Einde inhoudsopgave
Besluit aftrek van omzetbelasting 2020
5.2.5 Aftrek bij civielrechtelijke mede-eigendom
Geldend
Geldend vanaf 15-12-2020
- Bronpublicatie:
24-11-2020, Stcrt. 2020, 63000 (uitgifte: 14-12-2020, regelingnummer: 2020-167584)
- Inwerkingtreding
15-12-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-11-2020, Stcrt. 2020, 63000 (uitgifte: 14-12-2020, regelingnummer: 2020-167584)
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting / Aftrek en teruggaaf
Het Hof van Justitie heeft een begrenzing aangebracht in het aftrekrecht in situaties waarin sprake is van mede-eigendom van goederen1.. De door een ondernemer in aftrek te brengen btw is in die gevallen niet hoger dan diens aandeel in de mede-eigendom van het aangeschafte goed. De begrenzing is van toepassing in alle gevallen waarin sprake is van civielrechtelijke mede-eigendom. Voorbeelden van civielrechtelijke mede-eigendom zijn een huwelijk onder huwelijkse voorwaarden en een geregistreerd partnerschap met partnerschapsvoorwaarden.
Bij huwelijkse voorwaarden of partnerschapsvoorwaarden staat het de echtgenoten onderscheidenlijk de partners vrij de inhoud van hun voorwaarden te bepalen. Echtgenoten of partners kunnen een situatie overeenkomen waarbij de eigendom van een goed wordt verdeeld in een percentuele verhouding (bijv. 50%/50% of 70%/30%). In dat geval is sprake van mede-eigendom in de zin van de jurisprudentie van het Hof van Justitie. De aftrek is dan maximaal het deel van de gerechtigdheid van de ondernemer in dat goed.
Bij de huwelijksgemeenschap of partnerschapsgemeenschap wordt het aftrekrecht van de ondernemer niet begrensd. Dergelijke gemeenschappen zijn een vermogensrechtelijke betrekking waarbij tussen echtgenoten of partners een gemeenschappelijk vermogen bestaat waarin ieder der echtgenoten of partners voor het geheel is gerechtigd. Er is geen sprake van een situatie waarbij de eigendom van een goed door het huwelijk wordt verdeeld in een percentuele verhouding. Wanneer één van de echtgenoten of partners ondernemer is en een goed aanschaft en gebruikt voor zijn belaste handelingen, heeft de betrokkene volledig recht op aftrek van de hiervoor in rekening gebrachte btw. Als beide echtgenoten of partners voor de btw-heffing ondernemer zijn en beiden het goed gebruiken voor belaste handelingen, is de aftrek die beide ondernemers samen kunnen claimen ten hoogste het bedrag aan btw dat aan hen in rekening is gebracht voor de gemaakte kosten.
Voor huwelijken en geregistreerde partnerschappen gesloten of geregistreerd vanaf 1 januari 2018 geldt een zogenoemde ‘beperkte gemeenschap van goederen’2.. Goederen van een partner gaan vanaf die datum niet meer van rechtswege over in de gemeenschap van goederen maar blijven bezittingen van de desbetreffende partner3.. Goederen verkregen vanaf de datum van het huwelijk of het geregistreerd partnerschap vallen in een gemeenschap van goederen, tenzij sprake is van huwelijkse voorwaarden of partnerschapsvoorwaarden. Een afspraak tussen de echtgenoten of partners waarbij de andere echtgenoot of partner wordt gerechtigd tot gebruik van het geheel doet niet aan af aan het feit dat sprake is van mede-eigendom dat het recht op aftrek begrenst.
Voetnoten
HvJ 21 april 2005, zaak C-25/03 (HE), ECLI:EU:C:2005:241.
Wet beperking wettelijke gemeenschap van goederen (Stb. 2017, nr. 177).
Overigens kunnen partners nadien via de notaris laten vastleggen dat deze goederen alsnog in de gemeenschap overgaan.