NJB 2024/508
Bedreiging ‘met enig misdrijf tegen het leven gericht’, art. 285 lid 1 Sr: is daarvan sprake door aan ex-vrouw dreigend de woorden toe te voegen ‘ik maak gehakt van je’ en/of ‘ik laat geen spaan van je heel’? In casu kan uit de gebruikte bewijsmiddelen niet zonder meer worden afgeleid dat de bewezenverklaarde uitlatingen van de verdachte in de gegeven omstandigheden van dien aard waren dat bij aangeefster in redelijkheid de vrees kon ontstaan dat zij door toedoen van de verdachte het leven zou verliezen.
HR 13-02-2024, ECLI:NL:HR:2024:223
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13 februari 2024
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, A.E.M. Röttgering, C.N. Dalebout
- Zaaknummer
22/00824
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2024:223, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑02‑2024
ECLI:NL:PHR:2023:1176, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 19‑12‑2023
Beroepschrift, Hoge Raad, 09‑10‑2022
- Wetingang
(art. 285 Sr)
Essentie
Bedreiging ‘met enig misdrijf tegen het leven gericht’, art. 285 lid 1 Sr: is daarvan sprake door aan ex-vrouw dreigend de woorden toe te voegen ‘ik maak gehakt van je’ en/of ‘ik laat geen spaan van je heel’? In casu kan uit de gebruikte bewijsmiddelen niet zonder meer worden afgeleid dat de bewezenverklaarde uitlatingen van de verdachte in de gegeven omstandigheden van dien aard waren dat bij aangeefster in redelijkheid de vrees kon ontstaan dat zij door toedoen van de verdachte het leven zou verliezen.
Uitspraak
Inleiding
Verdachte is veroordeeld omdat hij – kort gezegd – ‘[aangeefster] (zijn ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.