Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsregeling accijns
Artikel 22a [Zekerheidstelling door geadresseerde, afzender en fiscaal vertegenwoordiger]
Geldend
Geldend vanaf 17-02-2023. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 13-02-2023
- Redactionele toelichting
In de Staatscourant is lid 3 i.p.v. lid 2 gewijzigd.
- Bronpublicatie:
06-02-2023, Stcrt. 2023, 4714 (uitgifte: 16-02-2023, regelingnummer: 2023-0000023323)
- Inwerkingtreding
17-02-2023, terugwerkend tot: 13-02-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-02-2023, Stcrt. 2023, 4714 (uitgifte: 16-02-2023, regelingnummer: 2023-0000023323)
- Vakgebied(en)
Accijns en verbruiksbelastingen (V)
1.
De geregistreerde geadresseerde, de geregistreerde afzender , de gecertificeerde geadresseerde, de afzender in een andere lidstaat die een zelfstandige economische activiteit verricht dan wel de fiscaal vertegenwoordiger van een afzender die in een andere lidstaat een zelfstandige economische activiteit verricht, stelt zekerheid voor de accijns die hij verschuldigd is of kan worden. De zekerheid wordt bepaald op basis van het accijnsbelang.
2.
Met betrekking tot de geregistreerde geadresseerde of gecertificeerde geadresseerde geldt als accijnsbelang het bedrag aan accijns dat wordt vertegenwoordigd door de hoeveelheid accijnsgoederen die gemiddeld per maand door de geregistreerde geadresseerde of gecertificeerde geadresseerde wordt ontvangen.
3.
Met betrekking tot de geregistreerde afzender geldt als accijnsbelang het bedrag aan accijns dat wordt vertegenwoordigd door de hoeveelheid accijnsgoederen die gemiddeld per maand door de geregistreerde afzender wordt overgebracht.
4.
Met betrekking tot de afzender die in een andere lidstaat een zelfstandige economische activiteit verricht of diens fiscaal vertegenwoordiger geldt als accijnsbelang het bedrag aan accijns dat wordt vertegenwoordigd door de accijnsgoederen die gemiddeld per maand door die afzender op afstand of voor diens rekening direct of indirect naar Nederland worden verzonden of vervoerd.
5.
De zekerheid bedraagt ten minste 5 percent en ten hoogste 100 percent van het accijnsbelang met een maximum van € 2 250 000.
6.
Geen zekerheidstelling is vereist wanneer een overheidslichaam de accijns verschuldigd is of kan worden.