Einde inhoudsopgave
Besluit aftrek van omzetbelasting 2020
5.2.4 Aftrek bij samenwerkingsverbanden zonder rechtspersoonlijkheid
Geldend
Geldend vanaf 15-12-2020
- Bronpublicatie:
24-11-2020, Stcrt. 2020, 63000 (uitgifte: 14-12-2020, regelingnummer: 2020-167584)
- Inwerkingtreding
15-12-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-11-2020, Stcrt. 2020, 63000 (uitgifte: 14-12-2020, regelingnummer: 2020-167584)
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting / Aftrek en teruggaaf
Voor de btw-heffing worden samenwerkingsverbanden zonder rechtspersoonlijkheid1. die als zodanig economische handelingen verrichten, als ondernemer aangemerkt. De deelnemers in het samenwerkingsverband worden hiervoor niet als ondernemer beschouwd.
Het is mogelijk dat ondernemers goederen leveren of diensten verrichten aan één van de deelnemers in het samenwerkingsverband. In dat geval kan de voor die leveringen of diensten aan de deelnemer in rekening gebrachte btw niet door het samenwerkingsverband in aftrek worden gebracht als de juridische beschikkingsmacht over het goed niet bij het samenwerkingsverband ligt maar bij de afnemende deelnemer2.. Als het gaat om een investeringsgoed kan het samenwerkingsverband het goed ook niet tot zijn bedrijfsvermogen rekenen, omdat het samenwerkingsverband niet de macht heeft om als eigenaar over het goed te beschikken. Als een deelnemer goederen of diensten afneemt die worden gebruikt voor de belaste handelingen van het samenwerkingsverband, kan daarom een situatie ontstaan waarin geen recht op aftrek van voorbelasting bestaat. Dit kan ertoe leiden dat een vorm van cumulatie van btw ontstaat die ik ongewenst acht. Ik keur daarom op grond van artikel 63 van de AWR het volgende goed.
Goedkeuring
Ik keur goed dat het samenwerkingsverband de btw in aftrek brengt die aan een deelnemer in rekening is gebracht voor de aanschaf van een goed of een dienst, voor zover het samenwerkingsverband het goed of de dienst gebruikt voor belaste handelingen. Van gebruik door het samenwerkingsverband is bijvoorbeeld sprake als het goed of de dienst dat/die door de maat is aangeschaft, vervolgens door die maat wordt gebruikt om aan zijn maatschapsverplichtingen te voldoen. Ik verbind aan de goedkeuring de volgende voorwaarden.
Voorwaarden
- –
De deelnemer in het samenwerkingsverband ontvangt voor de terbeschikkingstelling van het goed of de dienst aan het samenwerkingsverband geen vergoeding als bedoeld in artikel 8 van de wet3.; en
- –
Het samenwerkingsverband neemt voor de btw-heffing ten aanzien van het/de aan haar ter beschikking gestelde goed of dienst alle rechten en verplichtingen op zich alsof de btw aan haar in rekening is gebracht en alsof zij de beschikkingsmacht over het goed of de dienst heeft verworven (zie onder andere ook § 4.2.3).
Toepassing van de goedkeuring brengt bijvoorbeeld met zich dat het samenwerkingsverband de herzieningsbepalingen (de artikelen 11 t/m 14a van de beschikking) toepast op investeringsgoederen die de deelnemer aan haar ter beschikking heeft gesteld. Verder herziet het samenwerkingsverband de eerder in aftrek gebrachte btw als de deelnemer het betrokken investeringsgoed binnen de herzieningstermijn doorlevert. Onder gebruik voor belaste handelingen valt ook het voorgenomen privégebruik.
Voetnoten
Voorbeelden van samenwerkingsverbanden zijn maatschappen, vennootschappen onder firma en commanditaire vennootschappen.
HR 23 november 2007, nr. 38.126, ECLI:NL:HR:2007:BB8428.