Einde inhoudsopgave
Besluit 2014/401/GBVB betreffende het satellietcentrum van de Europese Unie en tot intrekking van Gemeenschappelijk Optreden 2001/555/GBVB
Bijlage Bepalingen inzake de associatie van derde staten bij de activiteiten van het satcen
Geldend
Geldend vanaf 26-06-2014
- Bronpublicatie:
26-06-2014, PbEU 2014, L 188 (uitgifte: 27-06-2014, regelingnummer: 2014/401/GBVB)
- Inwerkingtreding
26-06-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-06-2014, PbEU 2014, L 188 (uitgifte: 27-06-2014, regelingnummer: 2014/401/GBVB)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Instituties
Openbare orde en veiligheid / Preventie
Artikel 1. Doelstelling
Bij deze bepalingen worden het toepassingsgebied en nadere voorschriften vastgesteld voor het betrekken van derde staten bij de activiteiten van het SATCEN.
Artikel 2. Toepassingsgebied
De in artikel 20, lid 3, van dit besluit bedoelde derde staten hebben het recht:
- a)
nationale verzoeken om een door het SATCEN te verrichten analyse van beeldmateriaal in te dienen;
- b)
kandidaten voor te stellen die voor een beperkte periode bij het SATCEN gedetacheerd worden als beeldanalist;
- c)
toegang te hebben tot de producten en diensten van SATCEN overeenkomstig artikel 5 van deze bepalingen.
Artikel 3. Verzoeken
- 1.
Derde staten kunnen verzoeken om een door het SATCEN te verrichten analyse van beeldmateriaal indienen bij de HV overeenkomstig artikel 2, lid 2, punt ii) van dit besluit.
- 2.
Indien de capaciteit van het SATCEN dat toestaat, geeft de HV het SATCEN dienovereenkomstig instructies, overeenkomstig artikel 3 van dit besluit.
- 3.
Derde staten laten elk verzoek naargelang de behoefte vergezeld gaan van de aanverwante gegevens en vergoeden het SATCEN overeenkomstig artikel 10, lid 4, van dit besluit en de in de financiële voorschriften van het SATCEN vastgelegde kostenverrekeningsheffing. De derde staten geven ook aan of de verzoeken en/of de producten voor andere derde staten of internationale organisaties beschikbaar moeten worden gesteld.
Artikel 4. Detachering van deskundigen
- 1.
Derde staten hebben het recht het SATCEN kandidaten voor te stellen die voor een beperkte periode als deskundigen gedetacheerd worden teneinde zich met de werking van het SATCEN vertrouwd te maken.
- 2.
Het aantal kandidaten dat in overweging genomen wordt, hangt af van het aantal vacatures.
- 3.
De duur van de detachering wordt bepaald op voorstel van de directeur van het SATCEN en is afhankelijk van de capaciteit van het SATCEN. Hierbij komen zoveel mogelijk kandidaten uit de betrokken derde staten in aanmerking.
- 4.
De kandidaten zijn ervaren deskundigen met voldoende beroepskwalificaties. Gedetacheerde deskundigen nemen in de regel deel aan de operationele activiteiten van het SATCEN waarbij commercieel beeldmateriaal gebruikt wordt.
- 5.
Deskundigen uit derde staten voldoen aan Besluit 2013/488/EU en leven de geheimhoudingsplicht van het SATCEN na.
- 6.
De derde staten betalen het salaris van hun gedetacheerde deskundigen, alsmede de toelagen, sociale lasten, reiskosten en inrichtingsvergoeding en eventuele bijkomende kosten voor de begroting van het SATCEN als bepaald in de in lid 8 bedoelde nadere voorschriften.
- 7.
De kosten van een opdracht die verband houden met de activiteiten van de gedetacheerde beeldanalyst uit derde staten in het SATCEN komen ten laste van de begroting van het SATCEN.
- 8.
De nadere voorschriften voor detachering worden door de directeur van het SATCEN opgesteld.
Artikel 5. Beschikbaarheid van de producten van het SATCEN
- 1.
De HV deelt de derde staten mee wanneer de overeenkomstig artikel 2 van dit besluit gevraagde producten bij de EDEO beschikbaar zijn.
- 2.
Verzoeken en overeenkomstig artikel 2, lid 1, van dit besluit gemaakte producten worden voor derde staten beschikbaar gesteld, wanneer de HV dat relevant acht voor dialoog, overleg en samenwerking tussen deze staten en de Unie in het kader van het GVDB.
- 3.
Verzoeken en overeenkomstig artikel 2, lid 1, van dit besluit gemaakte producten worden op besluit van de verzoekende partij voor derde staten beschikbaar gesteld.
Artikel 6. Raadgevend comité
- 1.
Er wordt een raadgevend comité opgericht dat wordt voorgezeten door de directeur van het SATCEN of diens vertegenwoordiger, en dat bestaat uit vertegenwoordigers van de leden van het bestuur en vertegenwoordigers van de derde staten die de in deze bijlage vervatte bepalingen hebben aanvaard. Het raadgevend comité kan in verschillende samenstellingen bijeenkomen.
- 2.
Het raadgevend comité behandelt kwesties van gemeenschappelijk belang die onder de in deze bijlage vervatte bepalingen vallen.
- 3.
Het raadgevend comité wordt bijeengeroepen door de voorzitter ervan, ambtshalve of op verzoek van ten minste een derde van de leden.
Artikel 7. Inwerkingtreding
- 1.
De in deze bijlage vervatte bepalingen worden met betrekking tot een derde staat van kracht op de eerste dag van de maand die volgt op de kennisgeving aan de HV door de bevoegde autoriteit van die derde staat dat deze staat de onderhavige bepalingen aanvaardt.
- 2.
De derde staat stelt de HV uiterlijk één maand vóór zijn beslissing om de onderhavige bepalingen niet meer na te leven van kracht wordt, daarvan in kennis.