Artikel 11 Begrotingsprocedure

De directeur legt elk jaar uiterlijk op 30 september een ontwerpjaarbegroting voor het SATCEN aan het bestuur voor, teneinde de huishoudelijke en operationele uitgaven en de verwachte ontvangsten voor het volgende begrotingsjaar, met inbegrip van bestemmingsontvangsten, te dekken, evenals indicatieve langetermijnvooruitzichten betreffende de uitgaven en ontvangsten met het oog op het ontwerpwerkprogramma voor de lange termijn.

Het bestuur keurt de jaarbegroting van het SATCEN uiterlijk op 30 november van elk jaar met eenparigheid van de vertegenwoordigers van de lidstaten goed.

In geval van onvermijdbare, uitzonderlijke of onvoorziene omstandigheden, kan de directeur een ontwerp van gewijzigde begroting aan het bestuur voorleggen. Het bestuur keurt, rekening houdend met de vereiste spoed, de gewijzigde begroting met eenparigheid van de vertegenwoordigers van de lidstaten goed.

De controle op het aangaan van betalingsverplichtingen en op de betalingen, alsmede op de vaststelling en de inning van de ontvangsten wordt uitgevoerd door een onafhankelijk financieel controleur die door het bestuur wordt benoemd.

De gedetailleerde rekeningen van alle ontvangsten en uitgaven van het voorgaande begrotingsjaar, alsmede een verslag over de activiteiten van het SATCEN worden jaarlijks uiterlijk op 31 maart door de directeur aan de Raad en het bestuur voorgelegd.

Het bestuur verleent de directeur kwijting voor de uitvoering van de begroting van het SATCEN.