Einde inhoudsopgave
Besluit algemene rechtspositie politie
Artikel 84
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2017
- Bronpublicatie:
02-12-2016, Stb. 2016, 489 (uitgifte: 12-12-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
02-12-2016, Stb. 2016, 489 (uitgifte: 12-12-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Politierecht / Bijzondere onderwerpen
Ambtenarenrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Onverminderd artikel 77, eerste lid, onderdeel h, kan de ambtenaar in zijn ambt worden geschorst:
- a.
indien een strafrechtelijke vervolging ter zake van een misdrijf tegen hem is ingesteld;
- b.
wanneer hem door het bevoegd gezag dan wel door Ons, indien het een ambtenaar betreft die bij koninklijk besluit is benoemd, het voornemen tot bestraffing met onvoorwaardelijk ontslag is meegedeeld dan wel wanneer hem die straf is opgelegd of
- c.
wanneer naar het oordeel van het bevoegd gezag dan wel naar Ons oordeel indien het betreft een ambtenaar die bij koninklijk besluit is benoemd, het belang van de dienst dit vereist.
2.
Tenzij bij wet is bepaald dat schorsing bij koninklijk besluit geschiedt, geschiedt schorsing door het bevoegd gezag. In afwachting van de schorsing kan de ambtenaar buiten functie worden gesteld door het bevoegd gezag, met dien verstande dat ten aanzien van de bij koninklijk besluit benoemde ambtenaren machtiging van Onze Minister is vereist.
3.
De duur van de schorsing bedraagt maximaal zes maanden.
De duur van de schorsing kan telkens met maximaal zes maanden worden verlengd indien het zwaarwegend belang van de dienst dit naar het oordeel van het bevoegd gezag vergt.