Einde inhoudsopgave
Besluit 2014/401/GBVB betreffende het satellietcentrum van de Europese Unie en tot intrekking van Gemeenschappelijk Optreden 2001/555/GBVB
Artikel 7 Directeur
Geldend
Geldend vanaf 26-06-2014
- Bronpublicatie:
26-06-2014, PbEU 2014, L 188 (uitgifte: 27-06-2014, regelingnummer: 2014/401/GBVB)
- Inwerkingtreding
26-06-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-06-2014, PbEU 2014, L 188 (uitgifte: 27-06-2014, regelingnummer: 2014/401/GBVB)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Instituties
Openbare orde en veiligheid / Preventie
1.
Het bestuur selecteert en benoemt de directeur van het SATCEN uit onderdanen van de lidstaten op aanbeveling van een adviescomité. De directeur wordt benoemd voor een periode van drie jaar, die met één periode van twee jaar kan worden verlengd.
2.
Gelet op de technische en operationele aard van de opdracht van het SATCEN dienen de kandidaten voor de post van directeur te beschikken over een erkende ruime deskundigheid en ervaring op het gebied van geospatiale informatie en beeldanalyse en of op het gebied van buitenlandse betrekkingen en veiligheidsbeleid. De lidstaten dragen kandidaten voor aan het bestuur. Het adviescomité is samengesteld uit de HV (of diens vertegenwoordiger) die het comité voorzit, uit drie vertegenwoordigers van de lidstaten uit het trio-voorzitterschap, en uit een vertegenwoordiger van de EDEO; het adviescomité beveelt het bestuur ten minste drie kandidaten aan met het oog op de selectie en benoeming van de directeur.
3.
De directeur vertegenwoordigt het SATCEN in rechte.
4.
De directeur is belast met het aanwerven van al het andere personeel van het SATCEN.
5.
Na goedkeuring door het bestuur benoemt de directeur de plaatsvervangend directeur van het SATCEN. De plaatsvervangend directeur wordt benoemd voor een periode van drie jaar, die eventueel met één periode van drie jaar kan worden verlengd met de instemming van het bestuur.
6.
De directeur is belast met de uitvoering van de opdracht van het SATCEN als vervat in artikel 2. De directeur zorgt ervoor dat het SATCEN gekenmerkt wordt door een hoge mate van deskundigheid en vakkundigheid, en dat de activiteiten van het SATCEN op een doeltreffende en effectieve manier volbracht worden. De directeur neemt daartoe de nodige maatregelen, waaronder personeelsopleidingen en het uitvoeren van onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten ter ondersteuning van zijn opdracht.
De directeur is ook belast met de hem in dit besluit toegewezen taken:
- a)
de werkzaamheden van het bestuur voorbereiden en in het bijzonder het jaarlijks ontwerpwerkprogramma van het SATCEN opstellen;
- b)
het dagelijkse bestuur van het SATCEN;
- c)
de staat van ontvangsten en uitgaven opstellen en de begroting van het SATCEN uitvoeren;
- d)
beveiligingsaspecten;
- e)
personeelsaangelegenheden;
- f)
het PVC informeren over het jaarlijks werkprogramma;
- g)
werkbetrekkingen aanknopen en samenwerking tot stand brengen met de Commissie en met agentschappen of organen van de Unie, overeenkomstig artikel 18;
- h)
werkbetrekkingen aanknopen en samenwerking tot stand brengen met de instellingen van de lidstaten, overeenkomstig artikel 19;
- i)
werkbetrekkingen aanknopen en samenwerking tot stand brengen met derde staten, organisaties of entiteiten, overeenkomstig artikel 20;
- j)
onderhandelen over administratieve regelingen volgens de in de artikelen 18 en 20 vastgelegde procedure.
7.
Binnen het werkprogramma en de begroting van het SATCEN is de directeur gemachtigd om contracten te sluiten, voor de in de begroting goedgekeurde ambten personeel in dienst te nemen en de voor de werking van het SATCEN noodzakelijke betalingsverplichtingen aan te gaan.
8.
Elk jaar stelt de directeur uiterlijk op 31 maart een verslag op van de activiteiten van het SATCEN van het voorbije jaar. Het jaarverslag wordt toegezonden aan het bestuur en, via de HV, aan de Raad, die het verslag aan het Europees Parlement en aan de Commissie doet toekomen.
9.
De directeur legt verantwoording af aan het bestuur.