623-19 onder 1 (bedreiging van zus, zwager en neef).
Het feit is door het hof gekwalificeerd als “bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht”.
Vgl. bijv. HR 11 december 2007, ECLI:NL:HR:2007:BB7701.
Deze vordering is blijkens de formulieren ‘Verzoek tot schadevergoeding’ met bijlagen en het schadeonderbouwingsformulier gestoeld op het in de zaak met parketnummer 05-264147-19 onder 1 en 2 bewezenverklaarde, waarbij voor de belaging een bedrag van € 1.000,- wordt gevorderd en voor de bedreiging een bedrag van € 200,00.
Beroepschrift 09‑10‑2022
Hoge Raad strafgriffie
Postbus 20303
2500 EH Den Haag
tevens per upload
Dagtekening | : Apeldoorn, 9 oktober 2022 |
Onze referentie | : D101841/MS |
Zaaknummer | : 22/00824 |
Parketnummer | : 21-003398-20 |
Cliënt | : De heer [verdachte] |
Advocaat | : mr. J.C.H. Pronk |
E-mail direct |
Cassatieschriftuur
Edelhoogachtbaar college,
De heer [verdachte] (verdachte), requirant van cassatie, heeft zich tot mij gewend inzake het cassatieberoep tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 7 maart 2022. Verdachte woont op het adres [adres], [postcode] [woonplaats]. Verdachte kiest voor deze aangelegenheid domicilie op mijn kantoor op het adres in het briefhoofd.
Verdachte heeft mij, mr. J.C.H. Pronk, advocaat, bepaaldelijk gevolmachtigd om beroep in cassatie in te stellen en om deze cassatieschriftuur in te dienen en te ondertekenen.
Middel I
Naleving is verzuimd van op straffe van nietigheid in acht te nemen vormvoorschriften,
doordat het gerechtshof ten onrechte tot de bewezenverklaring komt dat verdachte
‘‘in of omstreeks de periode van 1 augustus 2019 tot en met 29 augustus 2019, te [a-plaats], althans in Nederland, [aangeefster] (zijn ex-vrouw) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door die [aangeefster] (middels voicemailberichten en/of e-mailberichten) dreigend de woorden toe te voegen ‘ik maak gehakt van je’ en/of ‘ik laat geen spaan van je heel’, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;’ (p. 4 arrest)’
aangezien het gerechtshof niet motiveert waarom het slachtoffer zich daadwerkelijk bedreigd had moeten voelen, omdat uit de context van de berichten op zijn minst aannemelijk is dat deze twee uitdrukkingen bedoeld waren om de door verdachte gehoopte uitkomst van de rechtszaak over het gezag te schetsen. Verdachte heeft het slachtoffer nooit enige fysieke schade berokkend. En uit de communicatie blijkt dat over en weer nogal heftige taal werd geuit. Zonder nadere motivering waarom het slachtoffer dan toch daadwerkelijk angst had moeten hebben dat verdachte haar iets aan zou doen, is het oordeel van het gerechtshof onbegrijpelijk, en schendt het hof het toetsingskader zoals uiteengezet in jurisprudentie van de Hoge Raad, zoals het arrest ECLI:NL:HR:2O18:245.
Toelichting
Onderdeel van bedreiging is wel dat het slachtoffer zich daadwerkelijk bedreigd heeft moeten voelen. Het is aan het gerechtshof om dat te motiveren. Dat heeft het gerechtshof niet gedaan. Daarmee heeft het gerechtshof de lijn van de Hoge Raad, zoals in het arrest van 18 januari 2005, NJ 2005/145 en in het arrest ECLI:NL:HR:2O18:245 geschonden.
Middel II
doordat het gerechtshof ten onrechte 3 maanden gevangenisstraf voorwaardelijk en 150 uur taakstraf onvoorwaardelijk heeft opgelegd, met enkel als motivering:
‘Het hof acht een onvoorwaardelijke gevangenisstraf gelet op de aard en ernst van de gepleegde feiten in beginsel gerechtvaardigd. Het hof heeft ook de indruk dat oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf eraan kan bijdragen dat verdachte eindelijk stopt met het belagen van personen waarvan hij vindt dat die hem tegenwerken. […]
De voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van drie maanden dient verdachte te weerhouden opnieuw soortgelijke strafbare feiten te plegen. Dit betekent niet dat verdachte geheel gevrijwaard moet blijven van boetedoening voor hetgeen hij heeft gedaan. Het hof zal hem daarom een onvoorwaardelijke taakstraf voor de duur van 150 uren opleggen.’
aangezien bij pleidooi het uitdrukkelijk onderbouwde standpunt was aangevoerd dat het sindsdien van de zijde van verdachte rustig was gebleven (p. 2 pleitnota in appel, ook blijkens de justitiële documentatie) met als conclusie strafmatiging (p. 8 pleitnota in appel), terwijl het hof desondanks is uitgaan van een noodzaak van een vrijheidsstraf om verdachte te weerhouden van gedrag dat hij al die tijd al niet had laten zien. Die noodzaak heeft het hof zonder nadere motivering en zonder feitelijke onderbouwing aangenomen, en tegen het uitdrukkelijk onderbouwde standpunt in, en zonder nadere motivering. Het hof heeft gebrekkig gemotiveerd waarom gevangenisstraf nodig is, omdat de enige onderbouwing die het hof geeft, wordt tegengesproken door de feiten én door het uitdrukkelijk onderbouwde standpunt van de verdediging, en dus het oordeel niet kan dragen.
Toelichting
De verdediging heeft, zoals blijkt uit de pleitnota, diverse verzachtende omstandigheden naar voren gebracht tijdens het onderzoek ter terechtzitting bij het gerechtshof met het standpunt dat daar bij de strafmaat in matigende zin rekening mee gehouden zou moeten worden. De volgende verzachtende omstandigheden zijn onder andere naar voren zijn gebracht:
- —
Het was al sinds de zitting van de politierechter rustig, cliënt is niet meer de fout ingegaan.
- —
Client voelde zich niet gehoord door instanties. De instanties kozen de kant van moeder, terwijl dit later onterecht bleek te zijn. Moeder heeft gevraagd om client uit het gezag te zetten, maar de uitspraak heeft het omgekeerde tot gevolg gehad.
- —
De persoonlijke omstandigheden van client. Client was ten tijde van de gebeurtenissen depressief en had hier ook medicatie voor. Verder is hij zijn eigen bedrijf kwijtgeraakt en heeft hij ten tijde van het feit een burn-out gehad.
- —
De aanleiding voor het berichtenverkeer. De aanleiding was het welzijn van zijn kinderen: hoe er met zijn kinderen werd omgegaan, door moeder en in eerste instantie ook door de hulpverlening.
- —
Het taalgebruik — hoe ongepast ook — ziet duidelijk op familieproblemen en op de voortgang in de familiezaak.
- —
Client heeft professionele hulp gezocht voor zijn boosheid en heeft onder andere EMDR-therapie gekregen.
- —
Client heeft op dit moment de volledige zorg over zijn kinderen.
De beslissing van het gerechtshof wijkt af van het uitdrukkelijk onderbouwde standpunt van de verdediging, aangezien het gerechtshof onvoldoende rekening heeft gehouden met de verzachtende omstandigheden. Het hof heeft niet gemotiveerd waarom hij is afgeweken van het uitdrukkelijk onderbouwde standpunt van de verdediging. Het gerechtshof heeft een toch wel forse straf opgelegd van 3 maanden gevangenisstraf voorwaardelijk én 150 uur taakstraf onvoorwaardelijk, zonder te motiveren hoe zij tot de hoogte van die straf is gekomen en waarbij onvoldoende blijk is gegeven of en in hoeverre de naar voren gebrachte verzachtende omstandigheden überhaupt zijn meegewogen bij de strafmaat.
Middel III
Dit middel richt zich tegen de toewijzing van de schadevergoeding voor benadeelde [aangeefster].
Het recht — in het bijzonder art. 6:106, onderdeel b, van het Burgerlijk Wetboek, artt. 149 en 150 Rv, — is geschonden en/of naleving is verzuimd van op straffe van nietigheid in acht te nemen vormvoorschriften,
doordat het gerechtshof de schade van de benadeelde [aangeefster] enkel omschrijft en onderbouwt met de passage:
‘‘Uit het onderzoek ter terechtzitting is het hof voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het in de zaak met parketnummer 05-264147-19 onder 1 en 2 bewezenverklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden tot na te melden bedrag. Verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering tot dat bedrag zal worden toegewezen.’ (p. 6 arrest)’
aangezien het hof volgens jurisprudentie van de Hoge Raad, zoals het arrest ECLI:NL:HR:2O21:1127, vast had moeten stellen wat de aard en ernst van de normschending was, en de gevolgen daarvan voor benadeelde, terwijl noch uit die overweging van het hof noch uit de rest van zijn arrest blijkt op welke gronden sprake is van aantasting in de persoon op andere wijze, of toebrengen van immateriële schade als oogmerk.
Toelichting
In verschillende arresten heeft de Hoge Raad nader uitgelegd hoe de rechter immateriële schade dient vast te stellen. Dat houdt in vaststellen wat de aard en ernst van de normschending was, en wat de gevolgen daarvan voor benadeelde zijn geweest. Dat ontbreekt hier allemaal. Is het immateriële schade? Welke vorm van immateriële schade is het? Is het nadeel waarvan verdachte het oogmerk gehad zou hebben om dat toe te brengen? Of is het aantasting in de persoon? Impliciet lijkt het hof aan te nemen dat de nadelige gevolgen zo voor de hand liggen dat die mogen worden aangenomen. Maar dat heeft de Hoge Raad in het arrest ECLI:NL:HR:2019:1465 al beoordeeld als een onjuiste rechtsopvatting. In dat arrest legt de Hoge Raad uit dat ‘de enkele verwijzing naar de billijkheid niet volstaat ter motivering’ dat zich nadeel in de zin van aantasting in de persoon voordoet. In de motivering van het arrest waartegen het cassatieberoep zich richt, is de motivering nog dunner dan in het zojuist aangehaalde arrest.
Het oordeel van het gerechtshof is zonder nadere motivering onbegrijpelijk, want het miskent het toetsingskader zoals de Hoge Raad dat heeft uiteengezet in de genoemde arresten.
Middel IV
Dit middel richt zich tegen de toewijzing van de schadevergoeding voor benadeelde[betrokkene 1]
Het recht — in het bijzonder artt. 149 en 150 Rv, art. 6:162 BW en art. 361 lid 4 Sv — is geschonden en/of naleving is verzuimd van op straffe van nietigheid in acht te nemen vormvoorschriften,
doordat het gerechtshof de toewijzing ten onrechte omschrijft en onderbouwt met de passage:
‘‘Uit het onderzoek ter terechtzitting is het hof voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het in de zaak met parketnummer 05-05 1623-19 onder 1 en 3 bewezenverklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden tot na te melden bedrag. Het hof acht het gevorderde bedrag een redelijk bedrag voor de geleden schade. Tevens is de schade door de verdediging onvoldoende gemotiveerd betwist. In eerste aanleg is (de hoogte van) de schade niet betwist. Vervolgens brengt verdachte kort voor de behandeling in hoger beroep een print van een internetpagina in het geding waaruit zou moeten blijken dat de reparatie goedkoper had gekund. Nog daargelaten dat die print niets zegt over de kosten enkele jaren geleden, is het prijsverschil niet zodanig dat gezegd zou kunnen worden dat de door de benadeelde partij gedeclareerde kosten niet redelijk zouden zijn. Daarnaast heeft de benadeelde partij ter zitting aangegeven dat zij de schade heeft beperkt door zelf montagewerkzaamheden uit te voeren. Verdachte is tot vergoeding van de gevorderde schade gehouden zodat de vordering tot dat bedrag zal worden toegewezen.’ (p. 7 arrest)’
aangezien uit de pleitnota blijkt dat onder meer aangevoerd was dat de omvang van de schade niet is onderbouwd door benadeelde, niet onderbouwd is waarom het een redelijk bedrag zou zijn, niet relevant is dat in eerste aanleg geen verweer zou zijn gevoerd, niet gemotiveerd is waarom de betwisting onvoldoende gemotiveerd zou zijn, en onbegrijpelijk is waarom het zelf uitvoeren van montagewerkzaamheden niet in aftrek genomen is op het geoffreerde bedrag, dat mede uit montagewerkzaamheden bestond. Het oordeel van het gerechtshof is op dit punt dus niet zonder meer begrijpelijk.
Toelichting
De beslissing over de vordering benadeelde partij moet met redenen zijn omkleed. Die redenen moeten dan natuurlijk wel valide zijn. Het gerechtshof legt aan de toewijzing van deze schadevergoeding het volgende ten grondslag:
- 1.
‘Het hof acht het gevorderde bedrag een redelijk bedrag voor de geleden schade.’
- 2.
De verdachte zou in eerste aanleg geen verweer hebben gevoerd.
- 3.
De vordering zou onvoldoende gemotiveerd betwist zijn.
- 4.
De benadeelde zou de schade hebben beperkt door zelf montagewerkzaamheden uit te voeren.
Daar mankeert het volgende aan.
- 1.
Waarom het een redelijk bedrag zou zijn, is niet onderbouwd.
- 2.
Het gerechtshof heeft daarmee een onjuiste maatstaf heeft toegepast. Geen rechtsregel verzet zich tegen het voeren van verweer in hoger beroep. Daarnaast is bij pleidooi weliswaar niet tegen de schadevergoeding inzake het hek, maar wel degelijk verweer gevoerd tegen de hoogte van die schadevergoeding. Bij appelschriftuur is er dan ook op ingegaan dat verdachte het niet eens was met de beslissing dienaangaande.
- 3.
Het gerechtshof motiveert niet waarom de betwisting onvoldoende gemotiveerd zou zijn. In het licht van de toch vrij uitvoerige inhoudelijke betwisting van de hoogte van de schade, zoals vermeld in de pleitnota, is dat niet zonder meer begrijpelijk.
- 4.
De montagewerkzaamheden waren vermeld in de offerte tegen een bedrag van € 1.655. Dat bedrag neemt het gerechtshof ongewijzigd over, terwijl het hof eveneens aan de hoogte van het bedrag ten grondslag neemt dat de benadeelde zelf de montagewerkzaamheden hebben verricht.
In hoger beroep is uitvoerig gemotiveerd verweer gevoerd op de vordering. De hoogte van de schade is inhoudelijk gemotiveerd betwist. Het gerechtshof had de regel ‘wie stelt, bewijst’ moeten toepassen. In plaats daarvan noemt het hof de betwisting onvoldoende gemotiveerd, terwijl juist uitgebreid gemotiveerd geklaagd was over het ontbreken van onderbouwing van de vordering ten aanzien van de schade aan het hek. De verdediging had onder meer aangevoerd:
- •
dat geoffreerd was op een duurdere installatie dan daar aanwezig was en ook evident duurder dan nodig, want bedoeld voor een veel grotere poort dan die van benadeelde en met veel meer apparatuur dan nodig, zoals een nieuwe sturingskast en fotocellen;
- •
dat zelfs inclusief sturingskast en fotocellen de kosten al veel lager uitpakten, zoals bleek uit de informatie van de website van dezelfde leverancier;
- •
dat er geen stukken waren waaruit de werkelijke schade kon blijken. Er was bijvoorbeeld geen taxatierapport of iets dergelijks aangevraagd.
Het hof had ofwel in zijn arrest moeten uitleggen waarom de verdediging dit dan verkeerd ziet, ofwel de vordering geheel of gedeeltelijk niet ontvankelijk moeten verklaren of moeten afwijzen.
Er was maar liefst 5 uur werk geoffreerd voor een technisch erg eenvoudige wijziging. Die hoeveelheid werk had de verdediging eveneens gemotiveerd betwist. Daarentegen was er geen enkel bewijsstuk waaruit de werkelijke kosten dan hadden kunnen blijken, zoals een factuur of een taxatierapport. Het was in het licht van de genoemde artikelen en de jurisprudentie daaromtrent aan benadeelde om te bewijzen dat de kosten werkelijk zo hoog waren als gesteld. Het kan niet van verweerder verwacht worden dat hij bewijst dat de kosten niet zo hoog waren. Dat zou een onmogelijke bewijsopdracht zijn. Om het standpunt van de verdediging dan af te doen als onvoldoende gemotiveerd betwist, is dan ook zonder nadere motivering onbegrijpelijk.
Belang
Het belang van de cassatieprocedure is het matigen van de strafmaat, waarbij tenminste erkend zou moeten worden dat cliënt zich reeds geruime tijd al niet meer schuldig maakt aan bedreigend en belagend gedrag, en het matigen van de te hoge schadevergoedingen. Een en ander is ook relevant omdat vlak voor de zitting van het gerechtshof het slachtoffer mw. [slachtoffer 1] zich het leven had genomen, nota bene op de verjaardag van verdachte. De behandeling op de zitting vond daardoor plaats in een uiterst gespannen sfeer. Hoewel de verdachte juist wél reflecteerde op zijn gedrag, onder meer blijkens het proces-verbaal van de zitting, zet het gerechtshof verdachte neer als iemand die helemaal niet reflecteert.
De verdediging vindt dat de straf en de schadevergoedingen lager zouden moeten zijn en verzoekt u dus om het arrest te casseren.
Hoogachtend,
mr. J.C.H. Pronk
advocaat