WR 2014/70
Huurprijs woonruimte – redelijk aanbod – beëindiging huurovereenkomst: huurverhogingsvordering met beroep op EHRM 19 juni 2006 (Hutten-Czapska/Polen); wettelijke huur(prijs)beschermingsbepalingen geen ongeoorloofde inbreuk op eigendomsrecht verhuurder; toetsingskader EHRM 2 juli 2013 (Nobel c.s./Nederland) (Vervolg op WR 2011/21, WR 2012/88 en zie ook WR 2014/1)
HR 04-04-2014, ECLI:NL:HR:2014:826 (Nobel/Brommert)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
4 april 2014
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, C.A. Streefkerk, C.E. Drion, G. Snijders, M.V. Polak
- Zaaknummer
12/04165
- Roepnaam
Nobel/Brommert
- Vakgebied(en)
Huurrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:826, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 04‑04‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:9, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑01‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 24‑07‑2012
- Wetingang
(art. 7:274 lid 1 sub d BW; art. 1 EP EVRM)
Essentie
Huurprijs woonruimte – redelijk aanbod – beëindiging huurovereenkomst: huurverhogingsvordering met beroep op EHRM 19 juni 2006 (Hutten-Czapska/Polen); wettelijke huur(prijs)beschermingsbepalingen geen ongeoorloofde inbreuk op eigendomsrecht verhuurder; toetsingskader EHRM 2 juli 2013 (Nobel c.s./Nederland) (Vervolg op WR 2011/21, WR 2012/88 en zie ook WR 2014/1)
Samenvatting
Art. 1 EP EVRM bevat een drietal regels. De eerste regel geeft eenieder het recht op een ongestoord genot van zijn eigendom. De tweede regel verbindt voorwaarden aan het kunnen ontnemen van eigendom en de derde regel onderkent dat een Staat de bevoegdheid ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.