Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 515/2014 vaststelling instrument voor financiële steun voor de buitengrenzen en visa
Artikel 13 Acties van de Unie
Geldend
Geldend vanaf 21-05-2014
- Bronpublicatie:
16-04-2014, PbEU 2014, L 150 (uitgifte: 20-05-2014, regelingnummer: 515/2014)
- Inwerkingtreding
21-05-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-04-2014, PbEU 2014, L 150 (uitgifte: 20-05-2014, regelingnummer: 515/2014)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Algemeen
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
Overheidsfinanciën / EU-financiën
1.
Op initiatief van de Commissie kan het instrument worden gebruikt voor het financieren van transnationale acties of acties die voor de Unie van bijzonder belang zijn (‘acties van de Unie’), met betrekking tot de algemene, specifieke en operationele doelstellingen bedoeld in artikel 3.
2.
Om voor financiering in aanmerking te komen, moeten acties van de Unie met name strekken tot:
- a)
het faciliteren van voorbereidende, toezicht-, administratieve en technische activiteiten die vereist zijn voor de uitvoering van het buitengrenzen- en visumbeleid, onder meer ter versterking van de governance van de Schengenruimte door ontwikkeling en tenuitvoerlegging van het evaluatiemechanisme dat is ingesteld bij Verordening (EU) nr. 1053/2013 voor de controle van de toepassing van het Schengenacquis en de Schengengrenscode, met name dienstreisuitgaven voor deskundigen van de Commissie en de lidstaten die deelnemen aan bezoeken ter plaatse;
- b)
het verbeteren van de kennis van en het inzicht in de situatie in de lidstaten en derde landen door middel van de analyse en evaluatie van en nauwlettend toezicht op het beleid;
- c)
het ondersteunen van de ontwikkeling van statistische hulpmiddelen, met inbegrip van gemeenschappelijke statische hulpmiddelen, methoden en gemeenschappelijke indicatoren;
- d)
het ondersteunen van en toezicht houden op de uitvoering van het recht en de beleidsdoelstellingen van de Unie in de lidstaten en het beoordelen van de doeltreffendheid en de gevolgen daarvan, mede met betrekking tot de naleving van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden, voor wat betreft het toepassingsgebied van het Instrument;
- e)
het bevorderen van netwerken en wederzijdse leerprocessen, en vaststelling en verspreiding van beste praktijken en innovatieve benaderingen onder verschillende belanghebbenden op Europees niveau;
- f)
het bevorderen van projecten die zijn gericht op harmonisering en interoperabiliteit van maatregelen in verband met grensbeheer overeenkomstig de gemeenschappelijke normen van de Unie met het oog op de ontwikkeling van een geïntegreerd Europees grensbeheersysteem;
- g)
het vergroten van de bekendheid van het beleid en de doelstellingen van de Unie bij de belanghebbenden en het algemene publiek, met inbegrip van institutionele communicatie over de politieke prioriteiten van de Unie;
- h)
het vergroten van de capaciteit van Europese netwerken om het beleid en de doelstellingen van de Unie te beoordelen, te bevorderen, te ondersteunen en verder te ontwikkelen;
- i)
het ondersteunen van bijzonder innovatieve projecten waarbij nieuwe methoden en/of technologieën worden ontwikkeld die ook toepasbaar kunnen zijn in andere lidstaten, in het bijzonder projecten voor het testen en valideren van onderzoeksprojecten;
- j)
het ondersteunen van acties in of met betrekking tot derde landen, zoals bedoeld in artikel 4, lid 2.
3.
De acties van de Unie worden uitgevoerd overeenkomstig artikel 6 van Verordening (EU) nr. 514/2014.